Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 16 de Octubre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Octubre de 2007
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. CB

rolnr. C0300618/MA

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

sector civiel recht,

vierde kamer, van 16 oktober 2007,

gewezen in de zaak van:

[APPELLANTE],

wonende te [plaats],

appellant bij exploot van dagvaarding van 28 februari 2003,

procureur: mr. J.E. Lenglet,

tegen:

[GEœNTIMEERDE],

wonende te [plaats],

geÔntimeerde bij gemeld exploot,

procureur: mr. Ph.C.M. van der Ven,

op het hoger beroep tegen de door de rechtbank Maastricht gewezen vonnissen van 14 maart 2002 en 5 december 2002 tussen appellante - [appellante] - als eiseres en geÔntimeerde - [geÔntimeerde] - als gedaagde.

  1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 67844 / HA ZA 01-747)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellante], onder overlegging van zeven producties, zes grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van de vonnissen van 14 maart 2002 en 5 december 2002 en tot alsnog veroordeling van [geÔntimeerde] om aan [appellante] te betalen een bedrag van EUR 13.433,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 1991, althans vanaf 16 juli 2001 (de datum van de inleidende dagvaarding), tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van beide instanties.

    2.2. Bij memorie van antwoord heeft [geÔntimeerde], onder overlegging van producties, de grieven bestreden en geconcludeerd tot - kort gezegd - bekrachtiging van de beroepen vonnissen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van beide instanties.

    2.3. Partijen hebben tot slot de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    3.1. De grieven 1 tot en met 5 strekken ten betoge dat de rechtbank ten onrechte het bedrag van EUR 13.433,10 niet als executiekosten toewijsbaar heeft geacht, althans ten onrechte [appellante] niet in de gelegenheid heeft gesteld stukken over te leggen, bewijs heeft opgedragen dan wel een deskundigenbericht heeft gelast. Grief 6 heeft betrekking op de ingangsdatum van de toewijsbaar geachte wettelijke rente.

    3.2. Voor de tekst van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.

    4.1.1. Tussen partijen is bij vonnis van 31 januari 1991 door de rechtbank Maastricht de echtscheiding uitgesproken.

    4.1.2. In een door partijen op 4 december 1990 gesloten echtscheidingsconvenant is ten aanzien van de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van [appellante] bepaald dat (cvr, prod. 5):

    - de man [[geÔntimeerde]; toev. hof] maandelijks een bedrag van

    fl. 1.750,-- aan de vrouw [[appellante]; toev. hof] zal betalen,

    - wanneer de eigen inkomsten van de vrouw wijzigen de man een zodanig bedrag aan alimentatie per maand betaalt dat de optelsom van het netto inkomen c.q. de netto uitkering van de vrouw en de bruto-alimentatie fl. 3.500,-- bedraagt,- de alimentatie jaarlijks wordt geÔndexeerd,[...]

    4.1.3. Tussen [appellante] en [geÔntimeerde] is een aantal gedingen gevoerd over de (hoogte van de) alimentatieverplichtingen van [geÔntimeerde].

    4.2.1. [appellante] heeft [geÔntimeerde] op 16 juli 2001 in rechte betrokken en gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [geÔntimeerde] veroordeelt tot betaling aan [appellante] van een bedrag van NLG 31.594,53, zijnde de door [appellante] gemaakte kosten terzake het invorderen van de aan haar op grond van de beschikking van de rechtbank Maastricht d.d. 31 januari 1991 verschuldigde onderhoudsgelden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 1991, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van het geding.

    4.2.2. [appellante] heeft aan haar vordering de stelling ten grondslag gelegd dat [geÔntimeerde] vanaf 31 januari 1999 nalatig is gebleven (volledig)...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT