Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, 30 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 11/1733

Uitspraakdatum: 30 oktober 2012

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk,

de heffingsambtenaar.

De bestreden uitspraken op bezwaar

De in één geschrift vervatte uitspraken van de heffingsambtenaar van 15 februari 2011 op het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking waarbij de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning), is gewaardeerd op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) en de met die beschikking in één geschrift bekendgemaakte aanslag onroerende-zaakbelastingen 2010.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2012 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Zevenbergen, en namens de heffingsambtenaar, [gemachtigden].

  1. Beslissing

    De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

  2. Gronden

    Vooraf: het horen van belanghebbende

    2.1. Belanghebbende heeft erover geklaagd dat hij ondanks een nadrukkelijk verzoek daartoe niet in de gelegenheid is gesteld om zijn bezwaar mondeling toe te lichten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij in zijn belangen is geschaad, nu hij de heffingsambtenaar heeft aangegeven telefonisch gehoord te willen worden, maar de heffingsambtenaar daar niet toe is overgegaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

    2.2. In de Memorie van antwoord bij het wetsontwerp Eerste tranche Awb, Kamerstukken II, 1990/91, 21 221, nr. 5, vraag en antwoord 2.195, wordt de vraag of bij belastingbeschikkingen telefonisch horen mogelijk is, als volgt beantwoord:

    "Telefonisch horen voldoet niet aan de minimumeisen die in de Awb aan het horen in de bezwaarschriftfase worden gesteld. Het is echter mogelijk dat alvorens een uitnodiging wordt verzonden, telefonisch contact met de indiener van het bezwaarschrift wordt gezocht om een en ander te vragen en verduidelijkt te krijgen. Goed voorstelbaar is, dat de indiener van het bezwaarschrift in dat gesprek laat weten geen behoefte meer te hebben aan het horen, bij voorbeeld omdat eventuele misverstanden uit de weg zijn geruimd".

    2.3. In de Memorie van toelichting bij het wetsontwerp Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over behandeling van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT