Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 14 de Marzo de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Marzo de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

14 maart 2006

derde civiele kamer

rolnummer 2005/1050

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

Arrest

in de zaak van:

mr Johannes Antonius Maria Pius Keijser,

in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[A],

wonende en kantoor houdende te [woonplaats],

eiser in conventie, verweerder in reconventie bij prorogatie,

procureur: mr W. Aerts,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[geÔntimeerde],

gevestigd te [vestigingsplaats],

gedaagde in conventie, eiseres in reconventie bij prorogatie,

procureur: mr A.P.J. Blokland.

1 Het verloop van het geding

1.1 Partijen zijn overeengekomen deze zaak bij wege van prorogatie aanhangig te maken bij dit hof.

1.2 Eiser in zijn hoedanigheid (verder: de curator) heeft gedaagde (verder: [geÔntimeerde]) bij exploot van 29 september 2005 gedagvaard om te verschijnen voor dit hof en gevorderd dat het hof, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat de ontbindende voorwaarde als geformuleerd in artikel (het hof leest:) 11 van de overdrachtsakte tussen [A] en [geÔntimeerde] van 31 mei 2002 is ingetreden en dat deswege de eigendom van de in de akte genoemde appartementsrechten houdende parkeerplaatsen in het complex "het Binnenhof" in eigendom zijn gebleven althans zijn teruggekeerd bij [A] en sedert het intreden van de ontbindende voorwaarde [geÔntimeerde] daaraan geen aanspraken kan ontlenen, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van de procedure.

1.3 De curator heeft vervolgens geconcludeerd voor eis overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding. Daarbij heeft hij een aantal producties overgelegd.

1.4 [geÔntimeerde] heeft daarna (op dezelfde rolzitting) geconcludeerd voor antwoord en daarbij twee producties in het geding gebracht. [geÔntimeerde] concludeert dat het hof de vordering van de curator zal afwijzen en zal bepalen dat de door de curator gerealiseerde opbrengst van de parkeerplaatsen - zoals nader tussen partijen overeengekomen - [geÔntimeerde] toekomt, met veroordeling van de curator in de kosten van het geding. De conclusie dient te worden opgevat als tevens houdende een eis in reconventie, zoals de curator kennelijk ook heeft begrepen.

1.5 Partijen hebben tevoren over en weer kennis genomen van de conclusie van de andere partij en hebben daarop in de eigen conclusie gereageerd.

1.6 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.

2 De vaststaande feiten

2.1 Tussen partijen staan als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende weersproken en op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van de overgelegde producties de navolgende feiten vast.

2.2 De gemeente Ede en de naamloze vennootschap Ontwikkelings Maatschappij Ede N.V. (verder: OME) - waarin de besloten vennootschap [A] (verder: [A]) met drie andere bedrijven ([A] voor 25%) heeft geparticipeerd - hebben op 6 april 1999 een zogeheten realisatieovereenkomst met elkaar gesloten, waarbij de gemeente aan OME heeft verkocht vier percelen grond te Ede. In die overeenkomst en in de op dezelfde dag, 6 april 1999, verleden akte van levering is voor zoveel hier van belang bepaald:

VIII Parkeervoorzieningen

  1. De OME verbindt zich om jegens de kopers van de in artikel IV lid 1 bedoelde appartementen te bedingen, dat uitsluitend kopers van die appartementen gebruik kunnen maken van de krachtens artikel IV lid 1 aan te leggen parkeerplaatsen.

  2. De OME verbindt zich mitsdien om voorzieningen te treffen dat derden - niet bewoners zijnde - geen gebruik kunnen maken van de krachtens artikel IV lid 1 aan te leggen parkeerplaatsen.

  3. De OME verbindt zich voorts om jegens de kopers van de in artikel IV lid 1 bedoelde appartementen te bedingen dat deze - voor zover rechtens mogelijk - afstand doen van hun recht tot gebruik van openbare parkeervergunningen.

    2.3 OME heeft op dezelfde dag, 6 april 1999, de haar in eigendom overgedragen percelen doorverkocht aan [A]. In de desbetreffende transportakte van die datum is voormeld artikel VIII woordelijk herhaald.

    2.4 [A] heeft op die percelen grond het complex plaatselijk bekend als "het Binnenhof" gebouwd. Het gebouw bestaat uit 70 appartementen en 84 parkeerplaatsen. Het aantal gerealiseerde parkeerplaatsen houdt verband met het bestemmingsplan "Ede centrum", waarin te lezen is dat de gemeente in het plangebied een "sturend parkeerbeleid" wenst te voeren dat erop gericht is automobilisten die de mogelijkheid hebben een andere vervoerwijze (dan per auto) te kiezen daartoe te bewegen, dat versnippering van parkeerplaatsen zoveel mogelijk moet worden beperkt en concentratie daarvan zal worden bevorderd. Dat beleid heeft erin geresulteerd dat de gemeente "bij uitbreiding van functies" voor woningen van een bepaalde omvang een parkeernorm van 1,2 zou hanteren.

    2.5 [A] heeft bij notariÎle akte, op 31 mei 2002 verleden door notaris mr [notaris] te Ede, aan [geÔntimeerde] overgedragen twee appartementsrechten recht gevend op het uitsluitend gebruik van een parkeerplaats in het souterrain van "het Binnenhof".

    In artikel 8 van die akte wordt met betrekking tot erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen onder meer verwezen naar en overgenomen het in 2.2 geciteerde artikel VIII, waaromtrent bepaald is dat, voorzover daarin verplichtingen voorkomen die de verkoper ([A]) verplicht is aan de koper ([geÔntimeerde]) op te leggen, de comparant sub 1 (de directeur van [A]) dat in diens hoedanigheid van directeur van de vennootschap bij deze doet en dat de koper dat bij deze aanvaardt.

    In artikel 11 lid...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT