Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Oost-Nederland, 5 de Febrero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Nederland

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

team strafrecht

zittingsplaats Zutphen

meervoudige kamer

parketnummer: 06/940038-12

datum uitspraak: 5 februari 2013

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats op 1970],

thans verblijvende in het penitentiair psychiatrisch centrum van de PI Zwolle, Huub van Doornestraat 15 in Zwolle.

Raadsman: mr. V. Wolting, advocaat te Zwolle.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 1 mei 2012, 17 juli 2012, 9 oktober 2012, en 22 januari 2013.

Tenlastelegging

Nadat ter terechtzitting van 9 oktober 2012 de tenlastelegging is aangepast op grond van het in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering bepaalde, is aan de verdachte ten laste gelegd, dat:

zij in of omstreeks de periode van 16 januari 2012 tot en met 17 januari 2012 te Terwolde, gemeente Voorst, opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade haar zoons

- [zoon A] ([zoon A], geboren op [2001]) en/of

- [zoon B] ([zoon B], geboren [2004])

van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en (al dan

niet) na kalm beraad en rustig overleg,

- haar beide zoons een (grote) hoeveelheid medicijnen (onder meer diazepam

en/of tramadol en/of dipiperon en/of melatonine) en/of (andere) middelen

(vloeibaar en/of in tabletvorm) toegediend en/of gegeven en/of laten innemen,

tengevolge waarvan voornoemde [zoon A] en/of [zoon B] is/zijn

overleden;

art 287 Wetboek van Strafrecht

art 289 Wetboek van Strafrecht.

Taal- en/of schrijffouten

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

Aanleiding tot het onderzoek

Op 17 januari 2012, omstreeks 00.52 uur, kwam bij de Centrale Post Ambulancedienst van de gemeenschappelijke meldkamer Oost-Nederland een melding binnen van een man die op [vakantiepark], gevestigd aan de [adres in plaats], in een chalet zijn vriendin en haar twee kinderen bloedend had aangetroffen. Hierop zijn een ambulance, de brandweer en eenheden van de politie ter plaatse gegaan. Op het bed in de slaapkamer van chalet [nummer] werden drie lichamen aangetroffen. Vastgesteld werd dat de twee kinderen waren overleden. De vrouw, naar later bleek de verdachte, was nog in leven en werd in comateuze toestand overgebracht naar een ziekenhuis en opgenomen op een afdeling intensive care. De kinderen waren: [zoon A], geboren op [2001 in plaats], (hierna ook: [zoon A]) en [zoon B], geboren op [2004] (hierna ook: [zoon B]).

Standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het impliciet primair tenlastegelegde, te weten: moord, meermalen gepleegd. Zij heeft de bewijsmiddelen daartoe ter terechtzitting opgesomd en toegelicht.

Standpunt van de verdachte/de verdediging

De raadsman heeft ten aanzien van [zoon A] vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor het aannemen van causaal verband tussen de inname van medicijnen bij [zoon A] en diens overlijden, omdat bij hem ook een hartspierontsteking is gebleken. Uit een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) komt naar voren dat op grond van sectiebevindingen aannemelijk is dat de hartspierontsteking de zelfstandige doodsoorzaak van [zoon A] is en dat het even aannemelijk is dat de dood is ingetreden door de effecten van de aangetoonde toxicologische stoffen. De raadsman heeft verder vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde moord op [zoon B] nu de verdachte niet kan worden verweten met voorbedachte raad te hebben gehandeld. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor doodslag op [zoon B].

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank gaat bij de beoordeling van het tenlastegelegde uit van de volgende feiten en omstandigheden:

Op 17 januari 2012, omstreeks 00.52 uur, kregen verbalisanten de opdracht van de meldkamer Oost-Nederland om naar het [vakantiepark], gelegen aan de [adres in plaats], te gaan. Een verbalisant zag in chalet [nummer] ambulancepersoneel en op een bed in een slaapkamer drie personen liggen die niet (meer) bewogen. In het midden lag een vrouw tussen twee kinderen.2

De verdachte is op 1 februari 2012 onderworpen aan een forensisch-medisch onderzoek door een forensisch arts, waarbij verscheidene littekens aan de buigkant van beide handen en ellebogen van medisch behandelde huidklievingen variërend van 0,5 tot circa 4,5 cm zijn vastgesteld.3 In het ziekenhuis is van de verdachte bloed afgenomen en toxicologisch onderzocht, waarbij in het spijtserum benzodiazepinen, ibuprofen, lidocaïne, tramadol en een omzettingsproduct van tramadol zijn aangetoond. De concentraties van tramadol en desmethyltramadol zijn hoog tot zeer hoog, wat wijst op de inname van een hoge tot zeer hoge dosis tramadol. In het geval van tramadol en O-desmethyltramadol is sprake van toxische concentraties.4

Verplegend personeel heeft in een broekzak van de verdachte een (afscheids)brief aangetroffen, die in beslag is genomen.5 In de brief staat onder meer: 'Dit is een "voor altijd weg" brief ofwel ik stap uit het leven. (...) Waarom ook de kinderen? Waar moeten ze heen? Naar hun vader die ze geestelijk mishandeld, bedreigt enzo: Ik kan ze niets bieden en echt gelukkig zijn ze niet hun vader heeft ze alleen coke te bieden en net als ik veel schulden'.

Op 17 januari 2012 is tijdens een doorzoeking in chalet [nummer] medicatie aangetroffen en inbeslaggenomen. Dit betrof methylfenidaat, methylfenidaathydrochloride, ritalin, ibuprofen en paracetamol. In een handtas zijn medicatie en herhalingsrecepten op naam van de verdachte en [zoon A] en [zoon B] aangetroffen.6

Op 20 januari 2012 is door een verbalisant een onderzoek ingesteld naar (de inhoud van) acht afvalcontainers op [vakantiepark]. Een aantal afvalcontainers is voor verder onderzoek afgesloten en voorzien van nieuwe sloten.7 Op 31 januari 2012 heeft een verbalisant forensisch onderzoek gedaan naar het afval uit die afvalcontainers en naar het afval dat in een prullenbak buiten chalet [nummer] is aangetroffen. In dit afval zijn lege doordrukstrips en lege doosjes medicatie, waaronder Tramadol en Diazepam, aangetroffen. Doosjes waren voorzien van een adressticker op naam van de verdachte en afkomstig van [apotheek in plaats]. In totaal zijn achttien lege doordrukstrips van tien pillen per strip in het aan de verdachte en haar gezin te linken afval aangetroffen. Het gaat daarbij om negen strips Tramadol en negen strips Diazepam.8

Onderzoek heeft uitgewezen dat naar aanleiding van een kinderpsychiatrisch onderzoek met als uitkomst dat bij [zoon B] sprake was van een autismespectrumstoornis aan hem Dipiperon, Ritalin en melatonine werden voorgeschreven. Bij [zoon A] is de diagnose ADHD van het gecombineerde type vastgesteld en ook aan hem werden Dipiperon, Ritalin en melatonine voorgeschreven.9 In verband met chronische pijnklachten gebruikte de verdachte zelf Tramadol als pijnmedicatie in combinatie met Diazepam.10 De medicijnen voor de verdachte en haar kinderen werden verstrekt door [apotheek in plaats]. Uit informatie van die apotheek komt naar voren dat op 14 januari 2012 aan de verdachte 90 stuks 100 mg Tramadol en negentig stuks Diazepam 10 mg zijn verstrekt.11 Ter zitting heeft de verdachte bevestigd dat zij op zaterdag 14 januari 2012, toen zij in [plaats] was om haar woning te ontruimen, die medicijnen van die apotheek geleverd heeft gekregen.12

De verdachte heeft - in samenvattende zin - verklaard dat zij, [zoon A] en [zoon B] op 16 januari 2012 's middags pillen hebben ingenomen en dat het daarbij onder meer ging om Tramadol 100 mg en Diazepam 10 mg. Zij denkt dat zij veertien à vijftien lege strips in de prullenbak heeft gedaan. Toen de kinderen moe waren geworden zijn zij op het bed gaan liggen in haar slaapkamer. Later is zijzelf ook op bed gaan liggen tussen [zoon A] en [zoon B] in. Op een gegeven moment is zij wakker geworden en heeft zij bij haar kinderen geen hartslag meer gevoeld. Zij heeft zichzelf vervolgens gesneden. Ook heeft de verdachte verklaard dat zij uit het leven wilde stappen samen met haar kinderen en dat zij niet wilde dat haar kinderen naar haar ex gingen.13

Forensisch onderzoek NFI ten aanzien van [zoon A] ([zoon A])

Drs. R. Oosting, apotheker en werkzaam als forensisch toxicoloog bij het NFI, heeft toxicologisch onderzoek naar lichaamsmateriaal van [zoon A] verricht.14 In diens lichaamsmateriaal zijn diazepam, desmethyldiazepam, temazepam, oxazepam, tramadol, O-desmethyltramadol, vluchtige stoffen (die van nature in het lichaam voor kunnen komen dan wel postmortaal kunnen worden gevormd) en mogelijk een omzettingsproduct van tramadol en melatonine aangetoond. De in het bloed aangetoonde concentraties diazepam, desmethyldiazepam, temazepam en met name tramadol, een opiaat, hebben een bijdrage geleverd aan het overlijden door dempende effecten op het centrale zenuwstelsel en de ademhaling. De combinatie van de in het femoraalbloed aangetoonde concentraties tramadol, diazepam, desmethyldiazepam en temazepam past beter bij bloedconcentraties die hebben geleid tot het overlijden van [zoon A] dan bij concentraties waarbij dit niet het geval is. Op basis van het uitgevoerde toxicologische onderzoek kan het overlijden van [zoon A] worden verklaard bij uitsluiting van een andere doodsoorzaak.15 De toxicoloog heeft verder aangegeven dat gebruikelijke therapeutische concentraties in plasma tussen 0,2 en 0,5 mg/l liggen. Concentraties in plasma zijn voor alle stoffen gelijk aan concentraties in bloed maar verschillen in het algemeen niet meer dan een factor 2. Toxische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT