Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 7 de Diciembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector belasting

Nummers BK-11/00008

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer d.d. 7 december 2011

in het geding tussen:

[X] te [Z], hierna: belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Zoetermeer, hierna: de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank ’s-Gravenhage van 25 november 2010, nummer AWB 09/4570 LEGGW, betreffende na te vermelden aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Bij schriftelijke kennisgeving van 2 februari 2009 heeft de Inspecteur van belanghebbende een bedrag van € 16.189,83 aan gemeentelijke bouwleges geheven (hierna: de aanslag).

1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de aanslag afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraken van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier ter zake een griffierecht geheven van € 111. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.2. De Inspecteur heeft bij brief, ingekomen op 6 september 2011, nadere stukken ingediend, waarvan een afschrift aan belanghebbende is gezonden.

2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van

14 september 2011, gehouden te ’s-Gravenhage. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Verordening

3. De raad van de gemeente Zoetermeer heeft in zijn openbare vergadering van 11 december 2006 vastgesteld de Verordening op de heffing en invordering van leges 2007 en de bijbehorende tarieventabel (hierna: de Verordening). Blijkens de inhoud van de gedingstukken is de Verordening op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt.

Vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde staat in hoger beroep het volgende vast:

4.1. Belanghebbende heeft [A] opdracht gegeven (ver)bouwwerkzaam-heden uit te voeren op het perceel, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z]. Bij brief van 8 februari 2007 is [A] door de gemeente Zoetermeer gesommeerd de (ver)bouwwerkzaamheden te staken omdat zij niet beschikte over de vereiste vergunning. De bouw is vervolgens stilgelegd.

4.2. De Inspecteur heeft op 12 september 2007 een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning ontvangen als bedoeld in artikel 44 en 45 van de Woningwet voor het wijzigen van de indeling van de boerderij op het genoemde perceel (hierna: bouwaanvraag [001]).

4.3. In de door de gemeente Zoetermeer aan belanghebbende gerichte brief van 25 oktober 2007 is - voor zover van belang - het volgende vermeld:

"Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan ‘[…]’. Uw bouwplan is gesitueerd op de gronden die hierin zijn voorzien van de bestemming ‘Nader uit te werken bestemming Bedrijfsdoeleinden.

Uw bouwplan is hiermee in strijd omdat hier een bouwverbod geldt en het gebruik in strijd is met de bestemming Bedrijfsdoeleinden.

Dit betekent dat u dus (nog) niet mag bouwen.

Met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is vrijstelling mogelijk. Wij hebben uw aanvraag tevens gezien als een verzoek om vrijstelling".

4.4. De gevraagde bouwvergunning is op 20 januari 2009 verleend.

4.5. Bij schriftelijke kennisgeving van 2 februari 2009 zijn de ter zake van bouwaanvraag [001] verschuldigde leges vastgesteld op € 16.189,83. In de toelichting is - voor zover van belang - het volgende vermeld:

De bouwkosten zijn vastgesteld op € 535.500,00 (incl BTW).

Onder bouwkosten worden verstaan de aannemingssom, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken (UAV), of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als bedoeld in het thans geldende normblad NEN 2631.

In afwijking van het gestelde in de UAV en het normblad NEN 2631 wordt onder de bouwkosten mede begrepen de omzetbelasting.

Bij bouwkosten hoger dan € 2658,50 (incl. btw) bedraagt de leges voor het in behandeling nemen van de bouwaanvraag 15,5 pro mille van de bouwkosten met een minimum van € 230,04. De leges kunnen verhoogd worden met extra kosten i.v.m. bijzondere procedures ingevolge de wet op de Ruimtelijke Ordening.

Op grond van het bepaalde in hoofdstuk 5 van de tabel deel uit makende van de Legesverordening is in verband met de door u ingediende aanvraag het volgende bedrag aan definitieve leges verschuldigd.

In behandeling nemen van achteraf ingediende aanvraag (bvr): € 12.450,38

Publicatie mbt vrijstelling (Postiljon): € 159,96

Art. 19 lid 2: € 3.579,49

Te voldoen: € 16.189,83

(…)

Namens burgemeester en wethouders Zoetermeer,

De teammanager vergunningverlening van de afdeling RU/VTH

[B]

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

5.1. Tussen partijen is de aanslag bouwleges in geschil.

5.2. Voor de standpunten van partijen en de gronden waarop zij deze doen steunen, verwijst het Hof naar de gedingstukken.

Conclusies van partijen

6.1. Belanghebbende heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, de uitspraak op bezwaar, de aanslag en veroordeling van de Inspecteur tot vergoeding van schade en kosten in verband met de onderhavige...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT