Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 28 de Agosto de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 28 de Agosto de 2012 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands) |
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Zaaknummer : 200.103.446/01
Rolnummer rechtbank : 1281867 \ CV EXPL 11-57200
arrest van 28 augustus 2012
inzake
[appellant]
wonende te Rotterdam,
kantoorhoudende te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland,
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. F. van Schaik te Berkel en Rodenrijs,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te Rotterdam,
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. K.T.F. Chocolaad te ‘s-Gravenhage.
Het geding
Bij exploot van 1 maart 2012 is [appellant] in hoger beroep gekomen van een door de rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam tussen partijen gewezen vonnis van 20 januari 2012. In de appeldagvaarding heeft [appellant] twee grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord met producties heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden.
Vervolgens zijn de stukken overgelegd en is arrest gevraagd. Omdat de gefourneerde stukken niet compleet waren, heeft de griffier de ontbrekende stukken telefonisch bij [appellant] opgevraagd, die deze bij brief van 23 juli 2012 heeft ingezonden. Het betreft de dagvaarding in eerste aanleg met producties en de conclusie van antwoord met producties.
Beoordeling van het hoger beroep
-
De door de kantonrechter in het vonnis van 20 januari 2012 onder 2.1. tot en met 2.3. vastgestelde feiten zijn niet in geschil, zodat ook het hof daarvan uitgaat.
-
Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.
2.1. Twee advocaten die voorheen in dienst waren bij [appellant], mr. M.J.E.H. van Baarle en mr. J.C. Koster (hierna respectievelijk Van Baarle en Koster genoemd), hebben in opdracht en voor rekening van [geïntimeerde] voor haar werkzaamheden verricht in een echtscheidings- en boedelverdelingsprocedure. Op die overeenkomst van opdracht zijn de algemene voorwaarden van het kantoor van [appellant] van toepassing. [appellant] heeft geen aanvraag om een toevoeging bij de Raad voor Rechtsbijstand voor [geïntimeerde] ingediend.
2.2. Namens [appellant] hebben Van Baarle en Koster de volgende declaraties verstuurd aan [geïntimeerde]:
Factuurnummer Datum Bedrag
002008045 22-02-2008 € 2.969,24
002009287 18-09-2009 € 1.645,86
002010208 01-07-2010 € 3.396,10
002010347 25-10-2010 € 15.607,12
002011219 22-08-2011 € 1.436,93
002011236 15-09-2011 € 249,90
Totaal € 25.305,15
2.3. [geïntimeerde] heeft in totaal een bedrag van € 7.969,24 aan [appellant] betaald. [appellant] vordert in deze procedure de restant hoofdsom vermeerderd met incassokosten groot € 18.335,91, vermeerderd met rente over het restant declaratiebedrag van € 17.335,91 vanaf de datum van dagvaarding in eerste aanleg.
-
De kantonrechter heeft zich onbevoegd verklaard om van de vordering van [appellant] kennis te nemen – kort gezegd – omdat het verweer van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT