Kort geding van Rechtbank Amsterdam, 12 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/535405 / KG ZA 13-147 HJ/JWR

Vonnis in kort geding van 12 maart 2013

in de zaak van

de stichting

STICHTING ORFEOS STUDIO'S,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres bij dagvaarding van 8 februari 2013,

advocaat mr. L.E. de Geer te Amsterdam.

tegen

  1. de publiekrechtelijke rechtspersoon

    DE GEMEENTE AMSTERDAM (STADSDEEL OOST),

    zetelend te Amsterdam,

    advocaat mr. P. Oosterlaken te Amsterdam,

    gedaagde,

  2. de naamloze vennootschap

    FGH BANK N.V.,

    zetelend te Utrecht,

    advocaat mr. R.J.G. Mengelberg te Bussum,

    gedaagde, tevens voorwaardelijk tussenkomende partij.

    Partijen zullen hierna Stichting Orfeos, de Gemeente en FGH genoemd worden.

  3. De procedure

    Ter terechtzitting van 5 maart 2013 heeft Stichting Orfeos gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. De Gemeente en FGH hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen.

    Bij brief van 28 februari 2013 heeft FGH zich wat de vordering van Stichting Orfeos jegens de Gemeente betreft voorwaardelijk gevoegd aan de zijde van Stichting Orfeos. Ter terechtzitting heeft FGH jegens de Gemeente gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte akte wijziging eis. De Gemeente heeft zich ter terechtzitting verzet tegen de voorwaardelijke voeging van FGH aan de zijde van Stichting Orfeos.

    Alle partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Met instemming van de andere partijen is door de Gemeente ter terechtzitting nog een aanvullende productie overgelegd.

    Ter terechtzitting waren onder meer aanwezig:

    - namens Stichting Orfeos de heren [A] en [B] (beiden [functie]), bijgestaan door mr. De Geer;

    - namens de Gemeente de heer [C] ([functie]), bijgestaan door mr. Oosterlaken en mr. B.R. ter Haar;

    - namens FGH de heer [D] (werkzaam bij de Rabobank), de heren

    [E] en [F] (werkzaam bij de afdeling bijzonder beheer), bijgestaan door mr. Mengelberg.

    Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

  4. De feiten

    2.1. Stichting Orfeos is erfpachter van het muziekmakerscentrum MuzyQ.

    Het gebouw is gevestigd in het nieuw ontwikkelde gebied “Oostpoort”.

    2.2. Voor de financiering van de bouw van MuzyQ heeft Stichting Orfeos leningen afgesloten bij FGH van in totaal € 26.150.000,-. Partijen zijn een aflossingsschema overeengekomen waarbij ieder kwartaal een bedrag aan (variabele) rente en een bedrag aan aflossing wordt betaald.

    2.3. De Gemeente, Stichting Orfeos en FGH hebben op 23 augustus 2007 een overeenkomst gesloten (hierna te noemen: de Garantieovereenkomst), waarin de Gemeente zich garant stelt voor de nakoming van de uit de leningovereenkomst voor Stichting Orfeos voortvloeiende financiële verplichtingen. Hierin is onder meer de volgende bepaling opgenomen:

    “Garant [= de gemeente; vzr] verbindt zich jegens de bank [=FGH; vzr] om op eerste schriftelijke verzoek van de bank (…) aan de bank te voldoen het door de bank op basis van deze garantie gevorderde bedrag. Het maximale bedrag dat de bank uit hoofde van de garantie bij de garant kan vorderen is (….) € 1.500.000,- per jaar”.

    2.4. Partijen zijn verder overeengekomen dat Stichting Orfeos een bedrag van

    € 1.000.000,- bij FGH in depot zal aanhouden (het calamiteitendepot). Ingeval Stichting Orfeos in gebreke blijft met de nakoming van haar verplichtingen zal eerst dit bedrag worden aangesproken alvorens een beroep op de door de Gemeente afgegeven garantie wordt gedaan.

    2.5. Omdat Stichting Orfeos in gebreke bleef met het voldoen van haar betalingsverplichtingen op grond van de onder 2.3 bedoelde leningovereenkomst is het calamiteitendepot aangesproken. Op 30 september 2010 heeft FGH de Gemeente bericht dat het calamiteitendepot volledig was uitgeput en dat zij aanspraak maakt op de garantieverplichting van de Gemeente. De Gemeente heeft sindsdien wel de rente voldaan, maar niet de aflossingen.

    2.6. In december 2011 heeft bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank een kort geding gediend waarin de Gemeente vorderde dat Stichting Orfeos zou worden geboden over te gaan tot verkoop en medewerking aan de levering van het erfpachtrecht ter zake het muziekcentrum, op grond van een recht van eerste koop dat aan de Gemeente was toegekend. Stichting Orfeos heeft in deze procedure verweer gevoerd met onder meer de stelling dat het niet kunnen voldoen aan haar betalingsverplichtingen een gevolg was van achterblijvende gebiedsontwikkeling, waarvoor zij de Gemeente verantwoordelijk achtte. Na de terechtzitting is de procedure ingetrokken, waarna partijen in overleg hebben geprobeerd een oplossing te bereiken, bij welk overleg ook FGH is betrokken. Tussen de Gemeente en Stichting Orfeos is onder leiding van een mediator overeenstemming bereikt over een oplossing die, kort gezegd, inhield dat Stichting Orfeos volgens een tussen partijen overeengekomen schema in de loop der jaren steeds meer rente zou gaan betalen, waardoor zij in 2018 de achterstallige rente zou hebben ingelopen en vervolgens aan de aflossing...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT