Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 28 de Marzo de 2006

Datum uitspraak28 de Marzo de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

28 maart 2006

Strafkamer

nr. 01980/05

ABG/SM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 11 november 2004, nummer 24/001581-03, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats].

  1. De bestreden uitspraak

    Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden van 4 november 2003 - de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake van subsidiair "openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen" veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een geldboete van vijfhonderd euro, subsidiair tien dagen hechtenis. Voorts heeft het Hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

  2. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.

    De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen en een zodanige op art. 440 Sv berustende beslissing zal nemen als aan de Hoge Raad gepast voorkomt.

  3. Beoordeling van het eerste middel

    3.1. Het middel behelst de klacht dat het Hof het beroep op noodweer en noodweerexces ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft verworpen.

    3.2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

    hij op 20 juni 2002 te Haulerwijk, in de gemeente Ooststellingwerf, met een ander op of aan de openbare weg, de [a-straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit:

    - het met een koevoet slaan tegen het hoofd van die [slachtoffer] en

    - het stompen en schoppen tegen het lichaam van die [slachtoffer].

    3.3. De bewezenverklaring steunt - voorzover voor de beoordeling van het middel van belang - op de volgende bewijsmiddelen:

    1. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voorzover inhoudende:

      Op 20 juni 2002 had ik dienst als taxichauffeur. Een collega, [betrokkene 1], had problemen met een klant die in [plaats A], gemeente [B], woonde. Wij - mijn collega's [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en ik - wilden verhaal halen bij die man. Die man heet [slachtoffer]. Onderweg hebben wij [betrokkene 1] gesproken. Ook is er toen telefonisch contact geweest met de vrouw van [slachtoffer]. In de tuin voor die woning, welke woning is gelegen aan de openbare weg, de [a-straat], is een worsteling ontstaan waar [slachtoffer], [medeverdachte 1] en ik bij betrokken waren. Ik heb op een gegeven moment de koevoet van [medeverdachte 1] afgepakt en heb [slachtoffer] daarmee tegen zijn hoofd getikt.

    2. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van de verdachte:

      "Op donderdag 20 juni 2002 ging ik met mijn collega's [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar de woning van [slachtoffer] in [plaats A]. Er kwam een vrouw bij de deur en ze deed open. Ze zei: "dit is het ergste wat je kunt doen. Dit komt niet goed."

      Ik keek via de voordeur naar binnen. Daar zag ik [slachtoffer] staan. Direct daarop zag ik dat hij met een versnelde pas naar ons toe kwam. Ik zag toen op het laatste moment dat hij in zijn rechterhand een koevoet had. Hij haalde onmiddellijk uit met die koevoet naar mijn hoofd. Ik bukte en drukte hem van mij af. Hij was iets op de grond gekomen en ik zag dat hij helemaal door het lint was. Hij begon direct weer te slaan. Hij haalde weer uit met de koevoet in de richting van mijn lichaam. Ik incasseerde de klap en kon de koevoet vastklemmen tussen mijn lichaam en mijn linkerarm. Ik viel op de grond met [slachtoffer].

      Op dat moment kwam [medeverdachte 1] er aan. Hij begon mij te helpen. Het lukte hem uiteindelijk om de koevoet af te pakken."

    3. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van de verdachte:

      Ik zag dat [medeverdachte 1] de koevoet van [slachtoffer] in zijn hand had. Ik heb de koevoet uit de handen van [medeverdachte 1] gegrist en vervolgens sloeg ik [slachtoffer].

      Ik zag dat ik [slachtoffer] met de bocht van die koevoet raakte tegen zijn hoofd. Ik zag, nadat ik [slachtoffer] geraakt had, dat [slachtoffer] iets door zijn knien zakte en hurkte. Daarna stond hij gelijk weer op en ik zag dat hij zijn achterhoofd vastpakte.

    4. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1]:

      [Slachtoffer] kwam met een koevoet de woning uitlopen. Ik zag dat [slachtoffer] uithaalde naar [verdachte]. Hij sloeg tweemaal horizontaal van rechts naar links. Ik zag dat [verdachte] de tweede klap kreeg of opving dat weet ik niet meer. Toen ze allebei nog stonden liep ik er naartoe en sprong naar [slachtoffer]. Op dat moment sloeg ik met mijn rechtervuist op het hoofd van [slachtoffer]. Ik zag dat [slachtoffer] de koevoet weer wilde pakken. Om dit te voorkomen schopte ik [slachtoffer] tegen de bovenkant van zijn lichaam. Ik denk dat ik hem hierna nog een aantal keren heb geschopt.

    5. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1]:

      Toen wij onderweg waren naar [plaats A] heb ik een telefonisch gesprek gevoerd met de vrouw van [slachtoffer]. Ze vertelde dat haar man - als wij zouden komen - de auto kapot zou maken met een koevoet of iets anders zou doen.

    6. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:

      Op 20 juni 2002 kreeg ik van een man, van wie ik later heb gehoord dat hij [slachtoffer] heet, geen geld voor de taxirit. Ik heb bij zijn woning in [plaats A] met zijn vrouw gesproken. Uiteindelijk gaf ik in zoverre toe dat ik akkoord ging met het innemen van een (verlopen) paspoort van die vrouw. Ze heeft ook getekend. Onderweg kwam ik mijn collega's tegen in een taxi. Ze knipperde nog met de lichten en zeiden over de bak dat ze naar [plaats A] gingen. Ik zei hen dat het niet meer nodig was en als ze het wel zouden doen hij waarschijnlijk uit zijn dak zou gaan. Net buiten [plaats A] passeerden wij elkaar. Ik zag dat ze met zijn drien waren, [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [verdachte]. Ze zeiden dat ze toch doorreden omdat ze toch wilden proberen hem alsnog te laten betalen.

    7. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2]:

      Toen wij [plaats A] binnenreden, kwamen wij [betrokkene 1] tegen in haar taxi. We hebben toen via de geopende ramen met elkaar gesproken. Ook [verdachte] en [medeverdachte 1] namen deel aan het gesprek. [Betrokkene 1] heeft verteld dat ze een regeling had getroffen met de vrouw van die [slachtoffer].

      3.4.1. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep is aldaar - voorzover voor de beoordeling van het middel van belang - het volgende aangevoerd:

    8. door de verdachte:

      "Op 20 juni 2002 had ik dienst als taxichauffeur. Een collega, [betrokkene 1], had ook dienst. Zij belde met de diensttelefoon over problemen met een klant en vroeg een andere collega, [medeverdachte 2], of we mee naar [plaats A], gemeente [B], gingen. Daar woonde die man. Het was duidelijk dat ze geen geld had gekregen en dat ze bedreigd was. Ze was net weg bij die man, wij - mijn collega's [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en ik - wilden verhaal halen bij die man. Die man heeft [slachtoffer]. Wij zijn toen met de taxi van [medeverdachte 2] naar [plaats A] gereden. Vlakbij [plaats A] kwamen we [betrokkene 1] tegen. We hebben haar toen gesproken. Ook is er nog telefonisch contact geweest met de vrouw van [slachtoffer]. Ik heb daar weinig van gehoord, ik zat namelijk achter in de auto. [Betrokkene 1] sprak met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Ze vertelde hen dat ze bedreigd was. Wij wisten niets van een eventuele betalingsregeling.

      Toen we bij het huis van [slachtoffer] aankwamen hebben we eerst met zijn vrouw gepraat. Zij zei: "dit is het ergste wat je kan doen". Er liep een hondje naar buiten, ik stond op dat moment een meter of 4 5 bij de voordeur vandaan. Direct daarna kwam [slachtoffer] al naar buiten. In de tuin voor die woning, welke woning is gelegen aan de openbare weg, de [a-straat], is vervolgens een worsteling ontstaan waar [slachtoffer], [medeverdachte 1] en ik bij betrokken waren. Dat ging als volgt.

      Het was me eerst niet helemaal duidelijk, maar [slachtoffer] had een koevoet bij zich. Ik moest al snel bukken, ik kon geen kant op. Ik heb hem vervolgens weggeduwd. Toen sloeg hij opnieuw. We zijn toen gevallen, waarna er een worsteling is ontstaan.

      [Medeverdachte 1] stond naast mij, hij heeft de koevoet van [slachtoffer] afgepakt. Ik heb [slachtoffer] vervolgens van mij afgeschopt. Hij keek met heel dreigend aan, ik heb toen de koevoet weer van [medeverdachte 1] afgepakt en [slachtoffer] van onderen met de koevoet tegen zijn hoofd getikt. Hij zakte daarop door zijn knien; toen zag ik de kans om weg te gaan. U zegt dat ik ook eerder weg had kunnen gaan. Ik stond een meter of 2 bij hem vandaan, ik weet niet wat hij nog meer bij zich had. U houdt me mijn verklaring voor die ik bij de politie heb afgelegd en waarin ik zeg dat ik hem een klap op het achterhoofd heb gegeven. Ik weet niet meer waar ik hem precies geraakt heb. De agent vroeg aan mij hoe het gegaan was, dat heb ik toen geprobeerd te reconstrueren. Ik kan me niet herinneren dat ik het achterhoofd heb geraakt. Het was donker. Hij greep wel naar zijn hoofd en hij zei dat hij bloed had; hij had wel iets aan zijn handen maar dat kan ook modder geweest zijn. U zegt dat wij, ondanks dat [betrokkene 1] tevreden was met de situatie en ondanks dat we waren gewaarschuwd dat hij "uit zijn dak" zou kunnen gaan, toch naar zijn huis gegaan zijn. Op dat moment was ons nog niet bekend dat hij door zou draaien. Voor taxichauffeurs is het normaal om met een aantal collega's verhaal te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT