Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zwolle, 31 de Mayo de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Mayo de 2006
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 114422 / HA ZA 05-1392

Vonnis van 31 mei 2006

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

procureur mr. E.A.M. Claassen,

advocaat mr. R.P.M. Janse van Mantgem te Amsterdam,

tegen

de heer [gedaagde],

wonende te [plaats],

gedaagde,

procureur mr. E. uit de Fles.

Partijen zullen hierna de bank en [gedaagde] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de conclusie van antwoord

    - het tussenvonnis van 25 januari 2006

    - het proces-verbaal van comparitie van 20 maart 2006

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Bij een zakelijke relatie van de bank is op 26 augustus 2003 door middel van een telefonische overboeking een bedrag van EUR 16.090,-- van de rekening met het nummer [bankrekeningnummer] afgeschreven. Dit bedrag is overgemaakt op een postbankrekening nummer [postbankrekeningnummer] ten name van [gedaagde].

    2.2. De zakelijke relatie van de bank heeft op 29 augustus 2003 bij de politie aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en van oplichting.

    2.3. Na de onder 2.1. vermelde overboeking zijn, blijkens een afschrift d.d. 9 september 2003 van de postbankrekening van [gedaagde], op 27, 28 en 29 augustus 2003 bij het postkantoor en bij diverse geldautomaten opnames van deze rekening gedaan tot een bedrag van EUR 15.750,--.

    2.4. Bij akte van cessie van 9 september 2003 heeft de zakelijke relatie van de bank zijn vordering op [gedaagde] van EUR 16.090,-- overgedragen aan de bank.

    2.5. Bij brief van 29 april 2004 heeft de bank aan [gedaagde] medegedeeld dat hij ten gevolge van frauduleuze handelingen een bedrag van EUR 16.090,-- op zijn rekening heeft ontvangen. In genoemde brief is [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door de bank geleden schade.

    2.6. [gedaagde] heeft op 10 mei 2004 bij de politie aangifte gedaan van fraude door middel van zijn pinpas. Bij die aangifte heeft [gedaagde], voor zover hier van belang, het volgende verklaard:

    (...)

    Op 1 september 2003 kwam ik er achter dat ik mijn Postbankpas niet meer in mijn bezit had. (...). De laatste keer dat ik gepind had was op 15 augustus 2003. (...)

    Ik bewaarde mijn pinpas overwegend thuis, alleen toen ik de laatste keer gepind had, had ik deze denk ik bij mij gehouden. (...)

    (...)

    De Postbank had zelf mijn pas geblokkeerd omdat er iets met fraude gebeurd zou zijn met mijn pas. Ze konden mij nog niet al...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT