Hoger beroep van Gerechtshof Den Haag (Nederland), 26 de Marzo de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 26 de Marzo de 2013 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
Rolnummer: 22-001173-12
Parketnummer: 09-647651-11
Datum uitspraak: 26 maart 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 29 februari 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1970,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 13 november 2012 en 12 maart 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken, waarvan vier weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2010 tot en met 17 februari 2011 te Gouda, in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde partij], met het oogmerk die [benadeelde partij], te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen door - regelmatig brieven te sturen naar die [benadeelde partij] en/of
- meerdere e-mails te sturen naar die [benadeelde partij] en/of
- SMS-berichten te sturen naar die [benadeelde partij] en/of
- die [benadeelde partij] te bellen en/of
- bij die [benadeelde partij] aan de deur te komen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 28 oktober 2010 tot en met 17 februari 2011 te Gouda, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde partij], met het oogmerk die [benadeelde partij], te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen door - regelmatig brieven te sturen naar die [benadeelde partij] en
- meerdere...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT