Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 18 de Septiembre de 2012

Datum uitspraak18 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

18 september 2012

Strafkamer

nr. S 11/00776

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 25 januari 2011, nummer 21/000114-10, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, wonende te [woonplaats].

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, teneinde haar op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

  2. Bewezenverklaring en bewijsvoering

    2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

    1. hij in de periode van 01 juni 2005 tot en met 10 juli 2007 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Zwitserleven en/of UCB Hypotheken BV heeft bewogen tot het teniet doen van een inschuld (te weten het aangaan van het verstrekken van een hypothecaire geldlening) en tot de afgifte van een geldbedrag (Euro 178.000,-), hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (zoals uit de door verdachte en/of medeverdachte aan de Hypotheekshop BV te Utrecht en/of UCB Hypotheken BV en/of Zwitserleven verstrekte werkgeversverklaring en salarisstrook over de maand juni 2005 blijkt) de hoedanigheid aangenomen van een bonafide werknemer van [A] BV door zich voor te doen alsof hij, verdachte,

    - een arbeidsovereenkomst had voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst bij [A] BV sinds 09 januari 2004 (in de functie van meewerkend voorman) en

    - een maandsalaris had van (ongeveer) Euro 2.239,00 en

    - een brutoloon SV (jaarsalaris) had van (ongeveer) Euro 17.345,62 en

    - de uitbetaling van de hiervoor genoemde salaris/tegoeden plaatsvond op rekeningnummer [001], ten name van hem, verdachte, waardoor Zwitserleven en/of UCB Hypotheken BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.

    2. primair

    hij in de periode van 01 juni 2005 tot en met 10 juli 2007 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander schriftelijke documenten, te weten een werkgeversverklaring en een salarisstrook (over de maand juni 2005) (verstrekt aan de Hypotheekshop BV te Utrecht en/of UCB Hypotheken BV en/of Zwitserleven, ten behoeve van een aanvraag voor een hypothecaire geldlening) - zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt immers heeft zijn mededader valselijk en in strijd met de waarheid in die geschriften vermeld dat hij, verdachte

    - een arbeidsovereenkomst had voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst bij [A] BV sinds 09 januari 2004 (in de functie van meewerkend voorman) en

    - een maandsalaris had van (ongeveer) Euro 2.239,00 en

    - een brutoloon SV (jaarsalaris) had van (ongeveer) 17.345,62 en

    - de uitbetaling van de hiervoor genoemde salaris/tegoeden plaatsvond op rekeningnummer [001], ten name van hem, verdachte,

    zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.

    2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

    "1. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 1], financieel rechercheur B van politie Utrecht, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0911/07-219524, gesloten en getekend op 10 juli 2007 te Utrecht, als bijlage (p.28-32) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de op 10 juli 2007 gedane aangifte namens ZwitserLeven en UCB Hypotheken -zakelijk weergegeven-:

    Namens ZwitserLeven ben ik uit hoofde van mijn functie gerechtigd tot het doen van aangifte van strafbare feiten die gepleegd zijn ten nadele van ZwitserLeven en (namens) UCB Hypotheken B.V.

    ZwitserLeven houdt zich onder andere bezig met het verstrekken van hypothecaire geldleningen als gevolmachtigde van UCB Hypotheken B.V. UCB Hypotheken B.V. treedt hierbij op als geldgever en ZwitserLeven als bemiddelaar. UCB Hypotheken maakt gebruik van het verkoopapparaat van ZwitserLeven.

    ZwitserLeven wenst aangifte te doen ter zake valsheid in geschrifte en/of (poging tot) oplichting tegen

  3. [Verdachte] (het hof begrijpt: verdachte).

  4. [A].

    Op 23 augustus 2005 ontving ZwitserLeven een aanvraag voor een hypotheek via een tussenpersoon genaamd: De Hypotheekshop 920 te Utrecht. De aanvraag betrof een hypothecaire lening voor een bedrag van 178.000,00 euro in verband met oversluiting van de hypotheek met betrekking tot het pand gelegen aan de [a-straat 1] te Utrecht.

    Door de voornoemde tussenpersoon zijn de als bijlage I bijgevoegde stukken namens [verdachte] bij ZwitserLeven aangeleverd. De tijdens het acceptatieproces aangeleverde werkgeversverklaring van [A] wordt op 20 juli 2005 ondertekend door [betrokkene 1]. Tevens ontvingen wij een salarisspecificatie over de maand juni 2005 en verdere relevante stukken. Op 6 september 2005 is hierop volgend door ZwitserLeven een offerte uitgebracht onder nummer [002]. De hypotheek is, nadat het acceptatieproces was doorlopen, op 16 november 2005 gepasseerd bij de notaris. De geldlening ad. 178.000,00 euro is vervolgens verstrekt.

    Op 6 juni 2007 ontving ik van [betrokkene 2] (van UCB Hypotheken B.V.) het volgende bericht:

    "Vanmorgen ben ik gebeld door [betrokkene 3] van de gemeente Eindhoven, afdeling sociale zaken. [...] Daarnaast heeft [betrokkene 3] te kennen gegeven dat door hem niet wordt begrepen waarom die hypothecaire lening is verstrekt, aangezien de schuldenaar sinds 1984 een sociale uitkering heeft gehad via UWV in verband met arbeidsongeschiktheid volgens WAO normen 80% - 100%".

    Uit eerdergenoemde salarisspecificatie over de maand juni 2005 van [A] schoonmaakdiensten kon worden opgemaakt dat het salaris zou worden uitbetaald op rekeningnummer [001]. Uit een bijgevoegd rekeningafschrift van de ABN Amro Bank blijkt met betrekking tot rekening [001] de navolgende tenaamstelling: [verdachte], [a-straat 1], [postcode] Utrecht. Derhalve heb ik omstreeks 6 juni 2006 contact opgenomen met de veiligheidsafdeling van de

    ABN-Amro te Amsterdam en deze bevestigd dat in het jaar 2005 waarin de hypotheek tot stand is gekomen nimmer een salarisstorting heeft plaatsgevonden van [A]. Er vonden uitsluitend stortingen plaats door het UWV uit hoofde van een WAO-uitkering. Teneinde om te verifiëren of [verdachte] in het jaar 2005 een of meerdere dienstverbanden heeft gehad is contact opgenomen met het UWV. Na telefonisch contact met het UWV bleek dat er in het jaar 2005 met betrekking tot [verdachte] geen geregistreerde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT