Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 22 de Enero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13.707.004-13 (EAB 2)

RK nummer: 13/110

Datum uitspraak: 22 januari 2013

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 3 januari 2013 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 30 oktober 2012 door the Circuit Court of Torun (Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon],

geboren te [plaats] (Polen) op [1988],

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [postcode] te [plaats],

thans gede¬tineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats],

hierna te noemen de opgeëiste persoon.

  1. Procesgang

    De vordering is behandeld op de openbare zitting van 8 januari 2013. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. R.A. Bosman. De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsvrouw, mr. E.J. Huisman, advocaat te ’s-Gravenhage, en door een tolk in de Poolse taal.

  2. Identiteit van de opgeëiste persoon

    De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

  3. Grondslag en inhoud van het EAB

    In het EAB wordt melding gemaakt van een:

    - judgment of the Circuit Court of Torun from 18 September 2006, reference II K 3/06;

    - judgment of the District Court of Torun from 18 December 2006, reference X K 961/06;

    - judgment of the District Court of Torun from 5 August 2005, reference X K 1058/05;

    - judgment of the District Court of Torun from 6 June 2008, reference II K 691/05;

    - judgment of the District Court of Torun from 30 April 2007, reference II K 205/07.

    Uit een faxbericht van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 20 november 2012 blijkt dat het EAB abusievelijk als datum van vonnis II K 691/05 6 juni 2008 meldt en dat de juiste datum 6 juni 2006 is.

    Volgens het EAB zijn bij voornoemde vonnissen aan de opgeëiste persoon vrijheidsstraffen opgelegd voor de duur van respectievelijk:

    - 10 maanden (II K 3/06);

    - 1 jaar en 3 maanden (X K 961/06);

    - 8 maanden (X K 1058/05);

    - 1 jaar (II K 691/05);

    - 2 jaren (II K 205/07).

    De bij een email van 27 december 2012 gevoegde brief van de uitvaardigende justitiële houdt onder meer in dat het EAB abusievelijk meldt dat bij het vonnis van 6 juni 2006 (II K 691/05) aan de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar is opgelegd. Bij dat vonnis is aan de opgeëiste persoon namelijk de straf van vrijheidsbeperking voor de duur van één jaar opgelegd, bestaande uit het verrichten van “kosteloze maatschappelijke werken in het bereik van 30 uren per week”. Deze straf is uiteindelijk vervangen door een vrijheidsstraf voor de duur van 132 dagen.

    De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van voornoemde vrijheidsstraffen, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.

    De vonnissen betreffen de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

    3.1 Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW (vonnis II K 691/05)

    3.1.1 Inhoud EAB

    Onderdeel d) van het EAB houdt onder meer in:

    Please indicate whether the concerned person appeared in person at the trial, resulting in the decision:

    (…)

    No, the concerned person did not appear in person at the trial, in the result of which the judgment was rendered in cases (…) II K 691/05.

  4. If you answered “No”, please indicate which of the below-given circumstances occurs:

    (…)

    1. the concerned person was not summoned in person but by other means has actually received official information on the scheduled date and place of trial which resulted in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT