Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 19 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 230125 / HA ZA 12-355

Vonnis van 19 december 2012

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE EDE,

zetelend te Ede,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procesadvocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,

behandelend advocaat mr. T.H. Liebregts,

tegen

[gedaagde]

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. M. Stokdijk te Arnhem.

Partijen zullen hierna de Gemeente en [gedaagde] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 29 augustus 2012,

    - het proces-verbaal van comparitie van 6 november 2012 met de daarin vermelde stukken (de op 24 oktober 2012 ingekomen productie 8 van de zijde van de Gemeente) en processtukken (de conclusie van antwoord in reconventie).

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [gedaagde] is eigenaar van en exploiteert het kampeerterrein [kampeerterrein], gelegen aan de [weg A] 4 te [woonplaats]. Ten behoeve van de uitbreiding van zijn kampeerterrein heeft [gedaagde], althans zijn vader, reeds vóór 1993 een aan zijn kampeerterrein grenzend perceel bosgrond verworven. Aan dit terrein moest de bestemming recreatie worden toegekend alvorens [gedaagde] het als kampeerterrein in gebruik kon nemen. Hierover is [gedaagde] in 1993 in gesprek gegaan met de Gemeente. De Gemeente heeft in 1995 via een wijziging van het bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe getracht de uitbreidingswens van [gedaagde] mogelijk te maken.

    2.2. Aan dit bestemmingsplan werd voor wat betreft de uitbreiding van [kampeerterrein] goedkeuring gegeven door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (hierna: G.S.) op grond van de toezegging van de Gemeente dat zij zou zorgdragen voor boscompensatie. Op grond van de toenmalige Boscompensatierichtlijn gold – kort samengevat – een verplichting tot boscompensatie voor de initiatiefnemer die aan bosgrond een andere bestemming wilde geven.

    2.3. In 1999 werd de uitbreiding van [kampeerterrein] alsnog vernietigd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) vanwege het ontbreken van voldoende zekerheidstelling omtrent de boscompensatieverplichting. De Gemeente heeft vervolgens een nieuwe bestemmingsplanprocedure in gang gezet, waarna G.S. aanvankelijk goedkeuring onthielden en vervolgens een harde garantie verlangden dat de boscompensatie was gewaarborgd alvorens alsnog goedkeuring te verlenen.

    2.4. De Gemeente heeft op 2 september 2002 een perceel grond van 4.89.00 ha groot met bestemming ‘maatschappelijk – militaire doeleinden’, gelegen aan de [adres B], in eigendom verworven. De Gemeente heeft dit terrein aangekocht voor € 5,67 per m².

    2.5. Op 14 november 2002 heeft de Gemeente een overeenkomst gesloten met [gedaagde].

    In de brief waarin deze overeenkomst met [gedaagde] wordt omschreven is het volgende opgenomen:

    ‘(…) G.S. hebben desondanks goedkeuring onthouden aan de uitbreiding in verband met het ontbreken van compensatie van de aantasting van het bos ter plaatse.

    Inmiddels is de gemeente eigendom van een voormalig militair opslagterrein aan de [adres B] in [woonplaats]. Dit terrein, groot 4,89 ha, is in het bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe bestemd voor opslag van militaire middelen. De gemeente heeft dit terrein aangekocht om in te zetten als compensatiegrond voor o.a. de uitbreiding van kampeerterreinen.

    Met u is overeenstemming bereikt over het betalen van een vergoeding van € 277.807,- aan de gemeente, waarbij de gemeente deze vergoeding inzet voor het realiseren van boscompensatie aan de [adres B]. De gemeente zal daarvoor o.a. in de loop van 2003 het bestemmingsplan wijzigen.

    Door u te betalen vergoeding is als volgt opgebouwd:

    • Oppervlakte uitbreiding: 8.065 m² + 12.350 m² = 20.415 m²

    • Vermenigvuldigingsfactor conform de provinciale Boscompensatierichtlijn is 1,2

    • Vergoeding per m² is € 11,34.

    Betaling van het door u verschuldigde bedrag moet plaatsvinden op het moment waarop het bestemmingsplan voor het uit te breiden terrein onherroepelijk is.

    (…)’

    2.6. De Gemeente heeft boscompensatie gerealiseerd op het overeengekomen deel van het terrein aan de [adres B]. Het bestemmingsplan dat noodzakelijk was voor de uitbreiding van [kampeerterrein] is op 28 april 2004 onherroepelijk geworden.

    2.7. Kort daarvoor, op 9 maart 2004, heeft de Gemeente een voorbereidingsbesluit genomen ter zake van alle recreatieterreinen op de Veluwe, waardoor de bouwmogelijkheden voor onder meer de gronden waarop [gedaagde] de uitbreiding van het kampeerterrein [kampeerterrein] wilde realiseren, werden bevroren.

    2.8. Nadat de Gemeente [gedaagde] op 9 augustus 2004 had gesommeerd om tot betaling van de vergoeding over te gaan, heeft de toenmalige advocaat van [gedaagde] bij brief van 16 augustus 2004 aan de Gemeente geschreven, voor zover hier relevant:

    ‘Camping [kampeerterrein] te [woonplaats], de heer [gedaagde], verzocht mij uw brief van 9 augustus jl. te beantwoorden.

    Uw brief gaat aan de kern van de zaak voorbij, en die kern is dat u nog voor de bestemming onherroepelijk is geworden, dat wil zeggen de opschortende voorwaarde van de overeenkomst van 14 november 2002 in vervulling is gegaan, u aan die bestemming bent gaan “morrelen”.

    [kampeerterrein] komt wel degelijk een beroep op dwaling toe in de situatie dat de op 28 april 2004 “definitief” geworden overeenkomst, anderhalve maand daarvoor door de gemeente zelf onderuit blijkt te zijn gehaald.

    (…)

    Niettemin is de heer [gedaagde] bereid – geheel onverplicht – om, vooruitlopend op de beslissing die hij van u verwacht alvast de helft van de “koopsom” te betalen. Het restant kunt u op de bankrekening van de gemeente tegemoet zien, zodra u aan de voorwaarden als gesteld in de brief van 19 juli jl. heeft voldaan.’

    2.9. Op 16 augustus 2004 heeft [gedaagde] een bedrag van € 136.862,50 aan de Gemeente betaald.

    2.10. In januari 2008 heeft de Gemeente nieuw beleid geïntroduceerd waardoor de positie van minicampings in het agrarisch buitengebied aanzienlijk werd versterkt ten koste van reguliere (kampeer)bedrijven. In [woonplaats] kwamen er daardoor 110 standplaatsen bij.

    2.11. Bij brief van 23 december 2008 heeft de advocaat van [gedaagde] aan de Gemeente geschreven, voor zover hier relevant:

    ‘(…)

    Door het gemeentebestuur aangesproken tot betaling van de boscompensatie verweert de familie [gedaagde] zich met de stelling dat zij niet geleverd heeft gekregen wat zij had gekocht, namelijk een werkzame bestemming als bedoeld in de uitspraak van de Raad van State. Voorts beroept de familie [gedaagde] zich op dwaling –...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT