Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 1 de Junio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Junio de 2010
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Nevenzittingsplaats Arnhem

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.046.317

(zaaknummer rechtbank 258098 / FA RK 08-6846)

beschikking van de familiekamer van 1 juni 2010

inzake

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],

verzoeker in hoger beroep, verder te noemen "de man",

advocaat: mr. J.R.A. Röschlau te Utrecht,

en

[verweerster],

wonende te [woonplaats],

verweerster in hoger beroep, verder te noemen "de moeder",

advocaat: mr. C.A.Th. Philipsen te Utrecht,

en

mr. E. van Asbeck-Plemp van Duiveland,

kantoor houdende te Driebergen,

in haar hoedanigheid van bijzonder curator over de minderjarige [het kind],

verder te noemen "de bijzonder curator".

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Utrecht van 29 april 2009, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 29 juli 2009, is de man in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. Hij verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en te bepalen dat hij niet onderworpen wordt aan een DNA-onderzoek en het bevel tot DNA-onderzoek te schorsen, kosten rechtens.

    2.2 Ter griffie van het hof zijn binnengekomen:

    - op 10 augustus 2009 een brief van mr. Philipsen van 10 augustus 2009;

    - op 12 augustus 2009 een brief van mr. E.H. Bakker, advocaat te Utrecht, namens mr. Röschlau, van 12 augustus 2009.

    2.3 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 12 maart 2010, heeft de moeder het verzoek in hoger beroep van de man bestreden. Zij verzoekt het hof de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep, dan wel het beroep af te wijzen, alsmede opnieuw beschikkende de bestredende beschikking te bekrachtigen.

    2.4 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 15 maart 2010, heeft de bijzondere curator het verzoek in hoger beroep van de man bestreden. De bijzondere curator verzoekt het hof de man in zijn verzoeken in hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel de verzoeken af te wijzen.

    2.5 De mondelinge behandeling heeft op 11 mei 2010 plaatsgevonden. De moeder is in persoon verschenen, bijgestaan door haar advocaat. Voorts is ten behoeve van de moeder verschenen de heer M. Chbab, beëdigd tolk. De bijzonder curator is in persoon verschenen. Namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de raad) is mevrouw mr. [...] verschenen. De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT