Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Amsterdam, 14 de Mayo de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Mayo de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 383338 / HA ZA 07-3018

Vonnis van 14 mei 2008

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ASBEST VERWIJDERING BEEKMANS B.V.,

gevestigd te Veghel,

eiseres,

procureur mr. P.C. Veerman,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BEHEERMAATSCHAPPIJ WED. G.THIJSSENS & ZONEN B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

procureur mr. C.F. van der Vlis.

Partijen zullen hierna Beekmans en Thijssens genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding van 7 augustus 2007 met producties;

    - de conclusie van antwoord met producties;

    - het tussenvonnis van 9 januari 2008 houdende bepaling comparitie;

    - het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2008.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Bij vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2007 is FHB Vastgoed B.V. (FHB), zustervennootschap van Thijssens, in de hoofdzaak veroordeeld om aan Beekmans te betalen EUR 52.555,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over EUR 29.155,00 vanaf 21 februari 2005 tot de dag van betaling en met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 23.400,00 vanaf 1 juni 2005 tot de dag van betaling. Voorts is FHB veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Beekmans begroot op EUR 3.014,93.

    2.1.1. In de vrijwaringzaak tussen FHB en A heeft de rechtbank onder 4.3 overwogen:

    "De rechtbank stelt vast dat Thijssens A ook in rechte heeft aangesproken tot vergoeding aan haar van het bedrag dat FHB aan Beekmans verschuldigd zal blijken te zijn. Thijssens heeft A daartoe voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch gedagvaard. Bij tussenvonnis van 10 januari 2007 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch - overeenkomstig de stellingen van Thijssens - beslist dat A, door de reparatie van het dak niet af te wikkelen met Beekmans en de golfplaten evenmin te betalen, is tekort geschoten in de nakoming van de tussen Thijssens en A overeengekomen verplichtingen, zoals neergelegd in de koopovereenkomst en de akte van levering betreffende de bedrijfshallen. Ter bepaling van de schade die Thijssens daardoor heeft geleden, heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch Thijssens in de gelegenheid gesteld het eindvonnis van de Rechtbank Amsterdam in de hierboven besproken hoofdzaak - de zaak tussen Beekmans en FHB - in het geding te brengen. De Rechtbank 's-Hertogenbosch heeft in dit verband in haar tussenvonnis vastgesteld dat ter comparitie onweersproken is verklaard dat wanneer FHB in die hoofdzaak wordt veroordeeld om aan Beekmans enig bedrag te betalen, FHB dat bedrag zal verhalen op Thijssens, nu FHB ten behoeve van Thijssens heeft gehandeld bij het geven van de reparatieopdracht aan Beekmans."

    2.1.2. Uit hoofde van voornoemd vonnis heeft Beekmans op 7 juni 2007 onder Thijssens derdenbeslag doen leggen ten laste van FHB.

    2.1.3. B, directeur van Thijssens en adviseur van FHB, heeft namens Thijssens op 8 juni 2007 een verklaring als bedoeld in artikel 476a Rv afgelegd, inhoudende voor zover hier van belang: "(...) dat er tussen ondergetekende en de schuldenaar geen enkele rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan, uit hoofde waarvan de schuldenaar op het tijdstip van het beslag nog...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT