Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 9 de Agosto de 2007

Datum uitspraak 9 de Agosto de 2007
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

06/2407 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], (hierna: appellant)

tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 8 maart 2006, 05/2678 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem (hierna: college)

Datum uitspraak: 9 augustus 2007

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    Namens het college is een verweerschrift ingediend.

    Het geding is behandeld ter zitting van 5 juli 2007, waar namens appellant zijn verschenen mr. P.F. Adolf, werkzaam bij DAS rechtsbijstand, en I.J. Engelse-Stecher, echtgenote van appellant. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door

    mr. M. de Vlaam, werkzaam bij de gemeente Haarlem.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant heeft zijn werkzaamheden als seniormedewerker semi-dynamisch archief bij de Facilitaire Dienst van de gemeente Haarlem op 27 mei 2002 gestaakt wegens ziekte. Met ingang van 26 mei 2003 is aan appellant een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In de brief van 10 oktober 2003, waarbij het college van deze toekenning op de hoogte is gesteld, is tevens meegedeeld dat de arts en arbeidskundige van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) appellant in staat achten om in totaal 10 uur per week gedurende 2 uur per dag ander gangbaar werk te verrichten, waarbij rekening moet worden gehouden met regel-mogelijkheden in het werk en waarbij geen sprake moet zijn van veelvuldige deadlines, productiepieken of hoog handelingstempo.

      1.2. Op 24 oktober 2003 heeft het college aan appellant voor 10 uur per week (2 uur per dag, 5 dagen per week) microfilmwerkzaamheden aangeboden. Dit aanbod is namens appellant bij brief van 29 oktober 2003 afgewezen.

      1.3. Bij brief van 13 november 2003 heeft het college appellant in kennis gesteld van het voornemen hem met ingang van 1 juni 2004 eervol ontslag te verlenen in verband met blijvende arbeidsongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking als seniormede-werker semi-dynamisch archief. Op 13 mei 2004 heeft het UWV beslist dat de WAO-uitkering van appellant bij ongewijzigde situatie tot 26 mei 2008 zal worden berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In een zogenoemd functie-ongeschiktheidsadvies van diezelfde datum is aangegeven dat appellant op de voor-genomen ontslagdatum 2 jaar ongeschikt is voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte of gebrek en dat hij dat naar verwachting 6 maanden na die datum ook...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT