Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 27 de Abril de 2007

Datum uitspraak27 de Abril de 2007
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200701212/1.

Datum uitspraak: 27 april 2007

RAAD VAN STATE

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de Minister van Justitie,

appellant,

tegen de uitspraak in zaak nos. AWB 07/3126 en 07/3131 van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 8 februari 2007 in het geding tussen:

[vreemdeling]

en

appellant.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 19 januari 2007 heeft appellant (hierna: de minister) een aanvraag van [vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.

    Bij uitspraak van 8 februari 2007, verzonden op 9 februari 2007, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister opnieuw beslist op de aanvraag met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft de minister bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 15 februari 2007, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

    Bij brief van 22 februari 2007 heeft de vreemdeling een reactie ingediend.

    Vervolgens is het onderzoek gesloten.

  2. Overwegingen

    2.1. In de enige grief klaagt de minister onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 13 mei 2005 in zaak no. 200503208/1 (JV 2005/255) onder meer dat de voorzieningenrechter ten onrechte niet zelfstandig heeft beoordeeld of de vreemdeling aan haar aanvraag een nieuw feitencomplex ten grondslag heeft gelegd dat een zelfstandig karakter heeft ten opzichte van haar eerdere asielaanvraag.

    2.1.1. De vreemdeling heeft eerder een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Met de uitspraak van 8 juni 2005 van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Leeuwarden, is het besluit van 23 mei 2005 tot afwijzing van die aanvraag in rechte onaantastbaar geworden.

    Aan de aanvraag die tot het besluit van 19 januari 2007 heeft geleid heeft de vreemdeling ten grondslag gelegd dat zij na haar eerdere procedure naar MongoliÎ is teruggekeerd. Onder verwijzing naar de door haar bij haar aanvraag overgelegde documenten heeft de vreemdeling voorts betoogd dat haar na terugkeer is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT