Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 22 de Febrero de 2007

Datum uitspraak22 de Febrero de 2007
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

05/3846 AW, 05/5811 AW en 06/2389 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

de Project Directeur-Generaal van de Defensie Materieel Organisatie, als rechtsopvolger van de Staatssecretaris van Defensie, (hierna: appellant)

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 17 mei 2005, 04/1388, (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

[betrokkene], (hierna: betrokkene)

en

appellant

Datum uitspraak: 22 februari 2007

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    Betrokkene heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 januari 2007. Voor appellant zijn verschenen mr. A.E.P. van Zandbergen en C.P.J.M. Meijne, beiden werkzaam bij het ministerie van Defensie. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.J. de Haas, juridisch adviseur van VBM/NOV.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Voor een uitgebreidere weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.

      1.1. Betrokkene was werkzaam als [functie] bij de Electronische Centrale Werkplaats (ECW) van de Koninklijke Landmacht. Aan deze functie was salarisschaal 10 verbonden. In het kader van een reorganisatie is aan betrokkene in de nieuwe organisatie de functie van Stafmedewerker Automatisering & Informatievoor-ziening (A&I) toegewezen. Bij primair besluit, uitgereikt op 1 september 2003, is de waardering van deze functie vastgesteld op Hoofdgroep IV, score 44, hetgeen correspondeert met een indeling in salarisschaal 9. Het salaris van betrokkene werd gehandhaafd op schaal 10.

      1.2. Bij het bestreden besluit van 28 mei 2004 is het door betrokkene tegen de waardering gemaakte bezwaar in afwijking van het advies van de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering (CABF) ongegrond verklaard.

    2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en opdracht gegeven een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De rechtbank heeft hieraan het oordeel ten grondslag gelegd dat appellant onvoldoende gemotiveerd heeft waarom bij de functiewaardering op het kenmerk effect van de werkzaamheden score 3 in plaats van score 4 is toegekend.

      2.1. Nadat betrokkene beroep had ingesteld tegen het uitblijven van een nieuw besluit heeft appellant op 1 maart 2006 een nieuw besluit genomen, waarbij het bezwaar met een aangescherpte motivering...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT