Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 9 de Octubre de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Octubre de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 07/2145 BESLU

uitspraak van de meervoudige kamer

in de zaak tussen:

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

gemachtigde mr. J.C. Arendse,

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

verweerder,

gemachtigde [vertegenwoordiger gemachtigde].

  1. Procesverloop

    Verweerder heeft de inschrijving van eiser in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) op [adres 1] per 1 augustus 2006 gewijzigd in: "vertrokken naar onbekend".

    Bij besluit van 11 april 2007 heeft verweerder het daartegen door eiser gemaakte bezwaar ongegrond verklaard (het bestreden besluit). Daarbij heeft verweerder de registratie "vertrokken naar onbekend" gewijzigd in een zogeheten puntadres.

    Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.

    Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    Onder toepassing van het bepaalde in artikel 8:64, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting van 3 maart 2008 geschorst en het vooronderzoek hervat.

    De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting van de meervoudige kamer op 11 september 2008.

    Eiser is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J.C. Arendse.

    Verweerder is verschenen bij gemachtigde [vertegenwoordiger gemachtigde].

  2. Overwegingen

    2.1. De van belang zijnde feiten en omstandigheden

    2.1.1. Naar aanleiding van langer bij verweerder bestaande vermoedens dat een vijftal panden in de [straat] te Amsterdam in strijd met het bestemmingsplan en de Bouwverordening op bedrijfsmatige wijze als hotel/pension/kamer werden geëxploiteerd en voorts dat personen in deze panden stonden ingeschreven die daar niet (meer) woonden, heeft verweerder een onderzoek ter plaatse gestart. Het gaat hierbij om de panden met de huisnummers 16, 18, 20, 28 en 30, en in totaal 12 etages. Op 26 juli 2006 zijn de panden vanaf 's morgens 7:00 uur door medewerkers van de Dienst Wonen, afdeling Bouw- en Woningtoezicht en de Dienst Persoonsgegevens (DPG) bezocht. Vastgesteld is dat in diverse kamers mensen kortdurend verbleven.

    2.1.2. De bevindingen van de actie van 26 juli 2006 zijn voor verweerder aanleiding geweest om de inschrijving van eiser in de GBA op [adres 1] per 1 augustus 2006 te wijzigen in "vertrokken naar onbekend", welke registratie bij het bestreden besluit is gewijzigd in een zogeheten puntadres.

    2.2. Standpunten van partijen

    2.2.1 Eiser stelt dat de medewerker van de DPG, [persoon 3], die het pand nr [nummer] heeft bezocht, niet over een machtiging beschikte om binnen te treden. Omdat eiser hem evenmin toestemming heeft gegeven om de woning te betreden, is volgens eiser sprake van onrechtmatig verkregen bewijs. De Wet GBA geeft verweerder geen bevoegdheid tot binnentreden. Eiser betoogt dat [persoon 3] ten onrechte mee naar binnen is gekomen met de medewerkers van de Dienst Wonen, afdeling Bouw- en Woningtoezicht, die evenmin over een geldige machtiging tot binnentreden beschikten. Voorts is eiser van mening dat de bevindingen van 26 juli 2007 niet de conclusie rechtvaardigen dat eiser niet op het betreffende adres woont. Eiser stelt uitsluitend op het adres [adres 1] te wonen. Hij betoogt dat verweerder op grond van de bepalingen van de Wet GBA niet bevoegd was hem uit daar uit te schrijven.

    2.2.2 Verweerder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT