Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 23 de Enero de 2013

Datum uitspraak23 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201202679/1/A2.

Datum uitspraak: 23 januari 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (voorheen: de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat; daarvóór: de minister van Verkeer en Waterstaat; hierna: de staatssecretaris),

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 2 februari 2012 in zaak nr. 09/1072 in het geding tussen:

[verzoekster], gevestigd te Arnemuiden, waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], beiden wonend te Arnemuiden,

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 17 juli 2009 heeft de staatssecretaris het verzoek van de maatschap om nadeelcompensatie afgewezen.

Bij besluit van 2 november 2009 heeft de staatssecretaris het door de maatschap daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 2 februari 2012 heeft de rechtbank het door de maatschap daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 2 november 2009 vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

De maatschap heeft een verweerschrift ingediend.

De staatssecretaris heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 december 2012, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door drs. E. Daemen en L. Harpe MSc, beiden werkzaam bij Rijkswaterstaat, en de maatschap, vertegenwoordigd door [maat A] en [maat B] en bijgestaan door mr. J.A.J.M. van Houtum, werkzaam bij Achmea Rechtsbijstand, zijn verschenen.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (hierna: de Regeling), kent de minister degene die schade lijdt of zal lijden als gevolg van de rechtmatige uitoefening door of namens de minister van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, op verzoek een vergoeding toe, voor zover de schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

    Ingevolge artikel 15, eerste lid, stelt de minister een commissie in.

    Ingevolge het tweede lid heeft de commissie tot taak de minister van advies te dienen over de op het verzoek te nemen beslissing.

    Ingevolge het derde lid bestaat de commissie uit drie onafhankelijke deskundigen, die door de minister worden benoemd.

    Ingevolge artikel 16, eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT