Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Douanekamer, 12 de Junio de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Junio de 2007
Uitgevende instantie:Douanekamer

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 06/145 DK

uitspraak van de Douanekamer van 12 juni 2007

op het hoger beroep van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. (vh Xx B.V.),

gevestigd te A, belanghebbende;

gemachtigden: B en C (D Advocaten te E)

tegen de uitspraak in de zaak no. AWB 05/3810 van de rechtbank Haarlem (verder: de rechtbank) van 30 maart 2006 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane P/ kantoor p, de inspecteur.

  1. Beschikking, bezwaar en geding voor de rechtbank

    1.1. Belanghebbende heeft bij brief van 2 maart 2005 een verzoek gedaan tot herziening van de uitspraak op bezwaar van 24 september 1998 met betrekking tot de hierna te noemen elf uitnodigingen tot betaling (hierna: UTB's). De inspecteur heeft bij beschikking van 29 juni 2005 het verzoek van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard.

    1.2. In haar uitspraak van 30 maart 2006, verzonden op 31 maart 2006, heeft de rechtbank het door belanghebbende tegen de beschikking ingestelde beroep ongegrond verklaard.

    1.3. De rechtbank heeft geoordeeld dat een bestuursorgaan op grond van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: Hof van Justitie), K¸hne & Heitz NV, C-453/00, BNB 2004/150 (hierna: K¸hne & Heitz-arrest), onder omstandigheden een definitief geworden besluit moet herzien:

  2. het bestuursorgaan moet naar nationaal recht bevoegd zijn op zijn beslissing terug te komen;

  3. het in geding zijnde besluit moet definitief zijn geworden door een niet voor hoger beroep vatbare uitspraak van een nationale rechter;

  4. voormelde uitspraak moet, gelet op latere rechtspraak van het Hof van Justitie, berusten op een onjuiste uitleg van het gemeenschapsrecht, gegeven zonder dat het Hof van Justitie is gevraagd om een prejudiciÎle beslissing overeenkomstig artikel 234, derde alinea, EG; en

  5. de betrokkene moet zich onmiddellijk na van zo'n uitspraak van het Hof van Justitie kennis te hebben genomen tot het bestuursorgaan hebben gewend.

    Naar het oordeel van de rechtbank heeft de derde onder 1.3. genoemde omstandigheid zich niet voorgedaan. In het arrest van het Hof van Justitie van 20 januari 2005, Honeywell Aerospace GmbH, C-300/03, Jurispr. blz. I-689, DR 2005/48* (hierna: Honeywell-arrest) heeft het Hof van Justitie immers geen andere uitleg gegeven aan de rechtsregel zoals neergelegd in artikel 379, lid 2, van de uitvoeringsverordening Communautair Douanewetboek (hierna: UCDW). Genoemd artikel is inhoudelijk gelijkluidend aan de bepalingen van het gemeenschapsrecht zoals die vÛÛr 1 januari 1994 golden. Nu geen sprake is van latere rechtspraak van het Hof van Justitie, waarmee gesteld moet worden dat de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBB) op een onjuiste uitleg van het gemeenschapsrecht heeft berust, is de inspecteur niet gehouden op zijn eerder genomen besluiten terug te komen.

  6. De procedure voor de Douanekamer

    2.1. Tegen de onder 1.2 vermelde uitspraak van de rechtbank heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij beroepschrift van 19 april 2006, ingekomen bij de Douanekamer van het Hof (verder: Douanekamer) op 20 april 2006.

    Bij brief van 2 februari 2007 heeft belanghebbende zijn beroep nader aangevuld.

    2.2. Van belanghebbende is een griffierecht van € 422,-- geheven. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    2.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 februari 2007. Namens belanghebbende is verschenen B, tot bijstand vergezeld van zijn kantoorgenoot C en F, werkzaam als manager bij belanghebbende, en namens de inspecteur G, tot bijstand vergezeld van H. Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgelezen en overgelegd. De Douanekamer rekent deze pleitnota's tot de stukken van het geding.

  7. De feiten

    De Douanekamer verwijst allereerst naar de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld. Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting stelt de Douanekamer nader de volgende feiten vast.

    3.1. Belanghebbende is douane-expediteur en heeft in 1995 een veertiental aangiften gedaan voor extern communautair douanevervoer van partijen vlees. Na onderzoek van de Nederlandse douane is vastgesteld dat de aangiften niet naar behoren waren aangezuiverd. In verband hier mee zijn door het kantoor van vertrek op 4 oktober 1995 kennisgevingen van niet-zuivering verzonden. De tekst van de kennisgevingen luidt, voorzover van belang, als volgt:

    "Betreft

    Kennisgeving o.g.v. art. 379 Toepassingsverordening CDW

    Geachte heer, mevrouw,

    Op 25-04-95 werd te Rotterdam onder nummer xxxx op uw naam een document ED-T afgegeven.

    Aangezien tot nu toe niet is gebleken dat de goederen op het door u genoemde kantoor van bestemming werden aangebracht, stel ik u op grond van artikel 379 van de Toepassingsverordening CDW, ervan in kennis dat het document ED-T nog niet als afgedaan kan worden beschouwd.

    Ik stel u in de gelegenheid om binnen 3 maanden na heden, onder verwijzing naar datum en kenmerk van deze mededeling alsnog het bewijs van regelmatigheid van het douanevervoer te leveren of mij de plaats mee te delen waar de goederen daadwerkelijk werden aangebracht.

    (..)

    Indien dit bewijs na het verlopen van eerder genoemde termijn niet is geleverd, gaat de bevoegde Lidstaat over tot de invordering van het bedrag over rechten en andere heffingen dat verschuldigd is.

    (..)".

    3.2. In 1996 zijn in verband met de bovenvermelde aangiften veertien uitnodigingen tot betaling (hierna:UTB) uitgereikt. Op elf hiervan waren landbouwheffingen van toepassing:

    Het betreft de volgende UTB's:

    Nr. : datum: Landbouwheffing:

    xxxxx 29-01-1996...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT