Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 26 de Febrero de 2013

Datum uitspraak26 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/3083 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van

20 april 2011, 10/1919 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg (college)

Datum uitspraak 26 februari 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellante hebben mr. L. Orie en mr. M.L.M. Klinkhamer van juridisch adviesbureau Legal2People (Legal2People) hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2013. Voor appellante is verschenen mr. Klinkhamer. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door P. Bos.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellante ontvangt bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande. Op 16 oktober 2009 heeft zij een aanvraag ingediend om bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van € 192,-- in de kosten van rechtshulp verleend door Legal2People. Zoals blijkt uit een factuur van 13 september 2009 gaat het om de kosten van het indienen van een bezwaarschrift tegen een beschikking van 18 augustus 2009 en een verzoek om voorlopige voorziening van 13 augustus 2009. Bij besluit van 20 oktober 2009 heeft het college de aanvraag afgewezen op de grond dat de noodzaak van de kosten niet kan worden vastgesteld aangezien appellante geen civiele toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand kan overleggen.

    1.2. Bij besluit van 5 maart 2010 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van appellante tegen het besluit van 20 oktober 2009 ongegrond verklaard. Het college heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een eigen bijdrage die betaald dient te worden nadat een toevoeging op grond van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) is verleend. Appellante had voor kosten van rechtsbijstand een beroep kunnen doen op de Wrb, een voorliggende voorziening in de zin van artikel 15 van de WWB. Zij had zich voor rechtsbijstand kunnen wenden tot bijvoorbeeld het juridisch loket of de sociaal raadslieden, waar zij nadere informatie had kunnen krijgen over een toevoeging op grond van de Wrb alsmede een doorverwijzing naar een rechtshulpverlener die op basis van een toevoeging had kunnen procederen. In dat geval had zij de eigen bijdrage vergoed kunnen krijgen van het college. Appellante heeft ervoor gekozen dit niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT