Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Oost-Brabant, 15 de Abril de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Brabant

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rekestnummer: C/01/259230 / EX RK 13-22

Beschikking van 15 april 2013

in de zaak van

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    FOUR KIDS B.V.,

    gevestigd te Mierlo,

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [verzoekster 2],

    gevestigd te [vestigingsplaats],

  3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    COMFORTMOBIEL HOLDING B.V.,

  4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    COMFORTMOBIEL PRODUCTS B.V.,

    beiden gevestigd te Eindhoven,

    verzoeksters,

    advocaat mr. G.A. van Meeteren te Eindhoven,

    tegen

  5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    JEFKE HOLDING B.V.,

  6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    JEDRE BEHEER B.V.,

    beiden gevestigd te Mierlo,

  7. [verweerder 3],

    wonende te [woonplaats],

    verweerders,

    advocaat mr. J.R.P.M Scheepers te Roermond.

  8. De procedure

    Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het verzoekschrift van 19 februari 2013 met producties, genummerd 1 tot en met 58;

    - het verweerschrift voorlopig getuigenverhoor tevens inhoudende (voorwaardelijk) tegenverzoek tot het houden van een contra-enquête van 14 maart 2013;

    - de mondelinge behandeling van 19 maart 2013.

  9. Het verzoek

    2.1. Het verzoekschrift strekt er toe een voorlopig getuigenverhoor te bevelen van veertien getuigen, met benoeming van een rechter-commissaris ten overstaan van wie dit getuigenverhoor zal worden gehouden, met bepaling van een tijdstip waarop dit voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden en van het tijdstip waarop verzoekster uiterlijk een afschrift van dit verzoekschrift en van de daarop te geven beschikking aan gerekestreerde moet doen toekomen. Tevens wordt verzocht om op de voet van artikel 191 lid 1 Rv een comparitie te gelasten.

    2.2. Verzoeksters stellen zich op het standpunt dat zij door onrechtmatig handelen van verweerders als (indirect) statutair bestuurder en (indirect) medeaandeelhouder jegens de vennootschap, haar bestuurders en haar medeaandeelhouders, schade hebben geleden. Verzoeksters menen recht te hebben op vergoeding van die schade door gerekestreerden die volgens verzoeksters hoofdelijk aansprakelijk zijn. Verzoeksters wensen thans nader te onderzoeken hoe het functioneren van [verweerder 3] tot aansprakelijkheid leidt en ten opzichte van wie. Teneinde eenduidig vast te stellen onder welke omstandigheden, met welke gedragingen en met welke intentie, opzet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT