Raadkamer van Supreme Court (Netherlands), 28 de Septiembre de 2005

Datum uitspraak28 de Septiembre de 2005
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

28 september 2005

Vierde Kamer

SB

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op een vordering als bedoeld in art. 46o van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden van 21 september 2005, tot verlenging van de schorsing als rechterlijk ambtenaar van:

[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats].

  1. De vordering van de Procureur-Generaal

    De Procureur-Generaal heeft schriftelijk gevorderd dat de op 7 juli 2005 door de Hoge Raad uitgesproken schorsing van de betrokkene zal worden verlengd voor een periode van drie maanden. Bij de vordering heeft de Procureur-Generaal een brief met bijlagen van 15 september 2005 van mr. A.B. Vast, Hoofdofficier van Justitie bij het Arrondissementsparket Zwolle-Lelystad, overgelegd, waaruit blijkt dat het gerechtelijk vooronderzoek tegen de betrokkene nog loopt.

  2. De Raadkamer

    Op 28 september 2005 is door de Hoge Raad in raadkamer een onderzoek ingesteld. De raadsman van de betrokkene mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam, heeft bij fax van 27 september 2005 laten weten dat de betrokkene zich wenst te refereren aan het oordeel van de Hoge Raad en dat noch hij noch de betrokkene in raadkamer zal verschijnen.

  3. Beoordeling

    De Hoge Raad verwijst naar zijn arrest van 7 juli 2005. De Hoge Raad is van oordeel dat de gronden waarop de schorsing van de betrokkene is uitgesproken, genoemd in dat arrest, onverminderd aanwezig zijn, zodat de schorsing moet worden verlengd.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad verlengt de schorsing van [betrokkene], raadsheer in het Gerechtshof te Leeuwarden, als rechterlijk ambtenaar voor de wettelijke termijn van drie maanden.

    Dit arrest is gewezen door de president W.J.M Davids als voorzitter, de vice-president A.G. Pos, en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2005.

    K 338

    Aan de Hoge Raad der Nederlanden, Vierde Meervoudige Kamer,

    Vordering als bedoeld in artikel 46o van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

    Op 7 juli 2005 heeft de Hoge Raad ingevolge art. 46f lid 2 aanhef en sub a van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) de schorsing als rechterlijk ambtenaar voor de wettelijke termijn van drie maanden uitgesproken van

    [betrokkene]

    geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats], wonende aan [a-straat 1] te [woonplaats].

    Blijkens de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT