Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Noord-Holland, 12 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Holland

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 13/871 en 13-1080

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 maart 2013 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eisers], te [woonplaats], eisers

(gemachtigde: mr. S. Çakici-Reinders),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder

(gemachtigde: T. van den Hoff ).

Procesverloop

Bij besluit van 1 oktober 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers bericht dat zij vanaf 11 april 2012 recht hebben op een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb). Voorts heeft verweerder bij dit besluit de Wwb-uitkering van eisers ingetrokken per 1 september 2012, omdat eisers beiden onderwijs kunnen volgen die bekostigd wordt uit de rijkskas, waarbij er aanspraak is op studiefinanciering.

Eisers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter voorts verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd onder nr. AWB 13/871.

Voordat een zitting heeft plaatsgevonden, heeft verweerder bij besluit van 8 februari 2013, verzonden 11 februari 2013, (het bestreden besluit) het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, zodat het verzoek om voorlopige voorziening geldt als een verzoek gedaan hangende het beroep bij de rechtbank. Het beroep is geregistreerd onder nr. AWB 13/1080.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2013. Prinsen (hierna: eiser) is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

  1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.

  2. Eisers wonen samen sinds 11 april 2012. Zij hebben de zorg voor drie minderjarige kinderen. Eisers zijn beiden jonger dan 27 jaar: eiser is geboren op 20 mei 1986 en Credoe (hierna: eiseres) is geboren op 30 september 1987.

  3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eisers zich hadden kunnen inschrijven voor een opleiding die recht geeft op studiefinanciering. Zij hebben dat echter niet gedaan. Eisers hebben aangegeven dat zij liever aan het werk gaan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT