Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 13 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Alkmaar |
RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer: 14.810322-12 (P)
Datum uitspraak: 13 december 2012
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] ([land]) op [geboortedatum],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Havenstraat te Amsterdam.
-
Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
29 november 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van de verdachte, mr. G. Kaaij, advocaat te Alkmaar, en door de verdachte naar voren is gebracht.
-
De tenlastelegging
Aan de verdachte is, nadat een vordering van de officier van justitie strekkende tot wijziging van de tenlastelegging is toegelaten, ten laste gelegd, dat
hij op of omstreeks 15 juli 2012 in de gemeente Hollands Kroon,
op de Medemblikkerweg te Wieringerwerf, opzettelijk een persoon,
genaamd [slachtoffer], van het leven heeft beroofd,
immers heeft hij, verdachte, met dat opzet
- een motorrijtuig (personenauto) bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een
onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de
Wegenverkeerswet 1994, 2,00 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram,
alcohol per milliliter bloed bleek te zijn en/of na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest weten,
dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot
behoorlijk besturen in staat moest worden geacht en/of
- is hij, verdachte, met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter
plaatse een voor hem, verdachte, in die weg gelegen bocht naar links ingereden
en/of
- (vervolgens) heeft, hij, verdachte, de controle over de door hem bestuurde
personenauto verloren en/of is hij, verdachte, met de door hem bestuurde
personenauto in de naast die weg gelegen berm terechtgekomen en/of
- (vervolgens) is hij, verdachte, op de rijstrook bestemd voor het
tegemoetkomende verkeer in botsing of aanrijding gekomen met een personenauto,
bestuurd door een persoon, genaamd, [slachtoffer], (waardoor die [slachtoffer] met de door haar bestuurde personenauto tegen een in de berm staande boom is gebotst/aangereden)
tengevolge waarvan die genoemde [slachtoffer] is overleden;
subsidiair:
hij op of omstreeks 15 juli 2012 in de gemeente Hollands Kroon
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmede heeft gereden over de weg, de Medemblikkerweg te
Wieringerwerf, en zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als bestuurder
van die personenauto een, gezien verdachtes rijrichting, in die weg gelegen
bocht naar links in te rijden met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer
ter plaatse en is hij, verdachte, (vervolgens) in de, gezien verdachtes
rijrichtig, rechterberm geraakt en/of heeft hij, verdachte, het door hem
bestuurde motorrijtuig niet, althans onvoldoende, onder controle gehad en/of
gehouden en/of is hij, verdachte, (vervolgens) op het voor het tegemoetkomend
verkeer bestemde weggedeelte van die weg tegen een hem tegemoetkomende
bestuurster van een personenauto, genaamd [slachtoffer], aangereden of
opgebotst, (waardoor die [slachtoffer] met de door haar bestuurde personenauto tegen
een in de berm staande boom is gebotst/aangereden) waardoor die [slachtoffer] werd
gedood, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede of derde lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan
een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid
van genoemde wet;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
-
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
-
Overweging ten aanzien van het bewijs
-
Inleiding
Op 15 juli 2012 heeft op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Medemblikkerweg te Wieringerwerf, een verkeersongeval plaatsgevonden. Bij het ongeval waren twee personenauto’s betrokken.
De auto van de verdachte, een Volkswagen Passat kwam bij een flauwe bocht naar links in de rechterberm terecht. Bij het uit de berm sturen is de verdachte met zijn auto op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer terecht gekomen en tegen de uit tegenovergestelde richting komende auto, een Opel Vectra, van [slachtoffer] gebotst. Door deze botsing onderging de auto van [slachtoffer] een beweging naar rechts en is deze tegen een in de berm staande boom aan gereden. Mevrouw [slachtoffer] heeft dit verkeersongeval niet overleefd. Nader bloedonderzoek heeft uitgewezen dat de verdachte zodanig alcoholhoudende drank heeft genuttigd dat het alcoholgehalte van zijn bloed 2,0 milligram alcohol per milliliter bloed bedroeg. Volgens een kansberekening van het Nederlands Forensisch Instituut heeft de verdachte harder gereden dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 80 kilometer per uur.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag in het verkeer, dan wel dat hij schuld heeft aan het fatale verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
-
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de primair ten laste...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT