Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Oost-Brabant, 28 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Brabant

RECHTBANK OOST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/2117

uitspraak van de meervoudige kamer van 28 maart 2013 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. K. van Heesch),

en

Belastingdienst/ Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Procesverloop

Bij besluit van 25 januari 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers definitief vastgestelde kinderopvangtoeslag voor het berekeningsjaar 2008 herzien en vastgesteld op

€ 2.339,00. Tevens heeft verweerder bepaald dat eiser in totaal € 1.145,00 aan voorschotten terug diende te betalen.

Bij besluit van 4 juni 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Verweerder heeft vervolgens bij besluit van 16 juni 2012 de

definitief vastgestelde kinderopvangtoeslag voor het berekeningsjaar 2008 herzien en vastgesteld op nihil en daarbij bepaald dat eiser in totaal € 2.339,00 aan eerder toegekende kinderopvangtoeslag terug diende te betalen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting door de meervoudige kamer heeft plaatsgevonden op 17 januari 2013. Deze zaak is gevoegd behandeld met de zaken AWB 11/4227, 12/942 en 12/1904, 12/2117 en 12/1312. Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

  1. De rechtbank splitst de zaken en doet thans uitspraak in de zaak AWB 12/2117.

  2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard omdat eiser geen recht zou hebben op kinderopvangtoeslag voor het jaar 2008. Verweerder heeft vervolgens bij besluit van 16 juni 2012, door verweerder ter zitting aangeduid als de systeembeschikking, de definitief vastgestelde kinderopvangtoeslag voor het berekeningsjaar 2008 herzien en vastgesteld op nihil. Aan deze herziening liggen dezelfde overwegingen ten grondslag als aan het bestreden besluit. De rechtbank is van oordeel dat het besluit van 16 juni 2012 het gevolg is van de in het bestreden besluit gedane heroverweging in de zin van artikel 7:11, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze besluiten kunnen naar hun strekking als één beslissing op bezwaar worden aangemerkt. De rechtbank gaat er daarom van uit dat het beroep niet alleen is gericht tegen het bestreden besluit van 4 juni 2012, maar ook tegen het besluit van 16 juni 2012.

  3. De rechtbank gaat uit van de volgende vaststaande feiten en omstandigheden.

    Eiser heeft een gastouderovereenkomst gesloten met zijn moeder, [naam moeder] (de gastouder) en gastouderbureau [naam gastouderbureau] (het gastouderbureau) als bemiddelingsbureau. In 2008 bedroegen de opvangkosten voor de drie kinderen van eiser in totaal € 4.026,00. Eiser heeft met het oog op deze kosten een voorschot kinderopvangtoeslag ontvangen van

    € 3.483,84. Eiser heeft in 2008 een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT