Hoger beroep van Council of State (Netherlands), Gravenhage, February 25, 2013
Datum uitspraak | 2013-02-25 |
Uitgevende instantie: | 's-Gravenhage |
201300087/1/V3.
Datum uitspraak: 25 februari 2013
RAAD VAN STATE
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 24 december 2012 in zaak nr. 12/39104 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2012 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 24 december 2012 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
-
Hetgeen als grieven 1 en 3 is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
-
Ingevolge artikel 59, derde lid, van de Vw 2000 blijft bewaring van een vreemdeling achterwege indien en wordt de opgelegde bewaring beëindigd zodra hij te kennen geeft Nederland te willen verlaten en hiertoe voor hem ook de gelegenheid bestaat.
Ingevolge paragraaf A6/5.3.8. van de Vreemdelingencirculaire 2000, voor zover thans van belang, wordt aan dat laatste vereiste slechts voldaan, indien de vreemdeling over een geldig grensoverschrijdingsdocument, een vlieg- of reisticket of over voldoende middelen van bestaan beschikt.
2.1. De vreemdeling klaagt in grief 2 dat de rechtbank niet heeft onderkend dat vanaf 21 december 2012, de dag van de zitting bij de rechtbank, aan de voorwaarden van artikel 59, derde lid, van de Vw 2000 was voldaan en dat de staatssecretaris derhalve aan voormeld artikel toepassing had moeten geven.
Daartoe voert de vreemdeling aan dat voor hem vanaf 21 december 2012 de gelegenheid bestond Nederland te...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT