Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 2 de Abril de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Abril de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

Vonnis van 2 april 2008

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 204765 / HA ZA 05-2456 van

de naamloze vennootschap

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procureur mr. J.M. van Noort,

tegen

[gedaagde rolnr 204765],

wonende te [woonplaats],

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. M.P. Hilhorst,

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 204766 / HA ZA 05-2457 van

de naamloze vennootschap

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procureur mr. J.M. van Noort,

tegen

[gedaagde rolnr 204766],

wonende te [woonplaats],

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. M.P. Hilhorst.

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 204767 / HA ZA 05-2458 van

de naamloze vennootschap

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procureur mr. J.M. van Noort,

tegen

[gedaagde rolnr 204767],

wonende te [woonplaats],

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. M.P. Hilhorst.

Partijen zullen hierna HBU, [gedaagde rolnr 204765], [gedaagde rolnr 204766] en [gedaagde rolnr 204767] worden genoemd.

  1. De procedures in alle zaken

    1.1. Het verloop van de procedures blijkt uit:

    - de dagvaardingen van 8 november 2005;

    - de conclusies van antwoord in conventie, eis in voorwaardelijke reconventie;

    - de conclusies van repliek in conventie, antwoord in voorwaardelijke reconventie;

    - de conclusies van dupliek in conventie, akte verzoek en incidentele conclusie ex atikel 843a Rv in conventie, repliek en akte vermeerdering eis in deels voorwaardelijke reconventie;

    - de conclusies van dupliek in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende antwoordakte in het schorsingsincident, tevens houdende conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv;

    - producties 18 tot en met 39 aan de zijde van gedaagden, overgelegd bij brief van 17 september 2007;

    - de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.

    1.2. Ten slotte is in alle zaken vonnis bepaald.

  2. De feiten in alle zaken

    2.1. Het beleggingsfonds NovaCap Floralis Termijnfonds 2004 C.V. (hierna: "het Fonds") belegde in vorderingen uit de termijnhandel in nieuwe tulpenbollenrassen. Het Fonds stond onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (verder: "de AFM"). Het Fonds beschikte over een prospectus voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, afgegeven door het accountantskantoor Deloitte & Touche. De vorderingen waarin het Fonds belegde liepen via Sierteelt Bemiddelingscentrum B.V. (hierna: "SBC") en de aan deze onderneming gelieerde Stichting derdengelden SBC. SBC trad in dat kader op als bemiddelaar tussen kopers en verkopers van tulpenbollen. De koopprijs van in de loop van een jaar gekochte bollen moest voor een bepaalde datum, in casu 31 oktober van een jaar, aan de Stichting derdengelden SBC worden betaald. Deze Stichting diende vervolgens op 12 november van hetzelfde jaar de koopprijs door te betalen aan de verkoper van de bollen. Uitgangspunt daarbij was dat deze doorbetaling aan de verkopende partij uitsluitend zou geschieden in de situatie dat de daartegenover staande koopprijs door de kopende wederpartij(en) daadwerkelijk was voldaan (het zogenaamde "één op één systeem"). Het verschil tussen de aan- en verkoopprijs van de tulpenbollen zou via een salderingsysteem ten goede komen aan de handelaren in die bollen, in het onderhavige geval het Fonds. De participanten in het Fonds zouden vervolgens de met deze termijnhandel te behalen winsten uitgekeerd krijgen.

    2.2. HBU heeft krediet verstrekt aan particulieren en branchepartijen om in het Fonds te participeren. De beoordeling en beslissing tot het verstrekken van krediet vond op individuele basis plaats.

    2.3. HBU heeft aan [gedaagde rolnr 204765] bij kredietovereenkomst van 4 juni 2003, krediet in rekening- courant verstrekt ter hoogte van EUR 222.969,88. Op de overeenkomst zijn de algemene bankvoorwaarden van HBU van toepassing. Het krediet van EUR 222.969,88 is door HBU aan [gedaagde rolnr 204765] verstrekt om met dat bedrag te kunnen participeren in het fonds, hetgeen [gedaagde rolnr 204765] ook heeft gedaan. Bij brieven 27 april 2005 en 23 september 2005 is het bedrag door HBU tegen 30 september 2005 opgeëist.

    2.4. HBU heeft aan [gedaagde rolnr 204766] bij kredietovereenkomst van 4 juni 2003, krediet in rekening- courant verstrekt ter hoogte van EUR 955.988,59. Op de overeenkomst zijn de algemene bankvoorwaarden van HBU van toepassing. Het krediet van EUR 955.988,59 is door HBU aan Klinstra verstrekt om met dat bedrag te kunnen participeren in het fonds, hetgeen [gedaagde rolnr 204766] ook heeft gedaan. Bij brieven 27 april 2005 en 23 september 2005 is het bedrag door HBU tegen 30 september 2005 opgeëist.

    2.5. HBU heeft aan [gedaagde rolnr 204767] bij kredietovereenkomst van 5 juni 2003, krediet in rekening- courant verstrekt ter hoogte van EUR 242.880,34. Op de overeenkomst zijn de algemene bankvoorwaarden van HBU van toepassing. Het krediet van EUR 242.880,34 is door HBU aan [gedaagde rolnr 204767] verstrekt om met dat bedrag te kunnen participeren in het fonds, hetgeen [gedaagde rolnr 204767] ook heeft gedaan. Bij brieven 27 april 2005 en 23 september 2005 is het bedrag door HBU tegen 30 september 2005 opgeëist.

    2.6. SBC is op 3 december 2003 in staat van faillissement verklaard. In 2006 is het Fonds in staat van faillissement komen te verkeren.

    2.7. HBU heeft tot verhaal van haar vorderingen uit hoofde van de respectievelijke kredietovereenkomsten, na daartoe verkregen verlof op 26 oktober 2005, ten laste van [gedaagde rolnr 204765], [gedaagde rolnr 204766] en [gedaagde rolnr 204767] conservatoir beslag doen leggen.

  3. Het geschil

    Vorderingen HBU in conventie

    in de zaak met zaak/rolnummer 204765 / HA ZA 05-2456

    3.1. HBU vordert - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagde rolnr 204765] tot betaling van EUR 222.969,88, vermeerderd met de overeengekomen rente van 5,5% per jaar vanaf 7 oktober 2005 tot aan de dag van algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde rolnr 204765] in de kosten van de procedure, de beslagkosten daaronder begrepen.

    3.2. [gedaagde rolnr 204765] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

    in de zaak met zaak/rolnummer 204766 / HA ZA 05-2457

    3.3. HBU vordert - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagde rolnr 204766] tot betaling van EUR 955.988,59, vermeerderd met de overeengekomen rente van 5,5% per jaar vanaf 7 oktober 2005 tot aan de dag van algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde rolnr 204766] in de kosten van de procedure, de beslagkosten daaronder begrepen.

    3.4. [gedaagde rolnr 204766] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

    in de zaak met zaak/rolnummer 204767 / HA ZA 05-2458

    3.5. HBU vordert - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagde rolnr 204767] tot betaling van EUR 242.880,34, vermeerderd met de overeengekomen rente van 5,5% per jaar vanaf 7 oktober 2005 tot aan de dag van algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde rolnr 204767] in de kosten van de procedure, de beslagkosten daaronder begrepen.

    3.6. [gedaagde rolnr 204767] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

    Incidentele vorderingen [gedaagde rolnr 204765], [gedaagde rolnr 204766] en [gedaagde rolnr 204767] in conventie

    3.7. [gedaagde rolnr 204765], [gedaagde rolnr 204766] en [gedaagde rolnr 204767] hebben ieder voor zich twee incidentele vorderingen ingesteld, inhoudende:

  4. de procedures te schorsen in afwachting van een vonnis in een procedure, die loopt bij de rechtbank te Amsterdam tegen onder andere HBU en waarin [gedaagde rolnr 204765], [gedaagde rolnr 204766] en [gedaagde rolnr 204767] een verzoek tot voeging hebben gedaan;

  5. met het oog op het bepaalde in artikel 843a Rv HBU te veroordelen tot het verstrekken van inzage in/afschrift van de in de procedure...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT