Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, 19 de Diciembre de 2007
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Diciembre de 2007 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Breda |
vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
zaaknummer / rolnummer: 174494 / HA ZA 07-795
Vonnis van 19 december 2007
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Breda,
eiseres,
procureur mr. E.C.M. Wagemakers,
advocaat mr. O.M. Bos te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te Steenbergen,
gedaagde,
procureur mr. E.J.M. Zomer-van den Berg,
advocaat mr. M.A.M. Rademaker te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
-
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 augustus 2007
- het proces-verbaal van comparitie van 6 november 2007.
-
Het geschil
[eiseres] vordert samengevat -
- verklaring voor recht dat alle door [gedaagde] opgebouwde pensioenrechten tijdens het huwelijk met [eiseres] in de huwelijksgoederengemeenschap vallen en dat deze alsnog tussen partijen dienen te worden verdeeld,
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 59.837,98, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2007,
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 297,00 per maand vanaf 1 april 2007, bij vooruitbetaling te voldoen en te verhogen overeenkomstig de indexeringsbepalingen van de pensioenuitvoerder,
- veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, alsmede de nakosten, te weten EUR 131,00 in geval van niet betekenen van het vonnis en EUR 199,00 in geval van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente over de volledige proceskosten, indien niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis aan de veroordeling is voldaan.
-
De beoordeling
3.1. Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken en/of op grond van de onbestreden inhoud van de overgelegde producties het volgende vast:
- Partijen zijn gehuwd geweest van 7 februari 1963 tot 20 februari 1987 in gemeenschap van goederen.
- Partijen hebben de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding verdeeld. Daarbij is niet gesproken over de door [gedaagde] tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten.
- [gedaagde] is op 26 december 1999 60 jaar geworden en ontvangt vanaf 1 januari 2000 een pensioenuitkering van de Stichting Shell Pensioenfonds, welke vanaf het moment waarop hij 65 jaar werd, is verlaagd.
- De nieuwe echtgenoot van [eiseres] is op 7 februari 2006 overleden.
- [eiseres] heeft [gedaagde] op 12 juli 2006 schriftelijk gesommeerd om tot verdeling van de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten over te gaan.
- De Stichting Shell Pensioenfonds heeft het aandeel van [eiseres] in de pensioenrechten van [gedaagde] berekend op de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT