Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Haarlem, 30 de Noviembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 07 - 729 AW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2007

in de zaak van:

[eiseres],

wonende te [woonplaats]

eiseres,

gemachtigde: mr. J. van Overdam, jurist, in dienst van de ABVAKABO FNV te Zoetermeer,

tegen:

het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,

verweerder.

gemachtigde: mr. J.J. Weening, advocaat te Amsterdam.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 31 januari 2006 heeft verweerder eiseres per 1 februari 2006 definitief boventallig verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 9 februari 2006 bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 5 december 2006, verzonden op 7 december 2007, heeft verweerder het bezwaar, in afwijking van het advies van de bezwarencommissie, ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 15 januari 2007, aangevuld bij brief van 14 februari 2007, beroep ingesteld.

    Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 13 november 2007, alwaar eiseres in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. Van Overdam, voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.C.B.W. Doup, juridisch medewerker, alsmede mr. J.J. Weening, advocaat te Amsterdam, [naam] en [naam]

  2. Overwegingen

    2.1 Eiseres is per 7 augustus 1978 bij verweerder in dienst getreden. Zij was laatstelijk werkzaam als Administratief uitvoerend medewerker A (J04A) bij de organisatie-eenheid P&O/P&B. In het kader van de reorganisatie is door verweerder allereerst bezien of er voor eiseres een (100%) identieke functie beschikbaar was. Dit bleek volgens verweerder niet het geval te zijn. Vervolgens heeft verweerder bezien of er voor eiseres binnen het opvolgende cluster (Middelen) een passende functie beschikbaar was. Toen ook dit volgens verweerder niet het geval bleek te zijn heeft verweerder binnen de gehele organisatie gezocht naar een voor eiseres passende functie. Toen verweerder bleek dat plaatsing in een identieke, noch in een passende functie mogelijk was heeft hij eiseres boventallig verklaard. In bezwaar heeft hij, in afwijking van het advies van de bezwarencommissie, zijn standpunt gehandhaafd. Met name acht verweerder de (door eiseres geambieerde) functies Administratief medewerker B, secretarieel ondersteuner A, Administratief organisatorisch medewerker en Secretarieel ondersteuner A voor haar niet passend. Verweerder twijfelt op het moment van beoordeling aan de [functie-eigenschap] van eiseres, die na een periode van overspannenheid aan het re-integreren is. Zij zou wel beschikken over de organisatiebrede competenties. Het ontwikkelpotentieel en de ontwikkelbereidheid zou ten dele aanwezig zijn, eiseres zou niet willen notuleren, maar voor het schaal 6-niveau niet genoeg. Op grond van het kennisniveau, de functiespecifieke competenties en na vergelijking met andere kandidaten is eiseres afgewezen voor de functie Administratief medewerkster B. In het kader van de zgn. derde ronde in het plaatsingsproces, eiseres had haar belangstelling kenbaar gemaakt voor de functie van Secretarieel ondersteuner A, is eiseres niet (meer) voor een gesprek uitgenodigd.

    2.2 Eiseres acht het rigide plaatsingsbeleid in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Verweerder heeft volgens haar ook gehandeld in strijd met het plaatsingsprotocol. Het besluit haar niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT