Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 6 de Marzo de 2007

Datum uitspraak 6 de Marzo de 2007
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

6 maart 2007

Strafkamer

nr. 00603/06

LR/SM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 18 augustus 2005, nummer 21/000639-05, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1945, wonende te [woonplaats].

  1. De bestreden uitspraak

    Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Almelo van 27 januari 2004 - de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake van "eenvoudige belediging" veroordeeld tot een geldboete van € 330,-, subsidiair zes dagen hechtenis.

  2. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar het Hof dan wel zal verwijzen naar een aangrenzend Hof, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1. De Hoge Raad verstaat het middel aldus dat het klaagt dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op een door de verdediging gedaan beroep op niet-strafbaarheid van het feit.

    3.2. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:

    hij op 26 mei 2004, in elk geval in de maand mei 2004, in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, opzettelijk [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], in het openbaar bij geschrift(en) heeft beledigd door aan (een journalist van) het dagblad De Twentsche courant Tubantia te kennen te geven of te melden - zakelijk weergegeven -: [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zijn verraders en Dit zijn toch NSB-praktijken!? en In 1943 zouden die twee ons hebben verlinkt bij de Sicherheitsdienst althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking, welke mededelingen en woorden zijn gepubliceerd in het dagblad de Twentsche Courant Tubantia van 26 mei 2004.

    Het Hof heeft dit feit gekwalificeerd als eenvoudige belediging en daarvoor de hiervoor onder 1 vermelde straf opgelegd.

    3.3. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte daar het woord gevoerd overeenkomstig de door hem overgelegde pleitaantekeningen, voor zover hier van belang inhoudende:

    "Artikel 266 lid 2 Sr.

    Blijkens de Straatsburgse jurisprudentie (zie. o.a. EHRM 25 juni 1992, Series A. vol. 239 (T. Thorgeirson tegen IJsland), EHRM 28 augustus 1992, Series A. vol. 242-B (Schwalbe tegen Oostenrijk), Europese Commissie, Rapport van 11 oktober 1984, Series A. vol. 103, p. 33 e.v. i.h.b. p. 37 (Rapport Lingens), dient de rechtvaardigingsgrond zo te worden uitgelegd dat voldoende recht wordt gedaan aan de vrijheid van meningsuiting.

    Voorts blijkt uit de Europese jurisprudentie omtrent de vrijheid van meningsuiting dat de term 'openbare belangen' ruim dient te worden uitgelegd. Hieronder valt in ieder geval het belang dat er...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT