Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 27 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.055.289

arrest van 27 november 2012

in de zaak van

  1. [appellante sub 1.],

    gevestigd te [vestigingsplaats],

  2. [appelante sub 2.],

    wonende te [woonplaats],

    appellanten in het principaal appel,

    geïntimeerden in het voorwaardelijk incidenteel appel

    advocaat: mr. E.H.H. Schelhaas,

    tegen:

  3. [Geintimeerde sub 1.],

    wonende te [woonplaats],

  4. [Geintimeerde sub 2.],

    wonende te [woonplaats],

    geïntimeerden in het principaal appel,

    appellanten in het voorwaardelijk incidenteel appel

    advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,

    als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 13 september 2011 in het hoger beroep van het door de rechtbank ‘s-Hertogenbosch onder zaak-/rolnummer 186187/HA ZA 09-70 gewezen vonnis van 2 december 2009.

  5. Het tussenarrest van 13 september 2011

    Bij genoemd arrest heeft het hof aan [geintimeerde sub 1.] c.s. een bewijsopdracht gegeven en is iedere verdere beslissing aangehouden.

  6. Het verdere verloop van de procedure

    7.1.Ter uitvoering van de bewijsopdracht in het tussenarrest heeft [geintimeerde sub 1.] c.s. op 1 december 2011 vier getuigen doen horen. [appellante sub 1.] en [appellant sub 2.] hebben op 16 april 2012 in contra-enquête een getuige doen horen.

    7.2.[geintimeerde sub 1.] c.s. heeft een memorie na enquête met producties genomen. Daarna hebben [appellante sub 1.] en [appellant sub 2.] een memorie na enquête, voorzien van producties genomen.

    7.3. Vervolgens hebben partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  7. De verdere beoordeling

    8.1.Bij bovengenoemd tussenarrest is [geintimeerde sub 1.] c.s. toegelaten te bewijzen dat hij in de periode vanaf de Second Home beurs in Utrecht (in februari 2004) tot 10 maart 2004 met [appellante sub 1.] en/of [appellant sub 2.] is overeengekomen dat [appellante sub 1.] en/of [appellant sub 2.] als makelaar zou(den) optreden voor [geintimeerde sub 1.] c.s. en voor hem zou(den) bemiddelen bij de aankoop van grond en/of een woning in Spanje.

    8.2.Naar het oordeel van het hof is [geintimeerde sub 1.] c.s. in het hem opgedragen bewijs geslaagd, voor zover dit betrekking heeft op een overeenkomst met [appellante sub 1.] Dit oordeel berust op de volgende overwegingen (8.2.1. tot en met 8.2.11.).

    8.2.1.Uit alle in enquête afgelegde getuigenverklaringen kan worden afgeleid dat [geintimeerde sub 1.] c.s. met [appellant sub 2.] heeft afgesproken dat [appellant sub 2.] een woning voor [geintimeerde sub 1.] c.s. in Spanje zou gaan zoeken. (Of [geintimeerde sub 1.] c.s. is geslaagd in het bewijs dat [appellant sub 2.] daarbij in persoon handelde, komt verderop onder 8.2.10. aan de orde.)

    Zo heeft [geintimeerde sub 1.], voor zover hier van belang, onder meer verklaard:

    “Eerst zijn wij met de heer [makelaar bij appellante sub 1.] in gesprek geraakt. Wij hebben verteld wat wij van plan waren, wij zochten een woning in Spanje. [makelaar bij appellante sub 1.] zei toen dat hij dacht dat ik dan hier op de goede plek was. Hij vertelde over de speciale werkwijze van de makelaardij. Dit was anders dan andere makelaars deden. Zij inventariseerden de wensen van de klant en zochten dan een woning in Spanje.(…)

    [appellant sub 2.] heeft zijn uiterste best gedaan om ons ervan te overtuigen dat wij in goede handen waren bij hem, hij zou een huis voor ons zoeken. Ook wees hij op de speciale aanpak: niet productgericht, maar persoonsgericht. Hij vertelde dat zij geen huizen in portefeuille hadden, maar dat zij wensen van klanten inventariseerden en dan een huis gingen zoeken. (…)

    Hij profileerde zich als zelfstandig makelaar en heeft ons ook zijn visitekaartje overhandigd.(…)

    Hij heeft ter plekke ook onze wensen geïnventariseerd. Deze waren: een vrijstaande woning, op eigen grond, met een zwembad, minimaal drie slaapkamers, niet duurder dan drie ton, niet te ver van zee maar ook niet te dichtbij zee en niet te ver van het vliegveld in verband met verhuur. Dit alles kon hij voor ons regelen.

    Na plus minus een week kwam de heer [appellant sub 2.] bij ons thuis. Hij had een laptop bij zich en heeft ons van alles laten zien. Dit hoorde bij het zoekproces.(…)

    Wij hebben niet afgesproken hoe lang de werkzaamheden van de heer [appellant sub 2.] voor ons zouden duren. Hij zou een woning voor ons zoeken en we hebben geen tijdsduur afgesproken. Hij zou ons volledig begeleiden en dat heeft hij ook gedaan.(…)

    De afspraak dat de heer [appellant sub 2.] voor ons als makelaar zou gaan optreden, is gemaakt op de beurs.(…)

    De afspraken waren heel duidelijk. Hij zou ons volledig begeleiden en dat heeft hij gedaan. De heer [appellant sub 2.] heeft niet met ons besproken hoe zijn contacten met verkopers verliepen. De heer [appellant sub 2.] heeft tegen ons gezegd: “Wij verkopen geen huizen, maar zoeken huizen.”(…)

    Na het bezoek aan de stand van de makelaardij zijn mijn echtgenote en ik naar huis gegaan. We hebben geen andere stands meer bezocht.(…)”

    De dochter van [geintimeerde sub 1.], [dochter van geïntimeerde sub 1.] (hierna: [dochter]), heeft voor zover hier van belang, onder meer verklaard:

    “(…)Mijn vader (de heer [geintimeerde sub 1.]) heeft mij verteld dat mijn ouders naar de Second Home beurs zijn geweest. (…) Ik heb hierover gesproken met mijn vader bij hem thuis. (…)Hij vertelde ook dat de heer [appellant sub 2.] nu makelaar was in Spanje en dat hij daar ook woonde. Mijn vader zei: “Hij gaat nu voor ons een huis daar zoeken.”(…)

    Het gesprek met mijn vader vond plaats een of twee dagen na de beurs.(…)

    In september 2004 ben ik in Spanje geweest. Dit was toen de eerste kavel niet doorging en er een alternatief gezocht moest worden. Toen ben ik de heer [appellant sub 2.] voor het eerst tegengekomen. Ik heb met hem uitgebreid over zijn werk gesproken. Hij vertelde hierover. Hij vertelde ook dat hij ook voor andere Nederlanders huizen zocht, voornamelijk aan de Costa Blanca. Volgens mij ging het onder andere om een belastinginspecteur. Hij haalde hen dan ook van het vliegveld af. De heer [appellant sub 2.] vertelde verder dat hij voor mijn ouders op zoek was naar het juiste huis op de juiste kavel. Hij zei dat het allemaal goed zou komen.(…)

    Ik ben bij [firma] op het kantoor geweest. Daar was de heer [directeur van de firma]. Die ging mee om aan te geven waar kavels waren waaruit mijn ouders konden kiezen als alternatief voor de eerste kavel die niet was doorgegaan.

    Volgens mij zag de heer [appellant sub 2.] een aantal van deze kavels voor het eerst. Hij stelde hierover vragen aan [directeur van de firma]. Bijvoorbeeld herinner ik mij dat er een stroomkabel hing en dat de heer [appellant sub 2.] dan vroeg: “Moet dat zo blijven of kan die worden verlegd?”(…)

    De getuigenverklaring van [getuige A.] (hierna: [getuige A.]) luidt, voor zover hier van belang, onder meer:

    “(…) Over afspraken die de heer en mevrouw [geintimeerde sub 1.] hebben gemaakt met de makelaardij en/of de heer [appellant sub 2.] heb ik gehoord in november 2004. Ik had toen een bezichtiging bij een complex waar ik ook een woning wilde aanschaffen. Ik kende [appellant sub 2.] en [makelaar bij appellante sub 1.] makelaardij vanaf september 2004 toen ik op de Second Home beurs was. Bij bedoelde bezichtiging heb ik aan de heer [appellant sub 2.] gevraagd: “Heeft u nog meer Nederlandse opdrachtgevers voor wie u een huis regelt?” [appellant sub 2.] antwoordde toen: “Ja, voor de familie [geintimeerde sub 1.] (dit was ergens verderop) en (…) in hetzelfde complex waar we nu zijn.” Ik gebruikte de term opdrachtgever, omdat ook mijn werkrelatie met hoofdzakelijk [appellant sub 2.] was dat hij optrad als mijn aankopend makelaar. Toen de heer [appellant sub 2.] dit bevestigende antwoord gaf, gaf mij dat vertrouwen. Ik heb dat aangenomen en verder geen specifieke vragen gesteld. Het was mij duidelijk dat [appellant sub 2.] aankopend makelaar was voor de familie [geintimeerde sub 1.] en (…)”

    Getuige [getuige B.] (hierna: [getuige B.]) heeft, voor zover hier van belang, onder meer verklaard:

    “(…)Ik bedoel daarmee dat de heer [appellant sub 2.] mij vroeg of hij mijn telefoonnummer mocht geven aan andere mensen voor wie hij huizen aan het zoeken was. Ik heb gezegd dat dit goed was. Op 29 maart 2004 ging ik naar Nederland omdat mijn moeder 90 jaar werd. Kort daarna ben ik gebeld. Dit bleek de heer [geintimeerde sub 1.] te zijn geweest. Hij heeft mij later teruggebeld. Dit kan zijn geweest op 29 maart of kort daarna. Hij vroeg mij hoe ik de heer [appellant sub 2.] kende en of wij tot zaken waren gekomen. Ik heb de heer [geintimeerde sub 1.] verteld dat wij de heer [appellant sub 2.] hadden ingeschakeld, maar dat wij zelf ook actief waren geweest met andere makelaars en andere grondstukken. De heer [geintimeerde sub 1.] vertelde dat zij dat anders gingen doen omdat zij weinig tijd hadden. De heer [geintimeerde sub 1.] vertelde dat hij aan de heer [appellant sub 2.] opdracht had gegeven tot het zoeken van een huis in Spanje. Hij vertelde ook dat zij dan samen met de heer [appellant sub 2.] verder zouden kijken hoe ze het zouden gaan afwikkelen. De heer [geintimeerde sub 1.] vertelde dat hij de heer [appellant sub 2.] uit een eerdere relatie kende en dat dit vertrouwen gaf. (…)”

    Bij de waardering van bovenstaande verklaringen neemt het hof in aanmerking dat [geintimeerde sub 1.] ten aanzien van de onderhavige bewijsopdracht partijgetuige is. Dit betekent dat zijn getuigenverklaring slechts (mede) als bewijs kan dienen, indien er aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen dat zij de partijgetuigenverklaring voldoende geloofwaardig maken. De getuigenverklaringen van [dochter], [getuige A.] en [getuige B.] vormen naar het oordeel van het hof, anders dan [appellant sub 2.] betoogt, dergelijke aanvullende bewijzen die de verklaring van [geintimeerde sub 1.] voldoende geloofwaardig maken. Weliswaar zijn genoemde drie getuigen niet aanwezig geweest bij de gestelde overeenkomst op de Second Home Beurs in Utrecht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT