Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 29 de Febrero de 2008

Datum uitspraak29 de Febrero de 2008
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 41.356

29 februari 2008

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van V.O.F. X2 te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 31 augustus 2004, nr. 03/01117, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting.

  1. Het geding in feitelijke instantie

    Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 1999 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd. De Inspecteur heeft bij uitspraak het tegen de naheffingsaanslag gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

    De Inspecteur heeft nadien bij ambtshalve gegeven beschikking de naheffingsaanslag verminderd.

    Het Hof heeft het tegen de uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Staatssecretaris van FinanciÎn heeft een verweerschrift ingediend.

    Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. P.A.M. de Jong, advocaat te Arnhem.

  3. Beoordeling van de klachten

    3.1. Het Hof heeft - in cassatie onbestreden - vastgesteld dat het biljet van de in geschil zijnde naheffingsaanslag aan belanghebbende is uitgereikt door de deurwaarder bij de aanvang van een FIOD-onderzoek bij belanghebbende op 13 maart 2001. Daaruit volgt dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is aangevangen op 14 maart 2001 en dat het door belanghebbende op 14 augustus 2002 ingediende bezwaarschrift buiten de termijn is ingediend. Het Hof heeft daarnaast overwogen:

    Het betoog van belanghebbende dat het waarschijnlijk is dat de FIOD het aanslagbiljet met andere stukken heeft meegenomen mist dan betekenis en wordt voorts ontkracht door haar stelling dat mondeling bezwaar tegen de aanslag zou zijn gemaakt. (...) Belanghebbende heeft in beroep overigens geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat de termijnoverschrijding niet aan haar zou kunnen worden toegerekend.

    3.2. Voor zover de klachten zich richten tegen laatstvermeld oordeel, slagen zij. Indien de FIOD het aanslagbiljet voor de aanvang van of binnen de bezwaartermijn heeft meegenomen, is dit een niet aan belanghebbende toe te rekenen omstandigheid die indiening van een bezwaarschrift vÛÛr de afloop van de bezwaartermijn heeft bemoeilijkt, hetgeen een grond kan opleveren voor een geslaagd beroep op artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. 's Hofs...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT