Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Notariskamer, 13 de Diciembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Diciembre de 2007
Uitgevende instantie:Notariskamer

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Beslissing van 13 december 2007 in de zaak onder rekestnummer 387/2007 NOT van:

[X],

wonende te [plaats],

APPELLANT,

gemachtigde: mr. G.A. Nandoe Tewarie

tegen

MR. [Y],

oud-notaris te [plaats],

GEÏNTIMEERDE.

  1. Het geding in hoger beroep

    1.1. Van de zijde van appellant, verder te noemen klager, is bij een op 12 april 2007 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te 's-Gravenhage, verder te noemen de kamer, van 14 maart 2007, waarbij de klacht tegen geïntimeerde, verder te noemen de notaris, ongegrond is verklaard.

    1.2. Van de zijde van klager is op 18 mei 2007 een aanvulling op het beroepschrift ingekomen.

    1.3. Van de zijde van de notaris is op 27 juni 2007 een verweerschrift - met bijlagen - ingekomen.

    1.4. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 11 oktober 2007. Klager, diens gemachtigde en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.

  2. De stukken van het geding

    Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

  3. De feiten

    Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.

  4. Het standpunt van klager

    4.1. De klacht van klager bestaat uit acht onderdelen:

  5. De notaris, die bij vonnis van 29 juni 2005 benoemd is tot boedelnotaris in de nalatenschap van klagers moeder mevrouw L. [S], overleden op 15 augustus 2003, heeft geweigerd de erfgenamen, onder wie klager, een lijst te sturen van wat zich in de gehele nalatenschap bevindt, ondanks een verzoek daartoe van de zijde van klager, gedaan bij brief van 4 april 2006.

  6. De notaris heeft geweigerd een verklaring van erfrecht af te geven ondanks een verzoek daartoe. De erfgenamen hebben deze verklaring van erfrecht nodig om zich in Suriname als erfgenaam te kunnen legitimeren in verband met twee familiegraven aldaar.

  7. De notaris heeft geweigerd maatregelen te nemen om de overschrijving van het grafrecht van de moeder van klager op naam van een van zijn mede-erfgenamen (Harry) ongedaan te maken.

  8. De notaris heeft geweigerd een fout in het kadaster ten aanzien van het registergoed [adres] te [plaats] te laten herstellen. Klager heeft de notaris er meermalen op gewezen dat het registergoed ten onrechte op naam van wijlen de grootouders van klager staat.

  9. De notaris heeft pas op 15 augustus 2006 de kluis bij de bank geopend. Klager heeft de notaris herhaaldelijk verzocht de kluis te openen. In de kluis bevonden zich onder meer eigendomsakten met betrekking tot goederen in Suriname en Nederland en huurovereenkomsten van onroerend goed in Suriname. Doordat de betrokken kandidaat-notaris, mr. [A], aanvankelijk weigerde de kluis te openen, moest een makelaar in Suriname de opdracht worden gegeven te onderzoeken welke registergoederen op naam van de familie van klager geregistreerd stonden.

    Bij het openen van de kluis bleek een van de daarbij aanwezige erfgenamen (Mildred) dat er zaken ontbraken. Ook zag zij op de bezoekerskaart dat een medewerker van de notaris de bankkluis eerder had bezocht. Dit werd aanvankelijk bevestigd door een medewerker van de bank, die hieraan toevoegde dat dit in gezelschap van twee notarissen was. Later meldde de betrokken medewerker dat dit alles op een misverstand berustte en dat hij de naam van de medewerker van de notaris zelf op de bezoekerskaart had geschreven. De notaris heeft de erfgenamen vervolgens medegedeeld dat hij in persoon beschuldigd was van diefstal en dat hij mede daarom zijn ontslag als boedelnotaris zou aanvragen.

  10. De notaris heeft nagelaten om een schuld van € 27.024,- uit de nalatenschap aan de Gemeentelijke Kredietbank te 's-Gravenhage te voldoen, omdat hij niet voldoende geld uit de nalatenschap tot zijn beschikking zou hebben. Een van de andere erfgenamen (Harry) heeft, ter voorkoming van executoriale verkoop van het hiervoor genoemde registergoed aan de [adres], de schuld zelf afgelost. Harry verkreeg daardoor een grote vordering op de nalatenschap. Dit alles was, aldus klager, onnodig nu er voldoende liquide middelen waren, onder andere bij een Belgische bank en bij een andere notaris.

  11. De notaris heeft de erfgenamen gelegenheid gegeven om op 6 januari 2007 tussen 10.00 en 12.00 uur de roerende goederen uit de nalatenschap te verdelen die zich bevonden in het genoemde registergoed aan de [adres]. De notaris heeft hierbij geen rekening gehouden met het feit dat klager als nierpatiënt rond diezelfde tijd een nierdialyse moest ondergaan. De notaris was niet bereid de afspraak te verzetten. Klager kon pas tegen 11.45 uur aanwezig zijn en voelde zich erg ziek. Klager was niet in staat de hem toekomende goederen mee te nemen en overige goederen uit te zoeken. Achteraf heeft klager gehoord dat alleen de goederen van Harry mochten achterblijven. Klager voelt zich door deze gang van zaken benadeeld.

  12. De notaris heeft de makelaar die de waarde van het registergoed aan de [adres] zou bepalen, laten weten dat er familieproblemen waren omtrent de nalatenschap. Voorts heeft de notaris de erfgenamen laten weten dat het registergoed onderhands zou worden verkocht, terwijl hij wist dat een erfgenaam (Harry) dan de enige koper zou zijn, die tegen het laagst mogelijke bedrag wilde kopen. De notaris is niet ingegaan op een voorstel van klager om te verkopen aan een derde, die bereid was een hoger bedrag te betalen.

    4.2. In hoger beroep heeft klager zijn klacht uitgebreid. Klager stelt dat de notaris in strijd met de zorgvuldigheid heeft gehandeld door nooit een bijeenkomst met alle erfgenamen te organiseren opdat de wensen en mogelijkheden konden worden geïnventariseerd. Voorts heeft de notaris geen verslag gemaakt van de verschillende contacten die hij met erfgenamen heeft gehad. Ook bleek de notaris niet telefonisch bereikbaar voor de erfgenamen en hun raadslieden en reageerde hij niet op de aan hem gerichte brieven. Ten slotte betwist klager de hoogte van de door de notaris opgemaakte declaratie. Deze is disproportioneel vergeleken met het bereikte resultaat en de verrichte handelingen. Door het inefficiënte handelen van de notaris zijn nodeloos kosten voor de nalatenschap ontstaan.

  13. Het standpunt van de notaris

    De notaris bestrijdt de stellingen van klager als volgt:

  14. De notaris heeft steeds, indien en voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT