Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 7 de Marzo de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Marzo de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Parketnummer: 21-005649-04

Uitspraak d.d.: 7 maart 2006

TEGENSPRAAK

Gerechtshof te Arnhem

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Arnhem van 28 september 2004 in de strafzaak tegen

[VERDACHTE],

geboren te [geboorteplaats] (JoegoslaviÎ) in 1967,

wonende te [woonplaats verdachte],

thans verblijvende in [penitentiaire inrichting].

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 16 maart 2005, 10 juni 2005, 7 september 2005, 4 november 2005, 16 december 2005 en 21 februari 2006 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw recht doen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 17 juni 2003 te Tiel opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, deze [slachtoffer] een hoeveelheid (slaap)middelen, onder meer bevattende nitrazepam, heeft toegediend en/of (vervolgens) een plastic zak over het hoofd (tot aan/over de schouders) van deze [slachtoffer] heeft gedaan en/of deze plastic zak rond de hals van deze [slachtoffer] heeft dichtgemaakt en/of vastgeknoopt met een stuk touw, in elk geval ÈÈn of meerdere handelingen heeft verricht die de luchttoevoer voor die [slachtoffer] heeft/hebben belemmerd, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Overwegingen

In de vroege ochtend van 17 juni 2003 wordt bij de politie melding gemaakt van een mogelijke zelfdoding in een woning te Tiel. Ter plaatse wordt door de politie in diens slaapkamer het levenloze lichaam aangetroffen van [slachtoffer] (hierna te noemen [slachtoffer]). [het slachtoffer] is aangetroffen voorover liggend op een bed met een dichtgebonden plastic zak om het hoofd. Bij latere sectie op het lichaam blijkt dat zich in de maag van [het slachtoffer] onder meer een grote hoeveelheid 'nitrazepam' bevindt. Bij de computer van het slachtoffer werden een afscheidsbrief en twee e-mails aangetroffen. Op grond van deze feiten en omstandigheden wordt aangenomen dat [het slachtoffer] een niet-natuurlijke dood is gestorven.

Nadat [het slachtoffer] was gecremeerd zag de politie redenen tot nader onderzoek naar de oorzaak van de dood van [het slachtoffer] en de omstandigheden waaronder hij was overleden. Dit leidde ertoe dat in december 2003 de partner van het slachtoffer als verdacht van betrokkenheid bij deze onnatuurlijke dood werd aangemerkt. Verdachte en [het slachtoffer] waren sinds 14 februari 2003 met elkaar gehuwd. Verdachte is door de rechtbank te Arnhem op 28 september 2004 veroordeeld voor moord op [het slachtoffer] tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren. Door verdachte en de officier van justitie is hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft op grond van de processtukken en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting de volgende gegevens, voor zover voor de beoordeling van het tenlastegelegde feit van belang, als vaststaande feiten aangenomen:

  1. [het slachtoffer] was op 16 juni 2003 om 17.30 uur thuis en hij was nog in leven.

  2. [het slachtoffer] heeft op 16 juni 2003 onder meer goulash gegeten.

  3. Op 17 juni 2003, om 07.19 uur, is bij het alarmnummer 112 door verdachte gemeld dat zijn vriend een zelfmoordpoging had gedaan. [het slachtoffer] is vervolgens aangetroffen, gelegen op zijn bed, met een met touw dichtgeknoopte plastic zak om zijn hoofd. De dood is geconstateerd op 17 juni 2003 om 8.45 uur.

  4. In het bloed van [het slachtoffer] werden benzodiazepines aangetoond, met name (omzettingsproducten van) nitrazepam. Uit de bloedconcentratie blijkt, dat er een grote hoeveelheid nitrazepam is ingenomen of toegediend. In zijn maaginhoud werd een grote hoeveelheid nitrazepam aangetoond, overeenkomend met 8 ‡ 9 tabletten.

  5. Als doodsoorzaak wordt in de rapportage van het NFI het volgende vermeld. De toediening of inname van nitrazepam heeft [het slachtoffer] hoogst waarschijnlijk in een toestand van onmacht gebracht. Het is mogelijk, dat het lichaam in een dergelijke toestand niet adequaat reageert op een verstikking, zoals door een zak over het hoofd. De sectiebevindingen waren verenigbaar met verstikking als oorzaak van het intreden van de dood.

  6. Het exacte tijdstip van overlijden is destijds niet vastgesteld en is uit later onderzoek ook niet bekend geworden.

  7. Bij de computer op de werkkamer van [het slachtoffer] is een afscheidsbrief aangetroffen; uit onderzoek van het NFI is gebleken dat deze brief is vervaardigd op de computer van het slachtoffer en dat deze op 16 juni 2003 tussen 19.40 en 19.51 uur is afgedrukt.

  8. Tevens zijn bij deze computer aangetroffen prints van twee e-mailberichten, afkomstig van subfisteeuk@yahoo.com, ÈÈn gericht aan verdachte en ÈÈn gericht en verzonden aan de werkgever van verdachte. Uit onderzoek door het NFI is komen vast te staan dat deze e-mails zijn verzonden vanaf het IP-adres gekoppeld aan het modem van het thuisnetwerk van verdachte en het slachtoffer.

  9. Verdachte is op de avond van 16 juni 2003 en in de nacht van 16 op 17 juni 2003 op verschillende tijdstippen thuis geweest en met zijn pinpasje is op 17 juni 2003 om 01.51 uur betaald bij een tankstation in Tiel. Verdachte heeft nadien de nacht thuis doorgebracht.

Het hof sluit, net als de rechtbank, het openbaar ministerie en de verdediging, uit dat een derde (iemand anders dan verdachte of het slachtoffer) voor de dood van [het slachtoffer] verantwoordelijk is, gezien het feit dat concrete sporen voor de aanwezigheid van een derde persoon ontbreken, gelet op de verklaringen van verdachte daaromtrent en gelet op de aangetroffen e-mails en afscheidsbrief.

Bij de beoordeling van de feiten en mede gelet op het verweer van de verdachte ziet het hof drie mogelijke scenario's voor zich:

1). [het slachtoffer] heeft zichzelf van het leven beroofd.

2). [het slachtoffer] heeft zichzelf van het leven beroofd, maar hij heeft het op een moord door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT