Wraking van Rechtbank Alkmaar, Voorzieningenrechter, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK ALKMAAR

wrakingskamer

zaaknummer: 141786 / HA RK 12-75

datum uitspraak: 20 december 2012

BESLISSING op het schriftelijke verzoek ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, ingediend door:

[VERZOEKER], wonende te Den Helder, hierna te noemen: verzoeker,

tot wraking van mr. P.H. Lauryssen (hierna te noemen: de rechter) als behandelend rechter van de sector bestuur in deze rechtbank in de zaak met zaaksnummer AWB 12/1651.

1 Procesverloop

Bij brief van 15 november 2012, ingekomen 16 november 2012, heeft verzoeker een verzoek gedaan tot wraking van de rechter.

Nadat het verzoek aan de griffier van de wrakingskamer ter hand is gesteld, is het ter kennis van de rechter gebracht. Deze heeft bij brief van 16 november 2012 laten weten niet in de wraking te zullen berusten.

Het verzoek is behandeld ter openbare zitting van de wrakingskamer van 6 december 2012. Verzoeker heeft zijn standpunt toegelicht en heeft gereageerd op de brief van de rechter van 16 november 2012. De rechter is gehoord en heeft een nadere reactie op het verzoek gegeven. Van deze zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

Vervolgens heeft de wrakingskamer bepaald dat de uitspraak op 20 december 2012 zal volgen.

2 Standpunten

Verzoeker heeft aan het verzoek - samengevat en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag gelegd.

  1. De gemachtigde van de wederpartij was voor aanvang van de behandeling van de zaak van verzoeker al 10 minuten in de zittingzaal, kwam daarna naar buiten, en ging weer naar binnen nadat ook verzoeker was binnengekomen. Dit gaf verzoeker de indruk dat óf de rechter een kennis was van de gemachtigde van de wederpartij, óf de rechter zich eenzijdig door de gemachtigde van de wederpartij van de zaak op de hoogte heeft laten stellen zonder dat verzoeker daarbij aanwezig was.

  2. De rechter heeft direct na aanvang van de zitting tegen verzoeker gezegd dat verzoeker niet in herhaling hoefde te vervallen. De rechter heeft tijdens de zitting bijna alleen over één punt uit verzoekers beroepschrift gesproken, terwijl verzoeker in zijn beroepschrift aanmerkelijk meer punten had aangevoerd die hij behandeld wilde zien.

  3. De rechter heeft de gemachtigde van de wederpartij bijna woorden in de mond gelegd door te zeggen dat de zaak had kunnen worden afgedaan op grond van het feit dat een brief van verzoeker niet was voorzien van een stempel met een datum van ontvangst.

De rechter heeft in zijn reactie - zakelijk weergegeven - het volgende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT