Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Den Haag, 29 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Den Haag

RECHTBANK DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer 09/721095-12

Datum uitspraak: 29 maart 2013

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats]

[adres]

  1. Het onderzoek ter terechtzitting

    Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 18 maart 2013.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.C.E.T. Ceuninck van Capelle-Willems en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. M. Jansen, advocaat te Spijkenisse, en door verdachte naar voren is gebracht.

  2. De tenlastelegging

    Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

  3. zij op één of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 september 2006 tot en

    1 mei 2007 te Bodegraven en/of Alphen aan de Rijn en /of Nieuwerkerk aan de

    IJssel en/of Earnewoude en/of Antwerpen, althans in Nederland en/of België,

    met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1993, die de leeftijd van twaalf

    jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, één of

    meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede

    bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],

    hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal,

    - die [slachtoffer] gevingerd, althans één of meer vingers in de vagina van die

    [slachtoffer] gebracht en/of vervolgens met die vinger(s) bewogen en/of

    - met haar, verdachtes tong, gelikt in en/of bij en/of aan de vagina en/of

    bij de schaamstreek van die [slachtoffer] en/of

    - een komkommer, althans een voorwerp, in de vagina van die [slachtoffer]

    gebracht en/of gehouden en/of gedaan en/of

    - met die [slachtoffer] getongzoend, althans haar, verdachtes, tong in de mond

    van die [slachtoffer] gedaan,

    zulks terwijl die [slachtoffer] aan haar, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of

    waakzaamheid was toevertrouwd;

  4. zij op één of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 september 2006 tot en

    1 mei 2007 te Bodegraven en/of Alphen aan de Rijn en /of Nieuwerkerk aan de

    IJssel en/of Earnewoude en/of Antwerpen, althans in Nederland en/of België met

    [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1993, die toen de leeftijd van zestien

    jaren nog niet had bereikt, buiten echt, meermalen, althans éénmaal één of

    meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen,

    althans éénmaal:

    - zich laten vingeren door die [slachtoffer] althans, door die [slachtoffer] één of

    meer vingers in de vagina van haar, verdachte, te laten brengen en/of

    vervolgens met die vinger(s) te bewegen en/of

    - zich laten betasten en/of likken aan en/of bijten in haar borsten door die

    [slachtoffer] en/of

    - betasten van en/of likken aan en/of bijten in de borsten van die [slachtoffer]

    en/of

    - zich laten likken aan haar, verdachtes, vagina en/of bij haar verdachtes

    schaamstreek door die [slachtoffer] en/of

    - een komkommer, althans een voorwerp, door die [slachtoffer] in haar,

    verdachtes, vagina laten brengen en/of houden,

    zulks terwijl die [slachtoffer] aan haar, verdachtes, zorg en/of opleiding en/of

    waakzaamheid was toevertrouwd;

  5. zij op één of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 september 2006 tot en

    1 mei 2007 te Bodegraven en/of Alphen aan de Rijn en /of Nieuwerkerk aan de

    IJssel en/of Earnewoude en/of Antwerpen, althans in Nederland en/of België,

    ontucht heeft gepleegd met de aan haar zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid

    toevertrouwde minderjarige [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1993,

    terwijl zij, verdachte, mentrix en/of lerares was van die [slachtoffer] en/of

    mentrix en/of lerares was op de school waar die [slachtoffer] les had immers

    heeft zij meermalen, althans éénmaal:

    - zich laten vingeren door die [slachtoffer] althans, door die [slachtoffer] één of

    meer vingers in de vagina van haar, verdachte, te laten brengen en/of

    vervolgens met die vinger(s) te bewegen en/of

    - zich laten betasten en/of likken aan en/of bijten in haar borsten door die

    [slachtoffer] en/of

    - de borsten van die [slachtoffer] betast en/of gelikt en/of gebeten en/of

    - zich laten likken aan haar, verdachtes, vagina en/of bij haar schaamstreek

    door die [slachtoffer] en/of

    - een komkommer, althans een voorwerp, door die [slachtoffer] in haar,

    verdachtes, vagina laten brengen en/of houden.

  6. Bewijsoverwegingen

    3.1 Inleiding

    Verdachte wordt verweten gedurende een periode van acht maanden ontucht te hebben gepleegd met de destijds 13- en 14-jarige [slachtoffer], haar pupil/leerlinge.

    3.2 Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de drie tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.

    3.3 Het standpunt van de verdediging

    De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de drie tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, behoudens voor zover het de daarin opgenomen periode (van 1 september 2006 tot en met 1 mei 2007) betreft. De verdediging heeft bepleit dat, wat de bewezenverklaring betreft, wordt aangeknoopt bij de, nauwkeurige, verklaring van verdachte op dit punt.

    3.4 De beoordeling van de tenlastelegging1

    De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, nu verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte geen vrijspraak bepleit.

    De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:

    - de aangifte van het [slachtoffer], zoals opgenomen in het proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juli 2012, p. 37 t/m 45, met bijlagen;

    - de bekennende verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris van deze rechtbank, mr. J.J.M. Gielen-Winkster, zoals opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte inbewaringstelling d.d. 28 september 2012;

    - de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals opgenomen in het proces-verbaal van die zitting van 18 maart 2013.

    Op grond van voormelde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met [slachtoffer] - die is geboren op [geboortedatum] 1993 - op verschillende tijdstippen ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Tijdens het plegen van die handelingen was [slachtoffer] aan de zorg, opleiding en waakzaamheid van verdachte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT