Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Groningen, 3 de Julio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Julio de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Groningen

RECHTBANK GRONINGEN

Sector Strafrecht

parketnummer: 18/650245-08

datum uitspraak: 3 juli 2008

op tegenspraak

raadsman: mr. W.M. Bierens

Vonnis van de politierechter in de rechtbank te Groningen, in de zaak tegen

[naam verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonplaats],[adres].

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

19 juni 2008.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat

hij op of omstreeks 22 september 2007, in de gemeente Zuidhorn, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [naam slachtoffer) heeft geschopt

en/of getrapt tengevolge genoemde [naam slachtoffer] ten val kwam, tengevolge waarvan

deze zwaar lichamelijk letsel (gebroken elleboog), althans enig lichamelijk

letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 22 september 2007, in de gemeente Zuidhorn, grovelijk,

althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig met zijn,

verdachtes, be(e)n(en) tegen de benen van [naam slachtoffer] heeft getrapt en/of is

aangegleden tengevolge waarvan genoemde [naam slachtoffer] ten val kwam, waardoor het

aan zijn schuld te wijten is geweest dat [naam slachtoffer]zwaar lichamelijk letsel,

te weten een gebroken elleboog, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk

letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van

de ambts- of beroepsbezigheden van deze is ontstaan.

Standpunt en vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde, te weten mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Voorts heeft de officier aangevoerd dat hij, naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel is dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad, zodat verdachte van dat onderdeel van het primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Het verhoogde strafmaximum als bedoeld in het tweede lid van artikel 300 Sr, is dus niet van toepassing, aldus de officier van justitie.

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van mishandeling wordt veroordeeld tot een geldboete van € 500,- subsidiair tien dagen vervangende hechtenis, waarvan € 200,- subsidiair vier dagen vervangende hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van n jaar.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdacht geen opzet had om het slachtoffer, [naam slachtoffer], te mishandelen. Evenmin is sprake van schuld als bedoeld in artikel 308 Sr, aldus de raadsman. Daarnaast is de raadsman, subsidiair, van mening dat het bij het slachtoffer ontstane letsel niet is aan te merken als "zwaar lichamelijk letsel" als bedoeld in artikel 300, tweede lid, Sr en in artikel 308, eerste lid, Sr. Evenmin is het letsel aan te merken als "zodanig letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat" als bedoeld in artikel 308, eerste lid, Sr. Gelet op dit alles dient naar de mening van de raadsman verdachte volledig te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde.

Beoordeling

Uitgegaan wordt van het volgende.

Op 22 september 2007 werd in Oldehove (gemeente Zuidhorn) de voetbalwedstrijd OKVC 2 - BSVV 2 gespeeld. Bij een stand van 1-0 voor OKVC 2, kwam de bal terecht bij een speler van OKVC 2 (= aangever [naam slachtoffer]). Deze is daarop met een (als sliding ingezette) tackle aangevallen door een speler van BSVV 2 (= verdachte).

De scheidsrechter heeft deze overtreding bestraft met een rode kaart. Tegen verdachte is tevens strafvervolging ingesteld.

Verdachte is voor deze overtreding door de KNVB voor n maand geschorst. Verdachte heeft de schorsing geaccepteerd.

Blijkens een uittreksel Justitile Documentatie d.d. 23 april 2008 is verdachte niet eerder veroordeeld ter zake van een strafbaar feit.

De politierechter overweegt als volgt.

De politierechter stelt vast dat evident is dat, als gevolg van de door verdachte gepleegde overtreding, bij aangever [naam slachtoffer] pijn en letsel is opgetreden. Dit wordt ook niet door verdachte betwist. Aangever [naam slachtoffer]heeft zelf bij de politie verklaard dat hij een gebroken elleboog had.

Gelet op de tenlastelegging zal de politierechter allereerst beoordelen of dit bij aangever [naam slachtoffer] opgetreden letsel al dan niet is aan te merken als "zwaar".

Ingevolge artikel 82, eerste lid, Sr wordt onder zwaar lichamelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT