Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 22 de Enero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.097.085

arrest van 22 januari 2013

in de zaak van

Gemeente Aalburg,

zetelend te Wijk en Aalburg,

appellante,

advocaat: mr. T.P. Hoekstra,

tegen:

Stichting Beheer Derdengelden [Advocaten] Advocaten,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. H.M.M. van den Elzen,

op het bij exploot van dagvaarding van 12 oktober 2011 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank ‘s-Hertogenbosch gewezen vonnis van 13 juli 2011 tussen appellante – de Gemeente - als eiseres en geïntimeerde – de Stichting - als gedaagde.

  1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 218410/HA ZA 10-2169)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het daaraan voorafgegane tussenvonnis van 17 november 2010.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft de Gemeente twee grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot beslissing overeenkomstig de eis in de appeldagvaarding.

    2.2. Bij memorie van antwoord heeft de Stichting de grieven bestreden.

    2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.

    4.1.1.De gemeente heeft opeisbaar van [directeur Kaasnegotie] en/of [Kaasnegotie] Kaasnegotie B.V., hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen [Kaasnegotie], te vorderen een bedrag van € 241.130,96. Zij heeft voor dit bedrag op 9 juni 2010, betekend aan [Kaasnegotie] op 11 juni 2010, onder de Stichting executoriaal derdenbeslag doen leggen.

    4.1.2.Op 1 juli 2010 heeft mr. [bestuurder/advocaat] op briefpapier van zijn advocatenkantoor aan de deurwaarder een schriftelijke verklaring afgegeven inhoudende:

    “Ter toelichting bij de verklaring derdenbeslag (..) verklaar ik als bestuurder van de Stichting het volgende.

    Ten tijde van het beslag, 9 juni 2010 om 12.50 uur, was naar mijn mening geen sprake van een “bestaande rechtsverhouding” tussen de Stichting (..) en [[Kaasnegotie]] uit hoofde waarvan de laatste iets van de Stichting te vorderen had of te vorderen zou of kunnen verkrijgen. Immers, tot op het moment van het beslag had de Stichting geen gelden of andere vermogensbestanddelen ten behoeve van [[Kaasnegotie]] ontvangen noch kon zij hierop rechtens aanspraak maken.”

    Het formulier “Verklaring Derdenbeslag” verwijst naar deze brief en is ondertekend door [bestuurder/advocaat], die hierbij als zijn functie vermeldt: “bestuurder/advocaat”.

    4.1.3.[Kaasnegotie] en enkele aan hem gelieerde partijen enerzijds en de Belastingdienst anderzijds hebben op 3 maart 2010 twee vaststellingsovereenkomsten gesloten.

    Vaststellingsovereenkomst 1 vermeldt in de considerans dat partijen teneinde tot een oplossing van hun geschil te komen hebben gecorrespondeerd “waarbij voor de vaststelling van het overeengekomene de brieven van de Belastingdienst (..) en de brieven van mr. [bestuurder/advocaat] d.d. 16 november 2009 en 21 december 2009 fungeren als basis voor deze overeenkomst (..).” Deze vaststellingsovereenkomst voorziet in de betaling door [Kaasnegotie] aan de Belastingdienst van een bedrag van in totaal € 402.000,--. Voor zover thans relevant bepaalt art. 1.4. van deze overeenkomst dat voor een bedrag van € 299.620,-- bij KBC Verzekeringen te Leuven “het door partijen ondertekende betalingsverzoek (..) zoals dat aan deze overeenkomst 1 is gehecht”, zal worden ingediend: “Dit betalingsverzoek dient er toe te leiden dat KBC zowel rechtstreeks het door [[Kaasnegotie]] aan [de Belastingdienst] verschuldigde aan [de Belastingdienst] voldoet (..) als rechtstreeks het (eventuele) restant aan [[Kaasnegotie]]”

    Vaststellingsovereenkomst 1 is voor akkoord ondertekend door [directeur Kaasnegotie]. Voorts staat vermeld: “Voor gezien: gemachtigde: De heer mr. Drs. [bestuurder/advocaat], [vestigingsadres] [postcode][vestigingsplaats]”, voorzien van een handtekening van mr. [bestuurder/advocaat].

    In vaststellingsovereenkomst 2 is, voor zover thans van belang, in art. 3 eenzelfde bepaling opgenomen als in art. 1.4 hierboven genoemd. Deze overeenkomst is eveneens door [directeur Kaasnegotie] voor akkoord getekend en door mr. [bestuurder/advocaat] voor gezien.

    4.1.4.Het betalingsverzoek aan KBC, als bedoeld in de vaststellingsovereenkomsten, is op verschillende data in maart 2010 door de daarbij betrokkenen getekend. De laatste handtekening dateert van 31 maart 2010. Op die datum is het betalingsverzoek gedaan namens de Belgische Ontvanger, de Nederlandse Belastingdienst en [directeur Kaasnegotie] en zijn echtgenote, tot de afkoop van de door deze laatstgenoemden bij KBC aangehouden spaarverzekeringspolissen. Vervolgens verzoeken de ondertekenaars van het betalingsverzoek daarin aan KBC van het aldus verkregen bedrag € 299.620,-- aan te wenden om de Belastingdienst te betalen en “het restant van de saldi van de tegoeden [over te maken] naar de bankrekening (..) ten name van de Stichting (..) met vermelding “[Kaasnegotie]” met dien verstande dat de betalingsverplichting ondeelbaar is in die zin dat beide betalingen moeten worden verricht en dat indien één van beide betalingen niet mogelijk is, beide betalingen achterwege dienen te blijven.”

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT