Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Zutphen, 27 de Noviembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 27 de Noviembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Zutphen |
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
parketnummers: 06/940461-11 en 16/950503-10 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 27 november 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987 te geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
raadsman: mr. P.R. Hogerbrugge, advocaat te Ermelo.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is eerder behandeld ter terechtzitting van 10 februari 2012 en ter terechtzitting van
8 mei 2012. De voorzitter heeft ter terechtzitting van 13 november 2012 met instemming
van de officier van justitie, de verdachte en de raadsman het onderzoek van de zaak hervat
in de stand waarin het zich op het tijdstip van de schorsing ter terechtzitting van 8 mei 2012
bevond. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 13 november 2012,
waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 Tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en
feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
heeft geprobeerd [slachtoffers 1 en 2] meermalen af te persen tussen
13 september 2011 en 15 september 2011 in Apeldoorn
althans, dat hij
[slachtoffers 1 en 2] meermalen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht dan wel met zware mishandeling, tussen 13 september 2011 en 15 september 2011
in Apeldoorn.
3 Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot
kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en
dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 Beoordeling van het bewijs
4.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste
gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende
bewijsmiddelen, in het bijzonder op de aangifte van [slachtoffers 2 en 1] en de in het
dossier weergegeven SMS-berichten.
4.2 Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank niet tot een
bewezenverklaring kan komen ten aanzien van het primair ten laste gelegde, zijnde de
poging tot afpersing, en wijst daarbij op het volgende. De essentiële vraag is of verdachte
opzet had op het verkrijgen van geld. Hiervoor is het van belang om vast te kunnen stellen
of verdachte zich op het moment dat hij de SMS-berichten verstuurde heeft gerealiseerd dat
hij het geld daadwerkelijk zou kunnen verkrijgen. Dat verdachte zich dat heeft gerealiseerd
mag echter niet zomaar worden aangenomen, vooral niet nu verdachte zelf aangeeft dat het
hem niet om het geld ging, maar enkel om het bang maken van zijn vader en diens huidige
vrouw.
4.3 Oordeel van de rechtbank1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste
gelegde feit heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.
Bewijsmiddelen
Op 13 september 2011 heeft [slachtoffer 2] mede namens zijn echtgenote [slachtoffer 1]
aangifte gedaan van afpersing. Op 27 september 2011 is door de politie een klacht ter zake
van afpersing van die [slachtoffers] ontvangen. Aangever heeft verklaard dat hij en zijn vrouw
aan de [adres 1] wonen en dat de afpersing daar heeft plaatsvonden
alsmede dat zij beiden dreigende sms-berichten hebben ontvangen op hun mobiele
telefoons. Het gaat daarbij om de volgende berichten:
- op 13 september 2011 om 13.30 uur heeft [slachtoffer 1] op haar telefoon met nummer
[tel.nummer 1] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 2] met de tekst 'voor
1000 laat ik de jongens stoppen, want heb ze al betaald voor nog meer keus ligt bij jou
politie = terror';
- op 13 september 2011 om 14.36 uur heeft [slachtoffer 1] op haar telefoon met nummer
[tel.nummer 1] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 3] met de tekst 'zou
maar reageren, want anders staat er's nachts iemand aan je bed of je wordt geroosterd.
18.00 vanavond 1.000 euro. Dan is het klaar';
- op 13 september 2011 om 16.07 uur heeft [slachtoffer 2] op zijn telefoon met het
nummer [tel. nummer 4] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 3] met de
tekst 'vanavond om 21.30 1000 in envelope in een tas aan de deur zon iet gaan jongens
door je vrouw is ook ge smst';
- 13 september 2011 om 16.46 uur heeft [slachtoffer 2] op zijn telefoon met het
nummer [tel. nummer 4] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 5] met de tekst
'hoop dat het er hangtjollgens al betaald om dingen bij jullie te doen. Bereid om ver te
gaan. Wil je dat het stopt of niet zorg dan dat het er hangt'.
[slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat hij het laatste nummer, [tel. nummer 5], herkent
als het mobiele nummer van zijn zoon [verdachte]2
De volgende dagen heeft [slachtoffer 1] tweemaal de politie gebeld om aan te geven dat zij
opnieuw ( dreigende) SMS-berichten had ontvangen. Het betreft de volgende berichten:
- 14 september 2011 om 11.14 uur heeft [slachtoffer 1] op haar telefoon met het
nummer [tel.nummer 1] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 2] met de tekst
'dusje wou me erin luizen stuk tering volk wacht maar af wat er nu gaat gebeuren geen
uurtje rust meer kankervolk';
- 15 september 2011 om 19.05 uur heeft [slachtoffer 1] op haar telefoon met het
nummer [tel.nummer 1] een bericht ontvangen van het nummer [tel. nummer 5] met de tekst
'voor 19.45 uur 1100 euro op rekening nummer: [nummer] Rabobank ten name van
[naam 1], zon iet dan komen wij een dezer dagen langs jij beslist of kies je voor slapen of
nachtmerries' .3
Deze berichten zijn door de politie tevens uitgelezen uit de beide telefoons van aangevers
(met de nummers [tel.nummer 1] en [tel. nummer 4]).4
Uit het verdere onderzoek is naar voren gekomen dat de mobiele nummers waarmee de
SMS-berichten zijn verstuurd, waren afgegeven dan wel waren te linken aan:
- [tel. nummer 2]: adres [adres 2] te Nijmegen
- [tel. nummer 5]: [verdachte]
- [tel. nummer 3]: [naam 2 en adres 1] te Apeldoorn.
Het adres [adres 2] in Nijmegen blijkt het adres te zijn van SMScity International BV
(hierna: SMScity). Uit navraag bij SMScity blijkt dat [verdachte] meerdere accounts bij
bij SMScity heeft afgesloten. Het inboxnummer [tel. nummer 2] was ten tijde van het
versturen en ontvangen van de SMS-berichten gekoppeld aan het nummer [tel. nummer 6],
dat op naam staat van en in gebruik is bij [verdachte].5 Verder blijkt het account
waarmee de SMS-berichten via het nummer [tel. nummer 3] zijn verstuurd te linken is aan ene
[naam 2 en adres 1] te Apeldoorn.6 Dit is het adres van de aangevers en het oude
woonadres van [verdachte].7 De drie 06-nummers waarmee de SMS-berichten zijn
verstuurd zijn dus allemaal te verbinden met [verdachte]...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT