Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 17 de Febrero de 2006

Datum uitspraak17 de Febrero de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

17 februari 2006

Eerste Kamer

Nr. C04/275HR

RM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

SPECTOR NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Zwijndrecht,

EISERES tot cassatie,

verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

advocaat: mr. E. van Staden te Brink,

t e g e n

  1. VOF FOTOSHOP 2000,

    gevestigd te Hoorn,

  2. [Verweerster 2],

    wonende te [woonplaats],

  3. [Verweerder 3],

    wonende te [woonplaats],

    VERWEERDERS in cassatie,

    eisers in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

    advocaat: mr. H.J.W. Alt.

  4. Het geding in feitelijke instanties

    Eiseres tot cassatie (verder te noemen: Spector) heeft bij exploot van 25 januari 1999 verweerders in cassatie (verder gezamenlijk te noemen: Fotoshop) gedagvaard voor de rechtbank te Dordrecht. Na vermeerdering van eis en voor zover in cassatie van belang heeft Spector gevorderd (i) Fotoshop te veroordelen tot betaling van een bedrag van ƒ 178.609,79, te vermeerderen met de overeengekomen rente, alsmede (ii) Fotoshop te veroordelen in de kosten van het conservatoir beslag en het geding.

    Fotoshop heeft de vorderingen bestreden en in reconventie, voor zover in cassatie van belang, gevorderd Spector te veroordelen primair tot betaling van een bedrag van ƒ 294.750,-- en subsidiair tot vergoeding van door haar geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat.

    Spector heeft de vordering in reconventie bestreden.

    De rechtbank heeft bij vonnis van 28 juni 2000, voor zover in cassatie van belang, in conventie Fotoshop veroordeeld aan Spector te betalen een bedrag van ƒ 139.603,07 exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 1999 tot de dag der algehele voldoening. In reconventie heeft de rechtbank Spector veroordeeld aan Fotoshop te betalen een bedrag van ƒ 64.638,-- exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, en tot vergoeding van de door Fotoshop geleden en nog te lijden schade als bedoeld in rechtsoverwegingen 3.5 en 3.14, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.

    Tegen dit vonnis heeft Spector hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Fotoshop heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.

    Na een tussenarrest van 18 september 2002, waarbij Fotoshop in de gelegenheid is gesteld te bewijzen dat Spector haar heeft meegedeeld, dat het Gretag minilab twee jaar oud was, en getuigenverhoor heeft het hof bij eindarrest van 9 april 2004 het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover daarbij in conventie Fotoshop is veroordeeld tot betaling van ƒ 139.603,07 exclusief BTW, vermeerderd met rente vanaf 20 januari 1999, voor zover daarbij Spector in reconventie is veroordeeld tot vergoeding van de door Fotoshop geleden schade als bedoeld in rechtsoverwegingen 3.5 en 3.14, en voor zover in conventie en in reconventie het meer of anders gevorderde is afgewezen. In zoverre opnieuw rechtdoende heeft het hof Fotoshop veroordeeld aan Spector te betalen een bedrag van € 44.103,31 (ƒ 97.190,91), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 1999 tot de dag der algehele voldoening en heeft het in reconventie Spector veroordeeld tot vergoeding van de door Fotoshop geleden en nog te lijden schade als bedoeld in rechtsoverweging 3.14, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Voorts heeft het hof Spector veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep, zowel in het principaal als in het incidenteel appel.

    Beide arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

  5. Het geding in cassatie

    Tegen zowel het tussenarrest van 18 september 2002 als het eindarrest van 9 april 2004 heeft Spector beroep in cassatie ingesteld. Fotoshop heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.

    Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

    De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het principale beroep voor zover het betreft het tussenarrest en tot vernietiging van het arrest van 9 april 2004, doch uitsluitend wat betreft de proceskostenveroordeling, en tot het nemen van een zodanige beslissing daaromtrent als de Hoge Raad juist zal achten.

    De advocaat van Spector heeft op 18 november 2005 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

  6. Beoordeling van het middel in het principale beroep

    3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    (i) Op grond van een op 27 juli 1995 tussen partijen voor een periode van vijf jaar gesloten leaseovereenkomst heeft Spector als lessor aan Fotoshop als lessee een gebruikt exemplaar van een zogenoemd minilaboratorium Gretag Masterlab 740 (verder te noemen: het Gretag minilab) ter beschikking gesteld. De prijs van het Gretag minilab was vastgesteld op ƒ 80.000,-- exclusief BTW. (ii)In de leaseovereenkomst ter zake van het Gretag minilab is onder meer bepaald:

    Artikel 6. Duur van de overeenkomst.

    (...)

    g. Het niet goed functioneren van het toestel, zulks ter beoordeling van deskundigen van SPECTOR, kan nimmer aanleiding geven tot eenerlei vorm van schadevergoeding door SPECTOR.

    (...)

    Artikel 10.

    (...)

    b. SPECTOR is niet aansprakelijk voor schade, toegebracht door het object aan personen en aan eigendommen van derden en van de lessee, behalve in geval van en voor zover de schade aantoonbaar is veroorzaakt door nalatigheid van SPECTOR.

    (iii) Fotoshop heeft bij herhaling bij Spector geklaagd over het Gretag minilab. Op 27 maart 1998 zijn partijen een nieuwe leaseovereenkomst aangegaan, op grond waarvan Spector als lessor aan Fotoshop als lessee een zogenoemd minilaboratorium Agfa Minilab System MSC 101 APS (verder te noemen: het Agfa minilab) ter beschikking heeft gesteld. Het Agfa minilab heeft een waarde van ƒ 247.466,-- exclusief BTW. Deze overeenkomst bevat een betalingsregeling, strekkende tot maandelijkse betalingen (bij factuur achteraf) door Fotoshop aan Spector, in welke zowel de vaste als de variabele kosten van het Agfa minilab zijn verdisconteerd.

    (iv) In de leaseovereenkomst ter zake van het Agfa minilab is onder meer bepaald:

    "4.2Gedurende de contractsperiode - steeds gerelateerd aan het aparte onderhoudscontract tussen partijen - zal Spector het object in goede staat houden en alle - naar haar inzicht - noodzakelijke vernieuwingen, herstellingen, reparaties en dergelijke verrichten of laten plegen.

    (...)

    6.1 Lessee zal Spector nimmer aansprakelijk kunnen stellen voor enige financiÎle schade ten gevolge van het niet (geheel) kunnen gebruiken van het minilab en evenmin rechten jegens Spector laten gelden als gevolg van niet tijdig herstel c.q. vervanging of levering van bijbehorende producten."

    (v) Fotoshop heeft een betalingsachterstand laten ontstaan.

    (vi) Krachtens beschikking van de president van de arrondissementsrechtbank te Dordrecht van 8 januari 1999 heeft Spector op 18 januari 1999 conservatoir beslag doen leggen op het Agfa minilab en dit in gerechtelijke bewaring doen stellen.

    3.2 Fotoshop heeft aangevoerd dat zij bij het aangaan van de leaseovereenkomst met betrekking tot het Gretag minilab gedwaald heeft omtrent de ouderdom van het minilab (vier jaar) en daarmee omtrent de feitelijke waarde daarvan. In het kader daarvan stelde zij dat Spector haar heeft medegedeeld dat de machine twee jaar oud was, en dat derhalve de waarde daarvan bij het aangaan van de overeenkomst op ƒ 80.000,-- moest worden gesteld. De rechtbank achtte die stelling onweersproken. Zij oordeelde dat deze dwaling te wijten is aan Spector, aangezien deze op dit punt een onjuiste mededeling heeft gedaan en dat het - gelet op het feit dat de betalingstermijnen mede in relatie staan tot de waarde van het Gretag minilab - voldoende aannemelijk is geworden dat Fotoshop de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet dan wel onder andere voorwaarden zou hebben gesloten. Op die grond veroordeelde de rechtbank, de gevolgen van de leaseovereenkomst in dier voege wijzigend, Spector in reconventie tot vergoeding van de door Fotoshop als gevolg van de vaststelling van de leaseprijs op een onjuiste basis geleden schade tot een bedrag van ƒ 64.638,--, exclusief BTW.

    3.3 In haar appelgrieven 1 en 2 is Spector tegen deze oordelen van de rechtbank opgekomen en heeft zij gemotiveerd betwist aan Fotoshop te hebben medegedeeld dat het Gretag minilab twee jaar oud was. Het hof heeft Fotoshop vervolgens toegelaten te bewijzen dat Spector haar heeft meegedeeld dat het Gretag minilab twee jaar oud was. Het hof heeft in rov. 6 van het tussenarrest de derde appelgrief van Spector, waarin Spector de schadeberekening bestreed, verworpen. Het hof overwoog daartoe onder meer dat het die schadeberekening "duidelijk en niet onjuist" acht "als het beroep van Fotoshop op dwaling opgaat, wat afhankelijk is van bovengenoemde bewijslevering." Enige regels verder in rov. 6 oordeelde het hof:

    Als het beroep van Fotoshop opgaat - hetgeen afhankelijk is van bovengenoemde bewijslevering -, is er geen reden om de gevolgen van de dwaling voor rekening van Fotoshop te laten, aangezien in dat geval de dwaling veroorzaakt is door onjuiste informatie van de kant van Spector.

    3.4 In het eindarrest heeft het hof weliswaar geoordeeld dat Fotoshop niet geslaagd is in het hiervoor bedoelde door haar te leveren bewijs, maar niettemin haar beroep op dwaling gehonoreerd, zulks op grond van de overweging (rov. 5):

    "Zij is de overeenkomst aangegaan op basis van een onjuiste voorstelling van zaken omtrent de ouderdom en daarmee van de feitelijke waarde van de machine, een eigenschap van de machine die voor haar van wezenlijk belang was bij het aangaan van de overeenkomst. Gegeven het feit dat een afschrijvingstermijn van vijf jaar gebruikelijk is, zou Fotoshop nooit akkoord zijn gegaan met het leasen waarbij uitgegaan wordt van een prijs van ƒ 80.000,- exclusief BTW als zij geweten had...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT