Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 20 de Febrero de 2008

Datum uitspraak20 de Febrero de 2008
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200701692/1.

Datum uitspraak: 20 februari 2008

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

  1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],

  2. [appellanten sub 2], wonend te [woonplaats],

    appellanten,

    en

    het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

    verweerder.

  3. Procesverloop

    Bij besluit van 14 juni 2006 heeft de gemeenteraad van Alkemade het bestemmingsplan "Rijpwetering" vastgesteld.

    Verweerder heeft bij zijn besluit van 9 januari 2007, kenmerk DRM/ARW/06/6779A, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

    Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief van 2 maart 2007, bij de Raad van State ingekomen op 8 maart 2007, en [appellanten sub 2]

    bij brief van 13 maart 2007, bij de Raad van State ingekomen op 15 maart 2007, beroep ingesteld.

    Bij brief van 14 juni 2007 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 januari 2008, waar

    [appellant sub 1], in persoon, [appellanten sub 2], in persoon en bijgestaan door mr. H.S. Weeda, en verweerder, vertegenwoordigd door ing. J.J. Zuiderwijk, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord de gemeenteraad van Alkemade, vertegenwoordigd door drs. J.J. Démoed, ambtenaar van de gemeente.

  4. Overwegingen

    2.1. Voor zover verweerder betoogt dat het beroep van [appellant sub 1] niet-ontvankelijk is, overweegt de Afdeling als volgt.

    2.1.1. In het bestemmingsplan "Rijpwetering" (hierna: het plan) is aan de percelen [locaties] de bestemming "Woondoeleinden 1" toegekend. [appellant sub 1] wenst ruimere bebouwingsmogelijkheden dan die de bestemming ter plaatse toestaat.

    Ingevolge artikel 23, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) gelezen in samenhang met de artikelen 3:11, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het ontwerpplan ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kan een ieder gedurende deze termijn zienswijzen naar voren brengen bij de gemeenteraad. Ingevolge de artikelen 26 en 27 van de WRO, voor zover van belang, wordt het door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan voor een ieder ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn bedenkingen worden ingebracht bij het college van gedeputeerde staten.

    2.1.2. [appellant sub 1] heeft geen zienswijze tegen het ontwerpplan naar voren gebracht bij de gemeenteraad, noch bedenkingen tegen het vastgestelde plan ingebracht bij verweerder.

    Ingevolge de artikelen 54, tweede lid, aanhef en onder d, en 56, eerste lid, van de WRO en artikel 6:13 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 27 van de WRO, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het goedkeuringsbesluit van het college van gedeputeerde staten door de belanghebbende die tijdig tegen het ontwerpplan een zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht en tegen het vastgestelde plan tijdig bedenkingen bij het college van gedeputeerde staten heeft ingebracht. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT