Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 11 de Septiembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 11 september 2012

Zaaknummer 200.102.687/01

(zaaknummer rechtbank 192495/KL ZA 11-1071)

HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Arrest van de tweede kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. M.J. Meermans-de Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna te noemen: de vrouw,

toevoeging aangevraagd,

advocaat: mr. C.S.M. Ruijgrok, kantoorhoudende te Amsterdam.

Het geding in eerste instantie

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kortgedingvonnis, uitgesproken op 20 januari 2012 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de voorzieningenrechter) en verbeterd bij vonnis van 26 januari 2012.

Het geding in hoger beroep

Bij exploot van 16 februari 2012, hersteld bij exploot van 20 februari 2012, is door de man hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van de vrouw tegen de zitting van 28 februari 2012.

De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt:

te vernietigen het vonnis waarvan beroep met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep;

één en ander, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad.

Bij memorie van antwoord is door de vrouw verweer gevoerd met als conclusie:

bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, appellant in het appèl niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn vorderingen af te wijzen, met veroordeling van appellant in de kosten van beide instanties.

Vervolgens hebben partijen hun zaak schriftelijk doen bepleiten.

Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.

De grieven

De man heeft acht grieven opgeworpen.

De beoordeling

De feiten

  1. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.4) van het vonnis van 20 januari 2012 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.

    Deze feiten komen op het volgende neer:

    1.1 De man en de vrouw zijn gehuwd geweest.

    1.2 Bij beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 augustus 2004 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De beschikking is op 24 augustus 2004 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

    1.3 Bij beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 26 juni 2009 is bepaald dat de man met ingang van 1 mei 2009 aan de vrouw dient te betalen een bijdrage van € 385,95 per kind per maand als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun (destijds) minderjarige kinderen [kind 1], geboren [in 1992] en [kind 2], geboren [in 2005] en een bedrag van € 1.032,- per maand in de kosten van haar eigen levensonderhoud.

    1.4 Het hof heeft bij beschikking van 13 januari 2011 de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van genoemde kinderen met ingang van 1 mei 2009 tot 22 augustus 2009 bepaald op € 385,95 per kind per maand. Voorts heeft het hof de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in haar levensonderhoud met ingang van 1 mei 2009 op € 1.984,45 per maand bepaald.

    Het geschil en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT