Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 6 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Zaaknummer : 200.105.786/01

Zaak-/rekestnummer rechtbank : 403586/HA RK 11-570

beschikking van 6 november 2012

inzake

  1. [Naam],

    wonende te [Woonplaats],

    hierna te noemen: [appellant 1],

  2. [Naam],

    wonende te [Woonplaats],

    hierna te noemen: [appellant 2],

    verzoekers in hoger beroep,

    gezamenlijk ook te noemen: verzoekers,

    advocaat: mr. L.M. Lalji te Amsterdam,

    tegen

  3. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Veiligheid en Justitie),

    zetelend te 's-Gravenhage,

    hierna te noemen: de Staat,

    advocaat: mr. W. Heemskerk te 's-Gravenhage,

  4. a [Naam],

  5. b [Naam],

    wonende te [Woonplaats],

    hierna te noemen: de ouders,

    advocaat: mr. P. Meijer te Rotterdam,

  6. [Naam],

    directeur van GGZ Rijnstreek te Alphen aan den Rijn,

    hierna te noemen: [de directeur van GGZ Rijnstreek],

    advocaat: mr. F. Westenberg te Hoorn,

  7. DE (MEDE)VERDACHTE,

    woonplaats onbekend,

    hierna te noemen: de (mede)verdachte,

    advocaat: mr. S. Marjanovic te 's-Gravenhage,

  8. [Naam],

    Voorzitter van Dagschuttersvereniging Nieuwkoop,

    gevestigd te Nieuwkoop,

    hierna te noemen: [de voorzitter van de vereniging],

    advocaat: mr. W.F. Roelink te Hoofddorp,

  9. [Naam],

    Korpschef van Politie Hollands-Midden,

    gevestigd te Leiderdorp,

    hierna te noemen: [de korpschef],

    advocaat: mr. A.T. Bolt te Arnhem,

    verweerders in hoger beroep.

    Het geding

    Bij beroepschrift, bij het hof (per fax) binnengekomen op 23 april 2012, hebben [appellant 1] en [appellant 2] hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 23 januari 2012 van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarbij de rechtbank het verzoek van [appellant 1] en [appellant 2] tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor heeft afgewezen. In het beroepschrift (met bijlagen) hebben [appellant 1] en [appellant 2] een aantal, niet als zodanig aangeduide of genummerde, grieven tegen de bestreden beschikking aangevoerd, die verweerders, met uitzondering van [de voorzitter van de vereniging], die zich aan het oordeel van het hof heeft gerefereerd, bij afzonderlijke verweerschriften (in sommige gevallen met producties) hebben bestreden. Het hoger beroep is door het hof behandeld op de zitting van 24 september 2012 alwaar voor partijen, met uitzondering van [de voorzitter van de vereniging], het woord is gevoerd door hun hiervoor genoemde advocaten, in alle gevallen, behalve die van mrs. Westenberg en Marjanovic, aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities. Ten slotte is uitspraak bepaald op heden.

    Beoordeling van het hoger beroep

    1.1 Aangezien geen grief is gericht tegen de feiten die de rechtbank onder 2.1 tot en met 2.2 van de bestreden uitspraak heeft vastgesteld, zal ook het hof van deze feiten uitgaan. Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.

    2.2 Op 9 april 2011 heeft zich in en rond het winkelcentrum Riddershof te Alphen aan den Rijn een schietincident voorgedaan doordat Tristan van der V. (hierna: Tristan) door het afschieten van in zijn bezit zijnde vuurwapens (een geweer, een pistool en een revolver) zeven personen (waaronder zichzelf) heeft gedood en zestien anderen, waaronder [appellant 1], heeft verwond. [appellant 2] is beschoten maar heeft tijdig dekking kunnen vinden.

    2.3 Tristan beschikte over deze wapens op basis van een verlof dat hem met ingang van 10 november 2008 door de politie Hollands Midden was verleend en dat nadien twee keer is verlengd.

    2.4 Tristan was sinds 8 september 2007 lid van de Dagschuttersvereniging Nieuwkoop (hierna: de schietvereniging). Het bestuur van deze schietvereniging heeft de wettelijk vereiste medewerking verleend om Tristan in staat te stellen verlof voor het bezit van de bedoelde drie vuurwapens te verkrijgen.

    2.5 Tristan is in 2006 in verband met een zelfmoordpoging gedurende tien dagen gedwongen opgenomen geweest op grond van een machtiging tot inbewaringstelling in het kader van de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen. Nadien is hij bij GGZ Rivierduinen (waarvan de GGZ-instelling te Alphen aan den Rijn onderdeel uitmaakt) onder psychiatrische behandeling geweest in verband met suïcidaliteit. De gedwongen opname was bekend bij de politieregio Holland Midden, namelijk uit hoofde van haar betrokkenheid bij de gedwongen opname, maar deze is niet meegewogen bij de beoordeling van de verlofaanvraag in 2008.

    2.6 De (mede)verdachte wordt er van verdacht dat hij voorafgaand aan het schietincident beschikte over wetenschap omtrent de voornemens van Tristan, maar heeft nagelaten de politie in te lichten. Het strafrechtelijk onderzoek tegen de (mede)verdachte is nog niet afgesloten.

    2.7 Naar aanleiding van het schietincident hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden die in de volgende rapporten zijn neergelegd:

    a) het rapport van het Team Grootschalig Onderzoek van de politieregio's Hollands Midden en Haaglanden en de Nationale Recherche;

    b) het Rijksrechercherapport;

    c) het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid;

    d) het rapport van de Inspectie openbare Orde en Veiligheid;

    e) het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg;

    f) het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut.

    2.8 [appellant 1] en [appellant 2] hebben een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingediend. Hun stellingen moeten kennelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT