Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 4 de Abril de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 05/3005

Uitspraakdatum: 4 april 2006

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[X], wonende te [Z],

eiser,

[gemachtigde],

en

de inspecteur van de Belastingdienst [te P],

verweerder,

[gemachtigde].

  1. Ontstaan en loop van het geding

    Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2001 een aanslag (aanslagnummer [00].H16) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 192.865.

    Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 5 juli 2005 de aanslag gehandhaafd.

    Eiser heeft daartegen bij brief van 10 augustus 2005, ontvangen bij de rechtbank op 11 augustus 2005, beroep ingesteld.

    Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2006 te Arnhem.

    Eiser is daar vertegenwoordigd door zijn bovengenoemde gemachtigde. Namens verweerder is verschenen zijn gemachtigde, alsmede de heer [B].

  2. Feiten

    Eiser is directeur en grootaandeelhouder (100%) van [A] B.V., hierna: de BV.

    Eiser verhuurt sinds 1 juni 1992 bedrijfsruimte aan de BV, hierna: de bedrijfsruimte. Op 29 mei 1992 is in dat verband een huurovereenkomst gesloten. De aanvangshuur bedroeg ƒ 150.000 per jaar (ƒ 12.500 per maand).

    In de huurovereenkomst voor de bedrijfsruimte is opgenomen dat na drie jaar de huurprijs jaarlijks zal worden aangepast op basis van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. De overeenkomst is gesloten voor een periode van vijf jaar, doch deze wordt twee maal voortgezet voor vijf jaar tenzij de BV de huurovereenkomst opzegt.

    Sinds 30 maart 1998 verhuurt eiser ook nog een opslaghal aan de BV, hierna: de opslaghal. Hiervoor is geen huurovereenkomst opgemaakt.

    Eiser heeft een taxatierapport d.d. 16 januari 2001 van makelaar [C] overgelegd. Op peildatum 31 december 2000 bedraagt de waarde in het economisch verkeer van de door eiser aan de BV verhuurde onroerende zaken volgens [C] ƒ 5.157.000 (€ 2.340.144). Een marktconforme huurwaarde zou zijn ƒ 304.129 (bedrijfsruimte) + ƒ 181.849 (opslaghal) = ƒ 485.978, ofwel € 220.527.

    Verweerder heeft ook een taxatierapport doen opmaken. In dit rapport van 14 januari 2005 wordt de huurwaarde van bedrijfsruimte en opslaghal bepaald op € 220.000 per jaar op de peildatum 1 januari 2001.

    Eiser heeft in zijn aangifte voor 2001...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT