Kort geding van Rechtbank Amsterdam, 29 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/537543 / KG ZA 13-283 HB/MB

Vonnis in kort geding van 29 maart 2013

in de zaak van

  1. de stichting

    STICHTING EIGEN HUIS AMSTERDAM-NOORD,

    gevestigd te Amsterdam,

    en

  2. [eiseres 2],

    vertegenwoordigd door haar moeder, tevens curator, [A],

  3. [eiseres 3],

    vertegenwoordigd door haar zusters, [B] en [C],

  4. [eiseres 4],

  5. [eiseres 5],

    vertegenwoordigd door haar ouders, [D] en [E],

  6. [eiseres 6],

    vertegenwoordigd door haar vader, tevens curator [F] en diens partner [G],

    allen wonende te [plaats],

    eiseressen bij dagvaarding van 12 maart 2013,

    advocaat mr. M. Westerveld te Amsterdam,

    tegen

    [gedaagde],

    vertegenwoordigd door haar moeder [H] en diens partner

    mr. [J]

    wonende te [plaats],

    gedaagde,

    advocaat mr. J.H.H. Baljet te Amsterdam.

  7. De procedure

    Ter terechtzitting van 21 maart 2013 hebben eiseressen, eiseres sub 1 hierna ook: de Stichting en eiseressen sub 2 tot en met 6 ook: [eiseres 2] c.s., gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, hierna ook: [gedaagde], heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Alle partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

    Vonnis is bepaald op heden. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter in grote lijnen kenbaar gemaakt hoe zijn beslissing zal luiden en partijen in overweging gegeven hun geschil alsnog in der minne op te lossen en hem, als dat zou lukken, daarvan terstond voorafgaand aan de vonnisdatum, in kennis te stellen. De voorzieningenrechter hebben echter geen berichten bereikt dat partijen daarin zijn geslaagd.

    Ter zitting waren aanwezig:

    Aan de zijde van eiseressen: [A] (moeder, tevens curator van eiseres sub 2), [B] en [C] (zusters van eiseres sub 3), [D] en [E] (ouders van eiseres sub 5), [F] (vader, tevens curator van eiseres sub 6, hierna: [F]) en diens partner [G] (hierna: [G]), [K], adviseur, en mr. Westerveld;

    Aan de zijde van [gedaagde]: [H] (moeder van [gedaagde], hierna [H]) en haar echtgenoot mr. [J] (hierna: [J]) en mr. Baljet.

  8. De feiten

    2.1. De Stichting is opgericht op 6 juni 1996 en heeft ten doel het opzetten en in stand houden (eventueel exploiteren) van woonvoorzieningen voor vrouwen met een verstandelijke handicap, ongeacht hun woonniveau.

    2.2. [eiseres 2] c.s. en [gedaagde] (hierna: de bewoonsters) vormen samen een woongroep ten behoeve waarvan de Stichting zich inzet. De Stichting huurt woonruimte voor de bewoonsters en verhuurt deze aan hen onder, op basis van (tot op heden) individuele huurovereenkomsten. Daarnaast sluit de Stichting een samenwerkingsovereenkomst met een erkende zorginstelling (thans: de Stichting Philadelphia Zorg, hierna: Philadelphia) ten behoeve van de zorgverlening aan de bewoonsters. De bewoonsters beschikken ieder over een PGB (Persoonsgebonden Budget) en hun woonruimte is gelegen aan de [adres 1] te [plaats].

    2.3. In de oorspronkelijke statuten van de Stichting (hierna: de statuten) is onder meer het volgende vermeld:

    “BESTUUR.

    Artikel 3.

  9. De Stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit tenminste drie en ten hoogste negen leden, te benoemen uit familieleden van (toekomstige) bewoonsters van de woonvoorziening, en wel minstens één per betrokken familie (…).

    Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester die tezamen het dagelijks bestuur vormen; (…)

  10. Het bestuur blijft bevoegd indien het uit minder dan het vastgestelde minimum bestaat.

    (…)

  11. Een bestuurslid kan te allen tijde door een eenstemmig besluit van andere bestuursleden worden ontslagen of geschorst, met een meerderheid van twee/derde der stemmen in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering waarin tenminste twee/derde van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.

    Indien op een zodanige vergadering het quorum als voormeld niet aanwezig of vertegenwoordigd is, zal een tweede vergadering worden bijeengeroepen (…); voor de rechtsgeldigheid van het besluit, in deze tweede vergadering genomen, is geen quorum vereist, doch blijft het vereiste van een twee/derde meerderheid gehandhaafd.

    (…)

  12. Men houdt voorts op lid van het bestuur te zijn:

    (…)

    1. door ontslag door de rechtbank.

    (…)

    Artikel 4

    (…)

  13. Bij verschil van mening tussen de overblijvende bestuursleden omtrent de benoeming, alsmede wanneer alle bestuursleden mochten komen te ontbreken en voorts indien de overgebleven bestuursleden zouden nalaten binnen een redelijke termijn in de vacature(s) te voorzien, zal de voorziening geschieden door de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie.

    VERTEGENWOORDIGING.

    Artikel 6.

    De Stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door drie gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur.

    (…)

    BESTUURSVERGADERINGEN.

    Artikel 9.

    (…)

  14. Bestuursleden kunnen zich in vergadering bij volmacht doen vertegenwoordigen;

    (…)

    STEMMINGEN.

    Artikel 10.

    Voor zover niet anders bepaald, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen.

    (…)

    STATUTENWIJZIGING

    Artikel 13.

  15. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.

    Het besluit daartoe zal slechts kunnen worden genomen met tenminste twee/derde der stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

  16. De wijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. (…)

    Artikel 16

    In alle gevallen waarin noch de statuten, noch een huishoudelijk reglement voorzien, beslist het bestuur.”

    2.4. In de notulen van een ‘extra’ vergadering van de Stichting die heeft plaatsgevonden op 7 april 2010 is vermeld dat het bestuur heeft besloten dat [J] nooit meer als adviseur of onderhandelaar voor de Stichting mag optreden en dat [H] met onmiddellijke ingang uit haar functie van voorzitter wordt gezet. [J] en [H] waren tijdens deze vergadering niet aanwezig.

    2.5. Op 28 april en op 11 mei 2010 hebben bestuursvergaderingen van de Stichting plaatsgevonden. Volgens het verslag van de vergadering van 28 april 2010 is [F] tot voorzitter van het bestuur benoemd. Ook tijdens deze vergaderingen was [H] niet aanwezig. Tijdens de vergadering van 11 mei 2010 is een besluit genomen tot wijziging van de statuten, waarbij de volgende tekst is vastgesteld:

    “Artikel 3.

    Lid 1.

    De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit tenminste drie en ten hoogste twaalf leden, te benoemen uit familieleden, curatoren en aangewezenen van de (toekomstige) bewoonsters van de woonvoorziening, en wel minstens één per betrokken familie en die onderling hun werkzaamheden verdelen.”

    Alle toenmalige bestuursleden – te weten [A], [D], [E], [F], [G] (hiervoor vermeld als aanwezig ter zitting), de ouders van eiseres sub 3 en de bewindvoerder/mentor van eiseres sub 4 – zijn met deze statutenwijziging akkoord gegaan, met uitzondering van (de afwezige) [H].

    De statutenwijziging is op 31 oktober 2012 vastgelegd bij akte, verleden voor

    mr. [L], notaris te [plaats] (hierna: de notaris).

    2.6. Per brief van 28 juni 2012 heeft Philadelphia de overeenkomst(en) met de Stichting en de bewoonsters opgezegd, met ingang van 1 januari 2013, aangezien partijen het niets eens konden worden over (onder meer) de tarieven.

    2.7. Eind 2012 is het bestuur in gesprek gegaan met de besloten vennootschap WoondroomZorg B.V. (hierna WDZ), over de overname van de zorg voor de bewoonsters. WDZ heeft de Stichting in dit verband een samenwerkings-overeenkomst en een dienstverleningsovereenkomst (als producties 10 en 11 door eiseressen in het geding gebracht) aangeboden.

    2.8. Onder de gedingstukken (productie 12 van eiseressen) bevindt zich voorts een zorgverleningsovereenkomst (ook wel (zoals in het petitum van de dagvaarding onder b) zorgovereenkomst genoemd, hierna: de zorgverleningsovereenkomst) die de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT