Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 19 de Enero de 2007

Datum uitspraak19 de Enero de 2007
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

19 januari 2007

Eerste Kamer

Rek.nr. R05/135HR

MK/RM

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[De vrouw],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie, incidenteel verweerster in cassatie,

advocaat: mr. J. Groen,

t e g e n

[De man],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie, incidenteel verzoeker tot cassatie,

advocaat: mr. J.P. Heering.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 15 maart 2001 ter griffie van de rechtbank te Rotterdam ingediend verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie - verder te noemen: de vrouw - zich gewend tot die rechtbank en verzocht tussen haar en verweerder in cassatie - verder te noemen: de man - echtscheiding uit te spreken en nevenvoorzieningen te treffen met betrekking tot de alimentatie voor haar en de kinderen en het voortgezet gebruik van de echtelijke woning. Bij aanvullend verzoekschrift van 20 augustus 2002 heeft de vrouw verzocht de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden vast te stellen per 1 januari 2001 op grond van nog door de man te verstrekken gegevens.

De rechtbank heeft bij beschikking van 13 september 2002, voorzover in cassatie van belang, de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de behandeling van de zaak ten aanzien van de alimentatie en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden aangehouden.

De man heeft een verweerschrift afwikkeling huwelijkse voorwaarden ingediend.

Na een tussenbeschikking van de rechtbank van 18 april 2003, waarbij de zaak ten aanzien van de alimentatie ten behoeve van de vrouw en de verdere afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden is aangehouden, heeft de rechtbank bij beschikking van 21 oktober 2003, voorzover in cassatie van belang, de door de man aan de vrouw te betalen alimentatie vastgesteld en ter afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden bepaald dat de voormalige echtelijke woning aan de man wordt toegescheiden, dat de vrouw recht heeft op de helft van de overwaarde van die woning en dat ieder van de partijen recht heeft op de helft van de saldi van de gemeenschappelijke bankrekeningen, waarin tevens begrepen is de letselschade-uitkering.

Tegen de beschikkingen van 18 april 2003 en 21 oktober 2003 heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De man heeft incidenteel hoger beroep ingediend.

Bij beschikking van 20 juli 2005 heeft het hof in het principale en in het incidentele beroep de beschikkingen voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigd en, in zoverre opnieuw beschikkende, voorzover in cassatie van belang, verklaard dat aan de vrouw per 14 oktober 2002 de echtelijke woning wordt toegedeeld onder de verplichting voor de vrouw om met ingang van die datum de aan die woning verbonden hypothecaire lening als eigen schuld te voldoen, alsmede onder verrekening van de overwaarde, en daarnaast bepaald dat de saldi van de gezamenlijke bankrekeningen per 14 oktober 2002 gelijkelijk tussen partijen dienen te worden verdeeld nadat deze saldi zijn verminderd met het bedrag dat de man toekomt uit hoofde van de uitkering op grond van letselschade, bepaald dat de waarde van de aandelen [A] B.V. buiten de verrekening van het deelgenootschap blijft en bepaald dat de saldi van de privÈrekeningen van elk van partijen per 14 oktober 2002 gelijkelijk tussen partijen worden verrekend.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. De man heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.

Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het principaal en van het incidenteel beroep.

De advocaat van de man heeft bij brief van 2 november 2006 op deze conclusie gereageerd.

3. Uitgangspunten in cassatie

3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) Partijen zijn op 17 juli 1987, op huwelijkse voorwaarden, met elkaar gehuwd.

(ii) In de huwelijkse voorwaarden is onder meer bepaald:

Artikel 1.

Er zal tussen de echtgenoten generlei gemeenschap van goederen bestaan. Ieder der echtgenoten blijft derhalve eigenaar van de goederen, welke hij of zij ten huwelijk aanbrengt of staande huwelijk op welke wijze ook verkrijgt. (...)

Artikel 7.

1. Per het einde van elk kalenderjaar voegen de echtgenoten ter verdeling bij helfte bijeen hetgeen van hun inkomen uit arbeid na aftrek van de in artikel 3 bedoelde kosten van de huishouding, over dat jaar onverteerd is. (...)

2. Belegging van onverteerd inkomen geldt niet als vertering. (...)

5. Het recht om verdeling over enig jaar alsmede verrekeningen terzake van de in artikel 3 vermelde kosten van de huishouding te vorderen vervalt twee jaren na het einde van dat jaar. (...)

Artikel 8.

1. Tussen de echtgenoten bestaat een deelgenootschap, inhoudende de verplichting om bij het einde van het deelgenootschap de vermogens van ieder der deelgenoten te verrekenen op basis van algehele gemeenschap van goederen, met dien verstande dat er generlei verrekening zal plaatsvinden indien beide echtgenoten of een hunner ten tijde van het einde van het deelgenootschap een negatief vermogen hebben (heeft).

2. Het deelgenootschap eindigt:

a.) door het eindigen van het huwelijk; (...)

Artikel 9.

1. Ingeval het deelgenootschap eindigt door echtscheiding (...), wordt tussen de echtgenoten afgerekend zoals in het vorige artikel bepaald, echter met dien verstande dat van het bedrag waarop het vermogen van een echtgenoot aan het einde van het deelgenootschap is geschat wordt afgetrokken:

a) de waarde van de goederen die de echtgenoot ten huwelijk aanbracht, verminderd met zijn toenmalige schulden;

b) (...)

c) de waarde van de door de echtgenoot thans of te eniger tijd, in welke rechtsvorm ook, uitgeoefend bedrijf of vrij beroep dan wel de aandelen in ÈÈn of meer vennootschappen waarin een zodanig bedrijf of vrij beroep mocht zijn ondergebracht verminderd met de op die aandelen drukkende schulden en lasten, (...).

2. De hiervoor sub 1.a, b en c bedoelde goederen worden in aanmerking genomen voor hun waarde bij het einde van het deelgenootschap indien zij alsdan nog aanwezig zijn. (...)

(iii) Partijen hebben tijdens hun huwelijk geen uitvoering gegeven aan het in art. 7 van hun huwelijkse voorwaarden neergelegde verrekenbeding.

(iv) Bij beschikking van 13 september 2002 heeft de rechtbank tussen hen echtscheiding uitgesproken. Deze beschikking is op 14 oktober 2002 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

(v) De voormalige echtelijke woning te [plaats] behoort toe aan partijen gezamenlijk.

(vi) Aan de man is staande huwelijk een bedrag van ƒ 75.000,-- uitgekeerd ter vergoeding van letselschade in verband met een verkeersongeval dat voor de huwelijkssluiting heeft plaatsgevonden.

(vii) Tot het vermogen van de man behoort een pakket aandelen in de besloten vennootschap [A] B.V.

4. Beoordeling van het middel in het principale beroep

4.1 Het hof heeft ten aanzien van de combinatie in de huwelijkse voorwaarden van een periodiek verrekenbeding (art. 7) en een deelgenootschap (art. 8 en art. 9) overwogen (rov. 20 en 21):

"20. Nu de overeenkomst van huwelijkse voorwaarden naast een periodiek verrekenbeding, tevens in artikel 8 lid 1 een beding bevat dat tussen 'de echtgenoten (...) een deelgenootschap [bestaat], inhoudende de verplichting om bij het einde van het deelgenootschap de vermogens van ieder der echtgenoten te verrekenen op basis van algehele gemeenschap van goederen' is het hof - met de rechtbank - van oordeel dat de huwelijkse voorwaarden van partijen aldus moeten worden uitgelegd dat indien tijdens het huwelijk geen uitvoering is gegeven aan het periodiek verrekenbeding, de verrekening dient plaats te vinden overeenkomstig de regels van het 'deelgenootschap'.

21. Het hof zal ter zake van de na te noemen vermogensbestanddelen beoordelen of deze al dan niet in de finale verrekening betrokken dienen te worden, nu partijen daarover van mening verschillen. (...)"

4.2 Onderdeel 1 richt zich kennelijk hiertegen met de klacht dat het hof zonder nadere motivering het standpunt van de vrouw, inhoudende dat er sprake is van een finaal verrekenbeding waarbij moet worden afgerekend op basis van algehele gemeenschap van goederen, verworpen heeft. Het voegt daaraan toe dat de uitleg van het hof op een onjuiste rechtsopvatting berust en onbegrijpelijk is. Het onderdeel faalt. Het hof heeft in rov. 16 van zijn beschikking blijk gegeven het juiste criterium ("Haviltex") te hebben gehanteerd bij de uitleg van de huwelijkse voorwaarden. Dat het hof bij die uitleg het standpunt van de vrouw dat zou moeten worden afgerekend op basis van algehele gemeenschap van goederen heeft verworpen, is ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk in het licht van de tekst van de huwelijkse voorwaarden, waarvan art. 9 immers bepaalt dat in geval van echtscheiding de waarden van een aantal, in het artikel aangewezen, goederen, buiten de op de voet van art. 8 te verrekenen vermogens zullen blijven.

4.3 Ook onderdeel 2 bestrijdt de uitleg die het hof aan de huwelijkse voorwaarden heeft gegeven. Het onderdeel betoogt dat de waarde van de aandelen in [A] B.V., die het hof in zijn rov. 23 onder verwijzing naar art. 9 lid 1, aanhef en onder c, van de huwelijkse voorwaarden niet in de finale verrekening betrekt, wel degelijk alsnog moet worden verrekend op basis van het periodieke verrekenbeding van art. 7, en dat het hof dit standpunt van de vrouw onvoldoende gemotiveerd heeft verworpen. Ook dit onderdeel faalt. De uitleg door het hof van de huwelijkse voorwaarden in dier voege dat, indien tijdens het huwelijk geen uitvoering is gegeven aan het periodieke verrekenbeding, uitsluitend verrekend moet worden overeenkomstig de bepalingen over het "deelgenootschap" in de artikelen 8 en 9, is ook in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT