Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Alkmaar, 5 de Septiembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Septiembre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK TE ALKMAAR

Sector civiel recht

AvdP

zaak- en rolnummer: 85700/HA ZA 06-111

datum: 5 september 2007

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken

in de zaak van:

[] EISER SUB 1 en [] EISER SUB 2

beiden wonende te [woonplaats]

EISERS bij dagvaarding van 19 januari 2006,

procureur mr. A.J. Van der Veen,

advocaat mr. M.J. Meijer te Haarlem,

tegen:

de naamloze vennootschap DSB BANK NV,

gevestigd en kantoor houdende te Wognum,

GEDAAGDE,

procureur mr. J.C. KuipÈri-Botter.

Partijen zullen verder worden genoemd "Eiser sub 1 c.s." respectievelijk "DSB".

  1. HET VERLOOP VAN HET GEDING

    1.1 Eiser sub 1 c.s. heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding, waarbij 6 producties zijn overgelegd.

    1.2 DSB heeft een conclusie van antwoord genomen, waarbij 9 producties zijn overgelegd.

    1.3 Eiser sub 1 c.s. heeft gediend van conclusie van repliek.

    1.4 Ter rolle van 4 oktober 2006 is akte verleend van de omstandigheid dat DSB niet heeft gediend van conclusie van dupliek.

    1.5 Vervolgens hebben partijen hun zaak ter zitting van 1 februari 2007 door hun raadslieden doen bepleiten. Beiden hebben een pleitnotitie overgelegd.

    1.6 Ten slotte is vonnis gevraagd. De inhoud van al deze stukken geldt als hier ingelast.

  2. DE FEITEN

    Tussen partijen staat het volgende vast:

    1. DSB is de rechtsopvolgster onder algemene titel krachtens fusie van Robbesand Voorschotbank B.V., DSB Holding B.V, de Gouwe Voorschotbank B.V. en Frisia Financieringen. Waar hierna sprake is van DSB wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daar mede onder begrepen.

    2. Eiser sub 1 c.s. heeft zich omstreeks februari 2000 tot Frisia Financieringen gewend tot het verkrijgen van een krediet van fl. 40.000,=, op basis van een looptijd van 60 maanden, te gebruiken voor het aflossen van een tweetal schulden bij de Postbank en Visa en een extra lening.

    3. Op 9 februari 2000 is Eiser sub 1 c.s. met De Gouwe Voorschotbank B.V. een overeenkomst van doorlopend krediet (verder ook te noemen: "Het netto-krediet") (contractnummer []) aangegaan voor een bedrag van fl. 42.500,=, met een effectieve rente op jaarbasis van 5,8%. Bij het verstrekken van dit krediet zijn met het opgenomen bedrag de schulden bij de Postbank en Visa van respectievelijk fl. 15.500,= en fl. 500,= afgelost.

    4. Op dezelfde dag is Eiser sub 1 c.s. met Robbesand Voorschotbank B.V. en de Stichting Beleggingsrekening ANT-Trust (hierna te noemen: "de Stichting"), gevestigd te Amsterdam, een overeenkomst Hollands Welvaren Select (verder te noemen: de overeenkomst) (contractnummer 0100-02-2510) aangegaan. Op deze mede door Eiser sub 1 c.s. ondertekende overeenkomst staat onder meer vermeld:

      "(...) verklaren een overeenkomst te zijn aangegaan tot de aankoop van een effectenportefeuille en de belening daarvan. Op de overeenkomst zijn van toepassing de aan ommezijde vermelde bepalingen Hollands Welvaren Select (hierna: de bepalingen). Tevens zijn op deze overeenkomst van toepassing de Algemene Voorwaarden Hollands Welvaren Select en het Reglement Beleggingsrekening ANT-Trust, welke voorwaarden bij deze overeenkomst zijn bijgesloten en er een onverbrekelijk geheel mee vormen. De Deelnemer verklaart van deze Algemene voorwaarden en van het Reglement een exemplaar te hebben ontvangen en daarmee in te stemmen."

    5. De overeenkomst houdt - samengevat - het volgende in: Eiser sub 1 c.s. leent van DSB voor een periode eindigend op 1 maart 2005 (de einddatum) een bedrag van fl. 27.000,= (euro 12.252,07), verder ook te noemen "de beleensom". DSB koopt voor genoemd bedrag een effectenportefeuille met de fondsen ING, Aegon, Getronics en Ahold. Over het door Eiser sub 1 c.s. van DSB geleende bedrag is Eiser sub 1 c.s. een effectieve rente van 12,7% per jaar verschuldigd, te voldoen in maandelijkse termijnen van fl. 270,=, te beginnen op 1 december 2001 en eindigend op de einddatum.

    6. Volgens artikel A4 van de bepalingen, waarin Eiser sub 1 c.s. wordt aangeduid als "de deelnemer" maakt de effectenportefeuille deel uit van de effectengiro van de Stichting, waarop Eiser sub 1 c.s. een vorderingsrecht heeft die bestaat uit de afgifte van de op de beleggingsrekening van Eiser sub 1 c.s. geadministreerde effecten. Omdat de effectenportefeuille aan DSB is verpand, is de beleggingsrekening van Eiser sub 1 c.s. door de Stichting geblokkeerd voor de duur van de contractperiode.

    7. In artikel B9 van de bepalingen is onder meer bepaald:

      Robbesand respectievelijk Administratiekantoor [] zullen de bedragen, die resteren na volledige voldoening van de door de Deelnemer verschuldigde bedragen, terstond overmaken op de aan ommezijde (...) vermelde rekening van de Deelnemer (...). Is na verrekening sprake van een negatief saldo, dan zal dit negatieve saldo terstond door de Deelnemer aan DSB worden voldaan.

    8. In artikel 7.1 van de Algemene Voorwaarden Hollands Welvaren Select is onder meer bepaald:

      Bij beÎindiging van de overeenkomst (...) zullen de effecten op de eerste beursdag van de (volgende) maand door de Stichting worden verkocht en zal de opbrengst daarvan worden gestort onder Robbesand ter verrekening van hetgeen Robbesand alsdan nog van de Deelnemer te vorderen heeft.

    9. Frisia Financieringen heeft bij het totstandkomen van de overeenkomst en het netto-krediet als tussenpersoon gehandeld.

    10. Op 1 november 2004 zijn de effecten verkocht en is de opbrengst van euro 4.751,99 door de Stichting aan DSB overgemaakt. Omdat de effecten een lager bedrag hebben opgebracht dan de aankoopwaarde en de beleensom van euro 12.252,07 heeft DSB aan Eiser sub 1 aangezegd dat Eiser sub 1 c.s. aan DSB een restantbedrag dient te voldoen.

    11. Voor deze restschuld is Eiser sub 1 c.s. op 29 september 2004 met DSB een overeenkomst van doorlopend krediet (hierna te noemen: de overeenkomst van doorlopend krediet) aangegaan voor een bedrag van euro 12.253,= met een effectieve rente op jaarbasis van 6,9%. Bij het verstrekken van dit krediet is de (rest)schuld bij Robbesand Voorschotbank B.V. voortvloeiende uit de overeenkomst afgelost.

  3. HET GESCHIL

    3.1 Eiser sub 1 c.s. heeft gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor zover wettelijk geoorloofd, voor recht verklaart:

    (a) primair dat DSB jegens Eiser sub 1 c.s. toerekenbaar tekort is geschoten/haar precontractuele zorgplicht heeft geschonden en/of onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en mitsdien aansprakelijk is voor de dientengevolge door Eiser sub 1 c.s. geleden schade en de overeenkomst en de overeenkomst van doorlopend krediet ontbindt;

    (b) subsidiair dat de overeenkomst en de overeenkomst van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT