Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Hertogenbosch, 30 de Noviembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:'s-Hertogenbosch

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 07/22353

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2007

inzake

[Eiseres],

geboren op [geboortedatum] 1980,

van Marokkaanse nationaliteit,

eiseres,

gemachtigde [referent],

tegen

de minister van Buitenlandse Zaken,

te Den Haag,

verweerder,

gemachtigde Mr. M. van Ettikhoven.

Procesverloop

Op 16 februari 2007 heeft eiseres een aanvraag ingediend om afgifte van een visum voor kort verblijf met als doel bezoek van haar in Nederland wonende zuster en zwager, [zuster] respectievelijk [referent] (referent).

Bij besluit van 16 februari 2007 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen.

Hiertegen heeft referent, ten behoeve van eiseres, bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 2 mei 2007 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft referent, ten behoeve van eiseres, beroep ingesteld.

De zaak is behandeld ter zitting van 7 november 2007, waar eiseres is verschenen bij gemachtigde, tevens referent. Verweerder is eveneens verschenen bij gemachtigde.

Overwegingen

  1. Aan de orde is de vraag of het besluit van 2 mei 2007 in rechte stand kan houden.

  2. De rechtbank gaat bij de beoordeling van het beroep uit van het volgende.

    Eiseres heeft op 16 februari 2007 bij de Nederlandse vertegenwoordiging te Rabat (Marokko) een visum voor kort verblijf aangevraagd voor bezoek van haar zuster [zuster] en zwager [referent] (referent).

  3. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit - kort weergegeven - op het standpunt gesteld dat het doel van het bezoek onvoldoende aannemelijk is gemaakt, waardoor getwijfeld wordt aan het reisdoel en, daarmee samenhangend, de uiteindelijke verblijfsduur. Daarbij heeft verweerder in aanmerking genomen dat er geen sprake is van een substantile mate van economische binding van eiseres met het land van herkomst noch van een wezenlijke sociale binding met het land van herkomst. Tevens is niet, althans onvoldoende, gebleken dat eiseres over voldoende middelen van bestaan beschikt. Verweerder heeft dan ook de afgifte van een reisvisum in het belang van de bescherming van de openbare orde geweigerd.

  4. Namens eiseres is in beroep aangevoerd dat referent garant staat voor de kosten van de heen- en terugreis en dat referent - samen met de vader van eiseres - garant staat voor de kosten tijdens het verblijf. Eiseres heeft niet het voornemen om voor een langere tijd dan het reisvisum geldig is in Nederland te verblijven, doch komt slechts naar Nederland met als doel familiebezoek en vakantie. Daarbij is erop gewezen dat eiseres in verband met de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT